Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w92 15/9 blz. 3-7
  • Waarom moeten goede mensen lijden?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Waarom moeten goede mensen lijden?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1992
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Jobs lijden
  • Niet Gods schuld
  • Zowel goede als slechte mensen lijden
  • Waarom godvruchtige mensen lijden
  • Binnenkort — Geen lijden meer!
  • Waarom lijden de rechtvaardigen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
  • Als de Schepper om ons geeft, waarom is er dan zo veel lijden?
    Is er een Schepper die om u geeft?
  • Job — Een voorbeeld van volharding en integriteit
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
  • Lijden
    Ontwaakt! 2015
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1992
w92 15/9 blz. 3-7

Waarom moeten goede mensen lijden?

HET was het jaar 1914, en de wereld had zich in de oorlog gestort. Opeens brak er in een krijgsgevangenkamp in Servië vlektyfus uit. Dat was echter nog maar het begin. De angstaanjagende ziekte breidde zich naar burgers uit en veroorzaakte in slechts zes maanden de dood van 150.000 mensen. Onder de oorlogsomstandigheden en tijdens de revolutie die in Rusland volgde, stierven drie miljoen mensen aan vlektyfus. U kunt terecht concluderen dat veel goede mensen en hun nabestaanden tot de slachtoffers behoorden.

Dit is slechts één voorbeeld van menselijke tragedie. U hebt misschien zelf wel het lijden ervaren dat ontstaat wanneer personen die u liefhebt, het slachtoffer worden van een ziekte, een ongeluk of de een of andere ramp. Waarschijnlijk bent u bedroefd wanneer een rechtvaardig mens gekweld wordt door de pijn van een ongeneeslijke ziekte. Het stemt u ongetwijfeld zeer verdrietig wanneer een goed mens — misschien een hardwerkend gezinshoofd — bij een ongeluk om het leven komt. Wegens het verdriet van de nabestaanden hebt u wellicht erg met hen te doen.

Velen zijn van mening dat iemand die goed leeft, als beloning gevrijwaard van lijden zou moeten zijn. Sommigen beschouwen lijden zelfs als het bewijs dat het slachtoffer een boosdoener is. Zo redeneerden drie mannen die ongeveer 3600 jaar geleden leefden. Zij waren tijdgenoten van een goede man die Job heette. Laten wij eens naar hun tijd terugkeren, terwijl wij beginnen een antwoord te zoeken op de vraag: Waarom moeten goede mensen lijden?

Jobs lijden

Toen Jobs drie zogenaamde vrienden hem bezochten, had hij door pijn en ziekte onbeschrijflijk lijden te verduren. Hij had zijn tien kinderen en al zijn materiële bezittingen verloren. Mensen die hoge achting voor Job hadden gehad, verafschuwden hem. Zelfs zijn vrouw keerde zich van hem af en drong er bij hem op aan God te vervloeken en te sterven. — Job 1:1–2:13; 19:13-19.

Zeven dagen en nachten lang zagen Jobs bezoekers zwijgend zijn lijden aan. Daarna beschuldigde een van hen Job van onrechtvaardig gedrag waarvoor hij waarschijnlijk werd gestraft. „Bedenk toch”, zei de man Elifaz, „Wie is er ooit onschuldig omgekomen? En waar zijn de rechtschapenen ooit verdelgd? Naar wat ik heb gezien, zullen zij die bedenken wat schadelijk is en zij die moeite zaaien, het ook oogsten. Door de adem van God komen zij om, en door de geest van zijn toorn komen zij aan hun eind.” — Job 4:7-9.

Elifaz beweerde dus dat God Job voor zijn zonden strafte. Ook in deze tijd redeneren sommigen dat rampen daden van God zijn, bedoeld om mensen voor kwaaddoen te straffen. Maar Jehovah strafte Job niet voor het bedrijven van onrechtvaardige daden. Wij weten dit omdat God later tegen Elifaz zei: „Mijn toorn is ontbrand tegen u en uw twee metgezellen, want gij hebt niet naar waarheid over mij gesproken, zoals mijn knecht Job.” — Job 42:7.

Niet Gods schuld

In deze tijd zijn er miljoenen — onder wie zich ongetwijfeld veel goede mensen bevinden — die straatarm zijn en zich op de rand van de hongerdood bevinden. Sommigen raken verbitterd en geven God de schuld van hun lijden. Maar hij is niet verantwoordelijk voor honger. In feite is hij Degene die in voedsel voor de mensheid voorziet. — Psalm 65:9.

Door zelfzucht, hebzucht en andere menselijke factoren kan de levering van voedsel aan degenen die honger lijden, worden verhinderd. Oorlog is ook een oorzaak van honger. In The World Book Encyclopedia wordt bijvoorbeeld gezegd: „Oorlog kan honger tot gevolg hebben als veel boeren hun akkers verlaten en zich bij de strijdkrachten voegen. Soms heeft een leger opzettelijk een hongersnood veroorzaakt om een vijand door uithongering tot overgave te dwingen. Het leger vernietigt opgeslagen voedsel en groeiende gewassen, en richt een blokkade op om de voedselaanvoer van de vijand af te snijden. Tijdens de burgeroorlog in Nigeria (1967–’70) werd door blokkades verhinderd dat voedselzendingen het gebied Biafra bereikten. Een hongersnood was het gevolg, en waarschijnlijk kwamen meer dan een miljoen Biafranen van de honger om.”

Vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen vele goede mensen leden en stierven, gaven sommigen God ten onrechte de schuld. Mensen overtreden echter Gods wetten door elkaar te haten en oorlog tegen elkaar te voeren. Toen Jezus Christus werd gevraagd welk gebod „het allereerste” was, antwoordde hij: „Het eerste is: ’Hoor, o Israël, Jehovah, onze God, is één Jehovah, en gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand en met geheel uw kracht.’ Het tweede is dit: ’Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf.’ Er is geen ander gebod groter dan deze.” — Markus 12:28-31.

Als mensen Gods wetten overtreden door massaslachtingen aan te richten, kan iemand hem dan terecht de schuld geven als daar lijden het gevolg van is? Als een ouder zijn kinderen zegt geen ruzie met elkaar te maken, en zij die goede raad in de wind slaan, is hij er dan verantwoordelijk voor als zij verwondingen oplopen? De ouder is net zomin verantwoordelijk als God dat is voor het lijden van mensen wanneer zij goddelijke wetten negeren.

Hoewel er lijden kan ontstaan wanneer Jehovah’s wetten in de wind geslagen worden, geeft de bijbel niet te kennen dat rampen in het algemeen daden van God zijn, bedoeld om de goddelozen te straffen. Toen het eerste mensenpaar zondigde, verloren zij zijn speciale zegen en bescherming. Afgezien van gevallen waarin Jehovah God tussenbeide kwam om zijn voornemens te verwezenlijken, is wat er van dag tot dag met de mensheid gebeurt, onderhevig aan het schriftuurlijke beginsel dat „niet de snellen de wedloop hebben, noch de sterken de strijd, noch ook de wijzen het voedsel hebben, noch ook de verstandigen de rijkdom hebben, noch zelfs zij die kennis bezitten de gunst hebben; want tijd en onvoorziene gebeurtenissen treffen hen allen”. — Prediker 9:11.

Zowel goede als slechte mensen lijden

In feite lijden zowel goede als slechte mensen tengevolge van overgeërfde zonde en onvolmaaktheid (Romeinen 5:12). Rechtvaardigen ervaren bijvoorbeeld evenzeer pijnlijke ziekten als goddelozen. De getrouwe christen Timotheüs leed aan „veelvuldige ziektegevallen” (1 Timotheüs 5:23). Toen de apostel Paulus melding maakte van zijn eigen „doorn in het vlees”, kan hij gedoeld hebben op een lichamelijke aandoening (2 Korinthiërs 12:7-9). Zelfs voor zijn loyale dienstknechten verwijdert God nu geen overgeërfde zwakheden of vatbaarheid voor ziekte.

Godvruchtige mensen kunnen ook lijden doordat zij soms onoordeelkundig te werk gaan of nalaten schriftuurlijke raad toe te passen. Ter illustratie: Iemand die God ongehoorzaam is en met een ongelovige trouwt, lijdt wellicht onder huwelijksproblemen die hij had kunnen vermijden (Deuteronomium 7:3, 4; 1 Korinthiërs 7:39). Als een christen geen goed voedingspatroon heeft en niet voldoende nachtrust neemt, zou hij kunnen lijden doordat hij zijn gezondheid verwoest.

Er kan emotioneel lijden veroorzaakt worden als wij zwichten voor zwakheden en ons aan onjuist gedrag overgeven. Doordat koning David overspel pleegde met Bathseba, kreeg hij veel lijden te verduren (Psalm 51). Terwijl hij probeerde zijn overtreding te verbergen, leed hij intense pijn. „Toen ik bleef zwijgen,” zei hij, „teerden mijn beenderen weg door mijn gekerm de gehele dag. . . . Mijn levenssap is veranderd als in de droge zomerhitte” (Psalm 32:3, 4). Doordat David gekweld werd door zijn schuldgevoelens, namen zijn krachten af zoals een boom levenssap kan verliezen tijdens een droge periode of in de droge zomerhitte. Hij leed blijkbaar zowel geestelijk als lichamelijk. Maar uit Psalm 32 blijkt dat zulk lijden verlicht kan worden wanneer iemand berouwvol zijn zonde belijdt en vergeving van God ontvangt. — Spreuken 28:13.

Slechte mensen lijden vaak doordat zij een losbandige levenswijze volgen, niet omdat zij door God gestraft worden. Herodes de Grote werd door ziekten gekweld als gevolg van slechte gewoonten. Aan het eind van zijn leven leed Herodes, volgens de joodse historicus Josephus, „verschrikkelijke pijnen. Hij had een enorm verlangen zich te krabben, zijn ingewanden waren ontstoken, en zijn geslachtsdelen waren door gangreen aangetast en vol wormen. Hij probeerde tevergeefs zijn ademnood en stuiptrekkingen te verminderen in de warme baden van Callirrhoë. . . . Herodes leed nu zulke folterende pijnen dat hij probeerde zichzelf te doorsteken, maar hij werd door zijn neef tegengehouden.” — Josephus: The Essential Writings, vertaald en uitgegeven door Paul L. Maier.

Door zich aan Gods wetten te houden, wordt iemand beschermd tegen dingen zoals seksueel overdraagbare ziekten. Maar waarom schijnen goede mensen die Gods gunst zoeken, meer lijden te moeten verduren dan anderen?

Waarom godvruchtige mensen lijden

Een belangrijke reden waarom godvruchtige mensen lijden, is het feit dat zij rechtvaardig zijn. Dat wordt geïllustreerd door het geval van Jozef, de zoon van de patriarch Jakob. Hoewel Potifars vrouw er herhaaldelijk bij Jozef op aandrong seksuele betrekkingen met haar te hebben, vroeg hij: „Hoe zou ik . . . deze grote slechtheid kunnen begaan en in werkelijkheid zondigen tegen God?” (Genesis 39:9) Daardoor kwam Jozef ten onrechte in de gevangenis, en hij leed omdat hij rechtvaardig was.

Maar waarom laat God toe dat zijn getrouwe dienstknechten lijden? Het antwoord heeft te maken met een strijdvraag die de opstandige engel Satan de Duivel opwierp. Deze strijdvraag heeft betrekking op rechtschapenheid jegens God. Hoe weten wij dat? Omdat dit blijkt uit het geval van de rechtvaardige man Job, die wij al eerder hebben genoemd.

Op een vergadering van Gods engelenzonen in de hemel vroeg Jehovah aan Satan: „Hebt gij uw hart gericht op mijn knecht Job, dat er niemand op aarde is als hij, een onberispelijk en oprecht man, godvrezend en wijkend van het kwaad?” Het antwoord van de Duivel bewijst dat er een geschil bestond over de vraag of mensen onder beproeving hun rechtschapenheid jegens Jehovah zouden bewaren. Satan beweerde dat Job God niet uit liefde diende, maar vanwege de materiële zegeningen die hij genoot. Satan zei vervolgens: „Steek voor de verandering alstublieft uw hand eens uit en tast alles aan wat [Job] heeft en zie eens of hij u niet recht in uw gezicht zal vervloeken.” Jehovah antwoordde: „Zie! Al wat hij heeft, is in uw hand. Steek uw hand alleen niet tegen hemzelf uit!” — Job 1:6-12.

Ongeacht alles wat Satan kon doen, behield Job een rechtschapen levenswijze en bewees hij dat hij Jehovah uit liefde diende. Job zei zelfs tegen zijn beschuldigers: „Het is van mijn zijde ondenkbaar dat ik ulieden rechtvaardig zou verklaren! Totdat ik de laatste adem uitblaas, zal ik mijn rechtschapenheid niet van mij laten wijken!” (Job 27:5) Ja, zulke rechtschapenheidbewaarders zijn altijd bereid geweest om ter wille van de rechtvaardigheid lijden te ondergaan (1 Petrus 4:14-16). De bijbel spreekt over velen die een onverflauwde liefde voor God hadden en een rechtvaardig leven leidden om hem te eren en te bewijzen dat Satan ongelijk had toen hij beweerde dat hij alle mensen van Jehovah zou kunnen afkeren. Iedereen die lijdt omdat hij zijn rechtschapenheid jegens God bewaart, kan gelukkig zijn omdat hij bewijst dat de Duivel een leugenaar is en omdat hij Jehovah’s hart verheugt. — Spreuken 27:11.

God staat niet onverschillig tegenover het lijden van zijn getrouwe dienstknechten. De psalmist David zei: „Jehovah ondersteunt allen die vallen, en richt alle neergebogenen op” (Psalm 145:14). Zij die aan Jehovah opgedragen zijn, hebben zelf wellicht niet voldoende kracht om het lijden dat zij in hun leven meemaken en de vervolging die zij als zijn volk ervaren, te dragen. Maar God sterkt en steunt hen en verleent hun de wijsheid die zij nodig hebben om al hun beproevingen te verduren (Psalm 121:1-3; Jakobus 1:5, 6). Indien enkele loyale dienstknechten van Jehovah door vervolgers gedood zouden worden, hebben zij de door God geschonken hoop op een opstanding (Johannes 5:28, 29; Handelingen 24:15). Zelfs als het zulke vormen aanneemt, kan God de gevolgen van het lijden dat ervaren wordt door degenen die hem liefhebben, ongedaan maken. Hij maakte een eind aan het lijden van Job en zegende die rechtvaardige man rijkelijk. En wij kunnen het volste vertrouwen hebben dat Jehovah zijn volk in onze tijd niet zal verlaten. — Job 42:12-16; Psalm 94:14.

Binnenkort — Geen lijden meer!

Iedereen heeft dus lijden te verduren door overgeërfde onvolmaaktheid en als gevolg van het leven te midden van dit goddeloze samenstel van dingen. Godvruchtige personen kunnen ook verwachten te lijden omdat zij hun rechtschapenheid jegens Jehovah bewaren (2 Timotheüs 3:12). Maar zij kunnen verheugd zijn, want God zal binnenkort een eind maken aan tranen, dood, rouw, geschreeuw en pijn. De apostel Johannes schreef hierover:

„Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de vroegere hemel en de vroegere aarde waren voorbijgegaan, en de zee is niet meer. Ik zag ook de heilige stad, het Nieuwe Jeruzalem, van God uit de hemel neerdalen, toebereid als een bruid die zich voor haar man versierd heeft. Toen hoorde ik een luide stem, afkomstig van de troon, zeggen: ’Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.’ En Degene die op de troon was gezeten, zei: ’Zie! Ik maak alle dingen nieuw.’ Ook zegt hij: ’Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig.’” — Openbaring 21:1-5.

Evenzo verklaarde de apostel Petrus: „Er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn [Jehovah’s] belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen” (2 Petrus 3:13). Wat een grootse vooruitzichten liggen vlak voor ons! U kunt het vreugdevolle voorrecht hebben op een paradijsaarde te leven (Lukas 23:43). Laat u door het huidige lijden derhalve niet verbitteren. Zie in plaats daarvan de toekomst met optimisme tegemoet. Stel uw hoop en vertrouwen op Gods nieuwe wereld die zo nabij is. Streef een levenswijze na die aanvaardbaar is voor Jehovah God, en u kunt voor eeuwig in een wereld leven die vrij is van alle vormen van lijden.

[Illustratie op blz. 4]

Hoewel Job leed, streefde hij een levenswijze na die aanvaardbaar was voor God

[Illustratie op blz. 7]

U kunt in een wereld leven die vrij is van alle vormen van lijden

[Illustratieverantwoording op blz. 3]

Collier’s Photographic History of the European War

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen