Verkwik uw familieleden met waarheidswateren
„ALS koud water voor een vermoeide ziel, zo is een goed bericht uit een ver land”, zei Salomo (Spreuken 25:25). Wat is het voor een vermoeide ziel een stimulerende ervaring om naar uw goede bericht over eeuwig leven in het komende Paradijs te luisteren! Op deze wijze wordt uw mond „een bron van leven”. — Spreuken 10:11; Jesaja 52:7.
Water doordrenkt de grond en zorgt voor groei, terwijl een stortvloed daarentegen rampzalig kan zijn. Ook is water in de vorm van een gekoelde drank verkwikkend, maar wie wil graag in een sneeuwstorm of een hagelbui terechtkomen? Omdat hetgeen uit onze mond opwelt, wel met water is vergeleken, moeten wij nauwlettend aandacht schenken aan ons onderwijs (1 Timótheüs 4:16). Wij moeten ons vooral van de verschillende uitwerkingen van dit „water” bewust zijn als wij tot familieleden prediken.
Familieleden „laven”
In de oudheid opende Rachab de weg tot overleving voor haar familie, en Cornelius gaf zijn bloedverwanten getuigenis (Jozua 2:13; 6:23; Handelingen 10:24, 30-33). Petrus werd door zijn broer Andréas geholpen een discipel van Jezus te worden (Johannes 1:40-42). En thans laten vele getuigen van Jehovah de bijbelse waarheid opwellen voor hun familieleden. In Spreuken 11:25 wordt beloofd: „Wie anderen rijkelijk laaft, zal ook zelf rijkelijk gelaafd worden.”
Een vrouw in Europa wilde haar nieuwe geloof graag delen met haar ouders, broers en zusters, die op de Filippijnen wonen. Zij bericht: „Ik deed dit in elke brief die ik hun schreef. Vóór mijn doop zond ik hun ook boeken en vroeg of zij door Jehovah’s Getuigen bezocht wilden worden.” Tot haar grote vreugde stemden zij toe in een bezoek, en nu aanbidden acht van hen Jehovah. Sommige Getuigen hebben goede resultaten geboekt door hun familieleden een abonnement op De Wachttoren en Ontwaakt! te geven.
Wat echter te doen als familieleden geen belangstelling tonen? Jezus had met deze situatie te maken, want er is een tijd geweest dat ’zijn broers in werkelijkheid geen geloof in hem oefenden’. Later volhardden zij evenwel „eensgezind” in gebed, samen met de apostelen (Johannes 7:5; Handelingen 1:14). Wat was de oorzaak van deze verandering van hartetoestand? Jezus heeft zijn familieleden ongetwijfeld hulp geboden voordat hij naar de hemel opsteeg. Hoe dan wel? Hij hielp hen geloof te verwerven door aan zijn halfbroer Jakobus te verschijnen (1 Korinthiërs 15:7). Blijf dus proberen uw familie te helpen. Veel Getuigen hebben met ongelovige familieleden over de bijbelse waarheid kunnen spreken na geduldig het juiste moment afgewacht te hebben.
Familieleden „laven” betekent echter niet een stortvloed van woorden over hen uit te gieten. Een Joegoslavisch echtpaar merkt op: „Er bestaat natuurlijk altijd het gevaar dat er te veel tot hen wordt gepredikt.” Een reizende opziener zegt: „De broeders en zusters overdrijven vaak en leggen een misplaatste ijver aan de dag.” Ludwig herinnert zich de tijd toen hij de bijbel begon te bestuderen: „Ik overstelpte mijn moeder toen uren achtereen met uitleggingen over praktisch alles wat ik uit de bijbel had geleerd, en dit leidde vaak tot twistgesprekken, vooral met mijn vader.”
Wees een „bron van wijsheid”
Wij lezen dat ’de tong der wijzen goeddoet met kennis, maar de mond van de verstandelozen dwaasheid doet opborrelen’, en dat „het hart van de rechtvaardige mediteert om te antwoorden” (Spreuken 15:2, 28). Wij hebben dus gezond verstand, wijsheid en onderscheidingsvermogen nodig om onze woorden verkwikkend en opbouwend te doen zijn. Het is belangrijk te weten wanneer wij moeten spreken en wat en hoeveel wij moeten zeggen.
Hoe verkwikkend is het bijvoorbeeld voor een dorstige om op een warme dag een beker koud water te krijgen! (Matthéüs 10:42) Maar het zal bij niemand opkomen een emmer water over zijn hoofd uit te gieten! De reeds genoemde kringopziener merkt op: „De beste resultaten worden bereikt door degenen die hun familieleden nieuwsgierig maken door in afgepaste doses getuigenis te geven.” Als een tegen de waarheid gekant familielid om zo te zeggen dorst krijgt en vragen begint te stellen, volgen er vaak vruchtbare bijbelse gesprekken.
Huriye, een Turkse Getuige, bereikte dit thuis door bijbelse publikaties opengeslagen te laten liggen bij materiaal dat haar ongelovige man zou kunnen interesseren. Zij las de kinderen bijbelverhalen voor en legde die — als hij luisterde — uit op een manier die hem tot voordeel strekte. Soms vroeg zij eenvoudig: „Ik heb vandaag tijdens mijn bijbelstudie dat en dat geleerd. Wat denk jij daarvan?” Zij vestigt ook de aandacht op de gedragsregels die zij in gedachte hield: „Kalm blijven en niet geïrriteerd raken of aanstoot nemen. Wees geen betweter. Wees gewoon nederig en houd je op de achtergrond.” Haar man aanvaardde uiteindelijk de Koninkrijkswaarheid en is nu een volle-tijdbedienaar.
Marijan heeft verscheidene familieleden geholpen zijn geloof te aanvaarden. „Forceer de kwestie niet maar wacht het goede moment af”, raadt hij aan. „Wij moeten het respecteren als zij ons vragen niet met hen over de waarheid te praten. Wij moeten geduldig en liefdevol zijn.” Vooral wanneer familieleden tegen de waarheid gekant zijn, is Prediker 3:7 passend. Hierin staat dat er „een tijd [is] om zich stil te houden en een tijd om te spreken”. Dat impliceert een bereidheid om geduldig te luisteren, niet in de rede te vallen en andere standpunten te respecteren. „Het heeft geen zin zich kwaad te maken wanneer men met familieleden spreekt”, zegt Petar, die eens een felle tegenstander was maar zijn standpunt heeft gewijzigd.
Laat een goed gedrag uw prediking zijn
Jarenlang legde een ongelovige echtgenoot zijn christelijke vrouw moeilijkheden in de weg, en soms sloot hij haar buiten de deur. Eens werd hij zo woedend dat hij een boek verscheurde dat zij had vergeten op te bergen. Waardoor veranderde zijn houding? Hij legt uit: „Ik bleef me afvragen waarom mijn vrouw zo standvastig was en op Jehovah bleef vertrouwen. Ik kon niets op haar aanmerken, want zij deed het huishouden goed en was een goede echtgenote en een goede moeder voor onze kinderen.” Op zekere dag zocht de man naar geschikt materiaal voor een korte toespraak van vijf minuten die hij tijdens een cursus moest houden, en daarom gaf zijn vrouw hem twee uitgaven van Ontwaakt! Hij bladerde ze met tegenzin door en vond tot zijn verbazing een bruikbaar onderwerp over de fabricage van potloden. Hierdoor werd zijn belangstelling voor deze tijdschriften gewekt. Thans is dit gezin verenigd in de aanbidding van Jehovah.
De raad van de apostel Petrus aan vrouwen om hun ongelovige man ’zonder een woord door hun eerbare gedrag te zamen met diepe achting’ te winnen, geldt ook voor andere familieleden (1 Petrus 3:1, 2). Toen een echtpaar de oude onbijbelse tradities en religie van hun Roemeense ouders de rug toekeerde, kregen zij hevige tegenstand van hun wederzijdse familie te verduren. De vrouw werd zelfs aangevallen door haar schoonmoeder, die haar wilde doden. „Wij lieten ons hierdoor niet ontmoedigen of provoceren. Wij wierpen al onze bezorgdheid op Jehovah”, bericht Nikolic. Thans, elf jaar later, zijn zijn ouders en zijn beide zusters met hun echtgenoten gedoopte Getuigen. Wat had het ijs gebroken? „Een goed voorbeeld en christelijk gedrag. Met andere woorden, wij besteedden er niet veel tijd aan om met hen over de waarheid te spreken. Wij trachtten de waarheid veeleer in praktijk te brengen.”
Geef de hoop niet op!
Het is inderdaad heel vreugdevol te zien dat familieleden de ware God gaan aanbidden, maar wat te doen als sommige tegenstand blijven bieden? Hoe dient u hierop te reageren? Jezus voorzag dat de ware aanbidding soms zeer ernstige tweespalt onder familieleden zou veroorzaken (Matthéüs 10:34-37). Marica werd door al haar familieleden in de steek gelaten toen zij een van Jehovah’s Getuigen werd. Hoewel zij niet schipperde ten aanzien van haar aanbidding, erkende zij toch „dat zelfs familieleden het recht hebben er hun eigen zienswijzen en meningen op na te houden”. Haar houding bracht hen ertoe haar te respecteren zoals zij dit voorheen hadden gedaan.
Ludwig besefte dat hij verplicht was zijn ouders lief te hebben, ook al verkozen zij het misschien een andere levenswijze te volgen. Hij bracht zich herhaaldelijk toepasselijke schriftplaatsen te binnen, zoals: „Eer uw vader en uw moeder”, „uw spreken zij altijd minzaam, gekruid met zout”, „[wees] altijd gereed u te verdedigen . . . met zachtaardigheid en diepe achting” en „een slaaf van de Heer behoeft . . . niet te strijden” (Efeziërs 6:2; Kolossenzen 4:6; 1 Petrus 3:15; 2 Timótheüs 2:24). „Steeds als ik mijn ouders opbelde of bezocht, bad ik tot Jehovah om wijsheid, en geleidelijk werd onze verhouding meer ontspannen, vriendelijker”, bericht hij.
Geef de hoop niet op dat de waarheidszaadjes ten slotte in het hart van uw familieleden zullen opkomen. Een man die 31 jaar na zijn vrouw als een van Jehovah’s Getuigen werd gedoopt, merkt hierover op: „Als ik terugkijk, moet ik toegeven dat mijn vrouw veel geduld met mij heeft gehad. Ik was mij er terdege van bewust dat zij vaak ten behoeve van mij tot Jehovah bad.”
Mogen de woorden die uit uw mond komen altijd even stimulerend en dorstlessend zijn als fris water! Ja, deel „het glorierijke goede nieuws van de gelukkige God” met alle mensen, met inbegrip van uw familie (1 Timótheüs 1:11; Openbaring 22:17). Dan zullen Jezus’ woorden van toepassing zijn: „Wie geloof in mij stelt, zoals de Schrift heeft gezegd: ’Uit zijn binnenste zullen stromen van levend water vloeien.’” — Johannes 7:38.