Koninkrijksverkondigers brengen verslag uit
’Liefhebben met de daad en in waarheid’
◻ DE apostel Johannes zei: „Laten wij liefhebben, niet met het woord noch met de tong, maar met de daad en in waarheid” (1 Johannes 3:18). Jezus zei dat ’wij onze naaste moeten liefhebben als onszelf’ (Matthéüs 22:39). Metterdaad liefde tentoonspreiden, beveelt de waarheid aan, zoals de volgende uit Engeland afkomstige ervaring aantoont.
Wanneer Pauline bij haar moeder, die multipele sclerose had, op bezoek kwam, trof zij haar moeder altijd alleen aan. Maar toen zij deze keer het huis binnenging, kon zij de wasmachine horen draaien en iemand op de bovenverdieping horen stofzuigen. „Wat gebeurt hier allemaal, wie is hier?”, vroeg zij aan haar moeder. Haar moeder legde uit dat Jehovah’s Getuigen bij haar aan de deur waren gekomen, haar moeilijke situatie hadden gezien en waren gebleven om te helpen. Nadat zij het huishoudelijke werk hadden gedaan en een maaltijd hadden bereid, gingen zij zitten en zeiden: „Zullen we beginnen?” „Waarmee?”, wilde Pauline weten. Haar moeder legde uit dat zij in een bijbelstudie had toegestemd. Pauline aarzelde of zij wel zou blijven, maar omdat zij van ver was gekomen, vroeg zij of het goed was dat zij met de studie meedeed. Zij genoot er zo van dat zij er regelingen voor trof om elke week op dezelfde dag te komen, zodat zij geregeld kon meedoen. Ten slotte ging een vriendin van haar mee, en nu zijn beiden gedoopt. Als resultaat van deze oorspronkelijke studie zijn tien leden van dezelfde familie nu Jehovah’s Getuigen! Ja, zij waren metterdaad geholpen!
Voorganger in Papua New Guinea neemt de waarheid aan
◻ In Jezus’ tijd aanvaardden sommige priesters de leer van Jezus. Rechtgeaarde geestelijke leiders in deze tijd doen dit eveneens, zoals blijkt uit wat een kringopziener bericht uit het hoogland van Papua New Guinea. Hij vertelt: „Een ontwikkelde jonge man, een voorganger van de pinkstergemeente, bouwde een kerkje dicht bij de Koninkrijkszaal. Een broeder uit die gemeente gaf hem getuigenis, en hij leek hier vriendelijk op te reageren. Toen ik kort hierna de gemeente bezocht, logeerde ik bij de broeder, even voorbij het huis van de voorganger. De eerste avond nadat ik was aangekomen, kwam deze jonge man, samen met een grote groep van zijn gemeente, met zijn bijbel naar onze deur. Allen wilden de Koninkrijksboodschap horen. Hij stelde veel vragen en het gesprek duurde tot diep in de nacht. Elke avond van mijn bezoek kwamen hij en de andere geïnteresseerden om meer vragen beantwoord te krijgen. Ik nodigde hem uit om de volgende week de kringvergadering te bezoeken, en hij kwam er samen met de broeder die hem oorspronkelijk getuigenis had gegeven. Deze man zette zijn bijbelstudie voort, heeft de pinkstergemeente verlaten en is nu een geregelde verkondiger van het goede nieuws.”
Het is beslist Gods wil „dat alle soorten van mensen worden gered en tot een nauwkeurige kennis van de waarheid komen”. — 1 Timótheüs 2:4.