Gileadonderwijs werpt wereldwijd zegeningen af
ONDERWIJS heeft in deze oude wereld slechts beperkte waarde. Aangezien het meestal op menselijke denkbeelden is gebaseerd in plaats van op Gods waarheid, kan het geen werkelijk doel in het leven verschaffen. Maar de Gileadschool is anders. In zijn inleidende opmerkingen bij de graduatie van de 93ste klas van Gilead liet Theodore Jaracz van het Besturende Lichaam uitkomen dat deze school onderwijs geeft dat werkelijk inhoud heeft. Zoals in Psalm 119:160 wordt gezegd: „De gehele inhoud van [Gods] woord is waarheid.” De bijna 6000 toehoorders luisterden op 13 september 1992 dus met grote opwinding naar het graduatieprogramma.
De eerste lezing van die ochtend, gehouden door Lon Schilling van het Wachttoren-boerderijencomité, was getiteld „Ga voort de wereld en haar heerser te overwinnen”. Broeder Schilling vestigde de aandacht op Openbaring 12:11 en bracht naar voren dat het vers drie manieren om te overwinnen laat zien: (1) door middel van het bloed van het Lam, (2) door getuigenis te geven en (3) door een zelfopofferende geest te hebben. Hij herinnerde de studenten eraan dat veel dienstknechten van Jehovah hebben getoond zo’n geest te bezitten en zelfs bereidwillig de dood onder de ogen hebben gezien om hun loyaliteit en rechtschapenheid te bewaren.
„Behoed het voortreffelijke, jou toevertrouwde pand” was het thema dat door John E. Barr van het Besturende Lichaam werd besproken. Met zijn karakteristieke warme stem vergeleek hij het wederzijdse vertrouwen tussen Jehovah en zijn dienstknechten met het vertrouwen dat in een goed huwelijk wordt ontwikkeld. Door punten uit 2 Timotheüs 1:12, 13 te gebruiken, spoorde hij de studenten aan het hun toevertrouwde pand te behoeden door veel waarde te hechten aan „het patroon van gezonde woorden” in de bijbel. Hij legde er de nadruk op persoonlijke studie tot een belangrijk onderdeel van het dagelijkse schema te maken en vermaande de studenten vriendelijk om hun commentaren op vergaderingen nooit een sleur te laten worden maar ze altijd betekenisvol te maken.
William Van De Wall van het Dienstafdelingcomité hield de volgende lezing: „Toon liefdevolle bezorgdheid voor met schapen te vergelijken personen”. Hij vroeg de studenten wat voor eigenschappen zij van een huisarts op prijs zouden stellen en spoorde hen aan diezelfde eigenschappen, zoals empathie, mededogen en barmhartigheid, aan te kweken.
Daniel Sydlik van het Besturende Lichaam sprak in bezielende woorden over het thema „Bij God zijn alle dingen mogelijk”. Hij herinnerde de studenten eraan dat Abraham en Sara hadden gelachen om het schijnbaar onmogelijke vooruitzicht dat zij op hun gevorderde leeftijd nog een zoon zouden krijgen. Veel van Gods beloften lijken van menselijk standpunt uit bezien onmogelijk; maar, zoals de engel aan Abraham vroeg, „is voor Jehovah soms iets te buitengewoon?” (Genesis 18:14) Broeder Sydlik spoorde de studenten aan geloof te tonen in Gods vermogen om het onmogelijke te doen, en dat geloof nooit te laten verflauwen of aan het wankelen te laten brengen, welke beproevingen zij ook zouden moeten verduren.
Leraren geven raad
Vervolgens spraken de twee leraren van Gilead. Eerst besprak Jack D. Redford het thema „Een goede naam bij God opbouwen”. Wat een naam goed of slecht maakt, redeneerde hij, is de persoon die de naam draagt. Hij stelde namen als Adam, Nimrod, Izebel, Saul en Judas tegenover namen als Noach, Abraham, Ruth, Paulus en Timotheüs. Elke naam roept heel veel associaties op door de levenswijze van de drager van de naam. Hij vroeg de studenten wat voor naam zij over 10, 100 of zelfs 1000 jaar zouden hebben — die van iemand die het opgeeft of een klager of die van een getrouwe zendeling? Concentreer je op oplossingen en doeleinden in plaats van op problemen, raadde hij hun aan.
„Hoe goed behoed jij je geloof?”, was het tot nadenken stemmende thema dat Ulysses V. Glass besprak. Hij vergeleek een sterk geloof met een goed kompas dat altijd in de juiste richting wijst. Een kompas in een auto zou door andere magnetische velden buiten dat van de aarde beïnvloed kunnen worden, en zulke velden moeten geneutraliseerd worden. Evenzo veroorzaakt deze oude wereld veel invloeden die, als wij dat toelaten, ons geloof aan het wankelen kunnen brengen of kunnen verzwakken. Toen broeder Glass de klas voor zulke invloeden waarschuwde, prees hij hen er ook voor dat zij tactvol rekening hielden met de opvattingen en gevoelens van anderen.
De laatste lezing van de ochtend werd door Albert D. Schroeder gehouden, een lid van het Besturende Lichaam. Hij moedigde de studenten aan ’de zendingsgeest te behouden’ en prees hen ervoor dat zij dezelfde zendingsgeest aan de dag legden die de eerste klas in 1943 had, toen hij als administratief hoofd van de school diende. Hij merkte op dat zij interesse voor mensen hadden en van nature predikers waren die zich graag door Gods geest lieten leiden. Blijf die geestesgesteldheid aankweken door bij je persoonlijke studie een volledig gebruik te maken van de Nieuwe-Wereldvertaling, spoorde hij aan. Hij besloot met een vers-voor-versbespreking van Psalm 24 als voorbeeld.
Daarna werden de Gileadstudenten Gileadafgestudeerden! Zij kregen hun diploma overhandigd terwijl, onder luid applaus van de toehoorders, hun zendingstoewijzing werd voorgelezen.
’s Middags leidde Calvin Chyke van het Drukkerijcomité de Wachttoren-studie. Er volgde een schitterend door de studenten gepresenteerd programma, dat ging over de velddienstervaringen die zij gedurende de cursus van vijf maanden hadden opgedaan, en ook werden er dia’s vertoond van enkele van de landen waaraan zij waren toegewezen. Daarna werd een ouder echtpaar geïnterviewd, en zij lieten de toehoorders delen in wat van de wijsheid en de ervaring die zij door vele jaren zendingsdienst hadden verkregen. De middag werd besloten met een toepasselijk drama getiteld Word niet misleid en spot niet met God.
De toehoorders gingen enthousiast weg, opgetogen doordat zij zagen wat onderwijs in Gods waarheid kan doen en verheugd te weten dat dit onderwijs wereldwijd zegeningen zal blijven afwerpen. Terwijl deze 48 zendelingen naar hun diverse toewijzingen gaan, worden zij vergezeld door vele gebeden waarin de oprechte hoop en het vertrouwen tot uitdrukking worden gebracht dat deze getrouwe personen, waar zij ook naar toe gaan, een zegen voor Gods volk zullen zijn.
[Kader op blz. 19]
Statistiek van de klas
Aantal vertegenwoordigde landen: 7
Aantal landen waaraan toegewezen: 18
Aantal studenten: 48
Aantal echtparen: 24
Gemiddelde leeftijd: 32,8
Gemiddelde jaren in de waarheid: 15,3
Gemiddelde jaren in de volle-tijddienst: 10,4
[Kader op blz. 20]
GRADUATIE VAN DE TOEGEVOEGDE GILEADSCHOOL
Op 21 juni 1992 gradueerde een groep van 24 zendelingen van de vierde klas van de toegevoegde Gileadcursus in Selters/Taunus (Duitsland). De studenten, 11 echtparen en 2 ongehuwde zusters die uit 7 landen kwamen, waren gemiddeld 32 jaar oud, 14 jaar gedoopt en hadden gemiddeld 8,5 jaar in het volle-tijd evangelisatiewerk gediend. Meer dan 2000 personen woonden de graduatie bij.
Broeder Jaracz opende het programma met een bespreking van Spreuken 11:24, waar staat: „Er bestaat er een die uitstrooit en toch nog meer krijgt.” Hij merkte op dat de studenten op het punt stonden uitgestrooid te worden en beslist toename zouden bevorderen.
Er werden aanmoedigende schriftuurlijke lezingen gehouden door Richard Kelsey, coördinator van het Duitse Bijkantoorcomité; Wolfgang Gruppe van de Dienstafdeling; Werner Rudtke en Edmund Anstadt, ook leden van het Bijkantoorcomité; en de twee leraren, Dietrich Förster en Lothar Kaemmer. Albert Schroeder van het Besturende Lichaam hield de interessante thematoespraak getiteld „Blijf speurders naar geestelijke juweeltjes”. Het hoogtepunt van het programma was het uitreiken van de toewijzingen aan 11 landen in Afrika, Midden-Amerika en Oost-Europa, waarna een afgestudeerde een brief van de klas aan het Besturende Lichaam voorlas waarin oprechte waardering tot uitdrukking werd gebracht.
[Illustratie op blz. 18]
93ste afstuderende klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead
In onderstaande lijst zijn de rijen genummerd van voor naar achter en staan de namen per rij van links naar rechts vermeld.
(1) C. Hitesman; P. West; D. Evans; M. Hipps; N. Simonelli; S. Wood; M. Corkle; C. Flores; J. Thomas (2) M. Jones; J. Nissinen; M. Sponenberg; K. Zachary; G. Ravn; M. Backman; A. Wettergren; D. Evans; R. Flores; G. Caporale (3) N. Simonelli; M. Rechsteiner; M. Rechsteiner; L. Ruiz-Esparza; B. Gerbig; C. Simpson; C. Zanewich; B. Zachary; L. Ricketts (4) J. Simpson; J. Backman; G. Corkle; M. Gerbig; B. Ricketts; L. Bagger-Hansen; A. Jones; K. Zanewich; J. Ravn; C. Hipps (5) S. Sponenberg; A. Hitesman; L. Caporale; S. Ruiz-Esparza; R. Thomas; B. Bagger-Hansen; M. Wood; M. West; C. Wettergren; E. Nissinen