Graduatie van de 83ste Gileadklas — Werkelijk een feestelijke gebeurtenis
„DANKT Jehovah, want hij is goed: want zijn liefderijke goedheid duurt tot onbepaalde tijd” (Psalm 136:1). Deze woorden vertolken de oprechte gevoelens van alle 4391 personen die in het afgelopen najaar de graduatieplechtigheid ter gelegenheid van de diploma-uitreiking aan de 83ste klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead bijwoonden. De lezingen, de ervaringen en het bijbelse drama dat tijdens het programma werd opgevoerd, hadden tot gevolg dat allen enthousiast naar huis gingen. De graduatie vond op 6 september 1987 plaats in de prachtige congreshal in Jersey City (VS), vroeger bekend als het Stanley Theater.
Na het openingslied, en een gebed door John Booth van het Besturende Lichaam, verwelkomde de voorzitter, Albert Schroeder, eveneens een lid van het Besturende Lichaam, alle personen die deze feestelijke gebeurtenis bijwoonden. De 24 studenten waren afkomstig uit vijf landen en werden nu naar acht verschillende landen gezonden. Broeder Schroeder legde de nadruk op het vertrouwen dat Jehovah’s volk heeft omdat hun geloof op absolute waarheden is gebaseerd. Zij weten bijvoorbeeld dat Jehovah de Universele Soeverein is en dat zijn Woord, de bijbel, de absolute waarheid is — in schrille tegenstelling met menselijke filosofieën, die op onzekerheden en bespiegelingen zijn gebaseerd.
De eerste spreker was Martin Poetzinger, ook een lid van het Besturende Lichaam, die negen jaar in nazi-concentratiekampen heeft doorgebracht. Zijn thema was „In wie stel je vertrouwen?”, gebaseerd op Spreuken 3:5, 6. Hij drukte de studenten op het hart dat zij zowel volledig op Jehovah en zijn zichtbare organisatie moeten vertrouwen als zich persoonlijk betrouwbaar moeten betonen. De Gileadopleiding van de studenten vormde alleen maar een fundament; nu moesten zij erop voortbouwen door Paulus’ raad in Efeziërs 5:15, 16 op te volgen. ’Sta niet stil’, zei de spreker met klem. ’Jullie zullen in jullie zendingstoewijzing met moeilijkheden te kampen krijgen, zoals problemen op het gebied van de taal, het klimaat, het voedsel, enzovoort; maar door op Jehovah te vertrouwen, kunnen jullie al die problemen oplossen. Liefde voor mensen vormt de sleutel tot succes. Elke aanmoediging komt van God en elke ontmoediging van Satan.’
De volgende spreker was Eldor Timm, een lid van het Drukkerijcomité, die zijn opmerkingen baseerde op 2 Korinthiërs 13:5: „Blijft beproeven of gij in het geloof zijt.” De studenten hadden hun schriftelijke proefwerken achter de rug, zo zei hij, maar in hun zendingstoewijzing zullen zij constant aan nog vele andere proeven onderworpen worden. Hoe zij hieraan het hoofd bieden, zal bepalend zijn voor hun succes als zendeling. Zij moeten op hun hoede zijn voor overmoed door acht te slaan op de raad: „Wie daarom denkt te staan, moet oppassen dat hij niet valt” (1 Korinthiërs 10:12). Als zij een goede geesteshouding bewaren, zullen zij vorderingen blijven maken.
Hierna volgde de toespraak door een lid van het Dienstcomité, Joel Adams. Hij sprak over het onderwerp: „Denk als Jezus en leg persoonlijke belangstelling voor anderen aan de dag.” Wat heeft Jezus in dit opzicht een schitterend voorbeeld gegeven! Zijn voorbeeld van onzelfzuchtigheid en nederigheid wordt in Filippenzen 2:3-5 voor ons beklemtoond. Als sommigen wegens hun tekortkomingen of gebrek aan tact een beproeving voor ons vormen, laten wij dan ons uiterste best doen vriendelijk jegens hen te zijn. Tijdens de Gileadcursus hebben velen belangstelling getoond voor de studenten; nu was het aan hen om anderen net zo te bejegenen. De meest succesvolle zendelingen zijn degenen die belangstelling tonen voor de gewoonten, taal, behoeften, enzovoort, van anderen.
Vervolgens werden de studenten aangemoedigd door iemand die zelf jarenlang zendeling was geweest, Lloyd Barry, ook een lid van het Besturende Lichaam. Hij sprak over het thema „Zing voor Jehovah”, gebaseerd op Psalm 96:1. Jehovah’s dienstknechten houden van zingen. Zingen gaat gepaard met vreugde, en daarom moedigde hij de studenten aan nooit de vreugde te verliezen die het schenkt de waarheid met anderen te delen. ’Als jullie een nieuwe taal moeten leren,’ zo zei hij met klem, ’leg je er dan van meet af aan met hart en ziel op toe. De Duivel zal proberen jullie te ontmoedigen, jullie met heimwee te vervullen en verdeeldheid in jullie gelederen te zaaien. Geef hem nooit een duimbreed toe!’ Broeder Barry wees op de „nestor van de zendelingen”, Edwin Skinner, die al 60 jaar in zijn buitenlandse toewijzing in India is en nu, op 93-jarige leeftijd, nog steeds een volle dagtaak verricht. Volgens broeder Skinner kan de sleutel tot succes als zendeling in vier woorden worden samengevat: „Nederigheid is het uitgangspunt!”
Na deze opmerkingen las de voorzitter een aantal telegrammen voor waarin de studenten werden gefeliciteerd en hartelijk werden verwelkomd. De boodschappen waren afkomstig uit Bolivia, Canada, Ecuador, Honduras, Spanje, Zweden en Trinidad.
Jack Redford, een van de leraren van de Gileadschool, sprak over het onderwerp „Blijf Jehovah’s vriend”. Hij begon met op te merken dat veel zakelijke instellingen een opleiding geven in het verwerven van succes in het zakenleven door vrienden te winnen en mensen te beïnvloeden. De studenten hebben als toekomstige zendelingen ook geleerd vrienden te winnen en mensen te beïnvloeden, echter niet met het oog op zelfzuchtig gewin, maar opdat zulke mensen vrienden van God kunnen worden. ’Jullie leven is een leven van zelfopoffering’, zei de spreker. ’Jullie hebben om niet ontvangen, geef om niet. Er bestaat geen grotere voldoening of vreugde dan erin te slagen mensen te helpen vrienden van God te worden. Vriendschap met God is de grootste eer die welk schepsel maar ook te beurt kan vallen. In Jakobus 2:23 wordt gezegd dat Abraham Jehovah’s vriend werd omdat hij geloof in God oefende. Hij ging naar een vreemd land en keek niet om; zo dienen jullie, zendelingen, ook niet om te kijken, maar in plaats daarvan vooruit te zien naar de zegeningen in Gods nieuwe wereld.’
Ulysses Glass, een van de leraren van Gilead en administratief hoofd van de school, sprak nu over het onderwerp „De laatste les”. Hij merkte op dat de studenten hadden geleerd hoe verstrekkend en veeleisend Jehovah’s wetten in werkelijkheid zijn. Bij wijze van voorbeeld wees hij op de vele details die verband hielden met de slachtoffers die op de Verzoendag werden geofferd en op de vele dieren die hierbij betrokken waren (Leviticus hfdst. 16). Hij prees de studenten wegens hun duidelijke diepgevoelde waardering en zei dat Psalm 145:7 een goede beschrijving geeft van hun geesteshouding: „De vermelding van de volheid van uw goedheid zullen zij overvloediglijk uitstorten, en wegens uw rechtvaardigheid zullen zij een vreugdegeroep aanheffen.” In zijn besluit citeerde hij ook Spreuken 3:5-7 en beklemtoonde dat zij ’met heel hun hart op Jehovah moeten vertrouwen’.
Broeder F. W. Franz, de 94-jarige president van de Gileadschool alsook van de Watch Tower Bible and Tract Society, hield de laatste ochtendtoespraak. Hierin verhaalde hij de geschiedenis van het Genootschap vanaf de tijd van de eerste president, C. T. Russell, tot de oprichting van de Gileadschool. Zijn krachtige en enthousiaste lezing werd door allen bijzonder gewaardeerd. Na zijn toespraak ontvingen de 24 studenten hun diploma met enkele geschenken en toen las een van de studenten een prachtige brief voor waarin uiting werd gegeven aan de waardering van de studenten voor alle hulp die zij zowel van het Besturende Lichaam als van de Bethelfamilie hadden ontvangen.
Na een ongeveer twee uur durende pauze leidde Phil Wilcox, een lid van het Wachttorenboerderijcomité, een verkorte studie van de lopende Wachttoren, waarin de studievragen door de studenten werden beantwoord. Dit werd gevolgd door een programma van de studenten, waarin zij hun ervaringen uitbeeldden die zij op woensdagmiddagen tijdens het getuigenisgeven in de stad New York hadden meegemaakt. Dit maakte deel uit van hun Gileadopleiding. Zij demonstreerden ook op levendige wijze de verschillende problemen die zij konden verwachten als zij in hun buitenlandse toewijzing waren aangekomen.
Als een passend besluit van het hele programma voerden de studenten een gekostumeerd bijbels drama in twee delen op, waarin de nadruk werd gelegd op de ernst van de tijd waarin wij leven. Dit werd in het drama gedaan door onze tijd met voorbijgegane oordeelsperiodes te vergelijken. Om 4.15 n.m. kwam met het zingen van het lied „Toename van de Theocratie” en een gebed door Milton Henschel, een lid van het Besturende Lichaam, een eind aan het buitengewoon fijne programma.
[Illustratie op blz. 23]
De 83ste afstuderende klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead
In de onderstaande lijst zijn de rijen genummerd van voor naar achter en staan de namen per rij van links naar rechts vermeld. (1) D. Melin; M. Goode; M. Ramos; N. Chow; A. Hermanson; D. Dagostini (2) E. David; A. DiPaolo; D. Neiman; J. Shephard; M. Foster; R. Ramos (3) W. Foster; D. Melin; D. Fristad; R. Fristad; L. White; F. Dagostini (4) D. Neiman; S. Ness; D. Shephard; J. Goode; K. White; L. Hermanson