Word veranderd van geest en verlicht van hart
„Dit zeg ik daarom en leg daarvan getuigenis af in de Heer, dat gij niet langer moet blijven wandelen zoals ook de natiën wandelen.” — EFEZIËRS 4:17.
1. Wat doen onze geest en ons hart voor ons?
DE geest en het hart zijn twee van de prachtigste vermogens waarover de mens beschikt. Hoewel ze op talrijke manieren werkzaam zijn, zijn ze op zich uniek voor iedere persoon afzonderlijk. Onze persoonlijkheid en spraak, ons gedrag, onze emoties en waarden worden allemaal diepgaand beïnvloed door de wijze waarop onze geest en ons hart werkzaam zijn.
2, 3. (a) Hoe gebruikt de bijbel de woorden „hart” en „geest”? (b) Waarom moeten wij ons om zowel het hart als de geest bekommeren?
2 In de bijbel heeft „hart” over het algemeen betrekking op beweegreden, emoties en innerlijke gevoelens, en „geest” op verstand en denkvermogen. Toch sluiten ze elkaar niet uit. Mozes richtte bijvoorbeeld de volgende aansporing tot de Israëlieten: „Gij moet het in uw hart terugroepen [„moet u te binnen brengen”, NW, Studiebijbel, vtn.], dat Jehovah de ware God is” (Deuteronomium 4:39). Tot de schriftgeleerden die tegen hem samenspanden, zei Jezus: „Waarom denkt gij boze dingen in uw hart?” — Mattheüs 9:4; Markus 2:6, 7.
3 Hieruit blijkt dat de geest, het verstand, en anderzijds het hart nauw met elkaar in verband staan. Er bestaat tussen deze beide een wisselwerking, terwijl ze elkaar soms versterken teneinde als een verenigd team samen te werken, maar vaak ook met elkaar worstelen in een strijd om de overhand te krijgen (Mattheüs 22:37; vergelijk Romeinen 7:23). Daarom moeten wij, om Jehovah’s gunst te verwerven, er niet alleen zeker van zijn wat de conditie van onze geest en ons hart is, maar moeten wij ze ook opleiden om harmonieus samen te werken, een trekkracht in dezelfde richting uit te oefenen. Onze geest, onze denkwijze, moet worden veranderd en ons hart moet worden verlicht. — Psalm 119:34; Spreuken 3:1.
’De wijze waarop de natiën wandelen’
4. Hoe heeft Satan het denken en het hart van de mensen beïnvloed, en wat is het gevolg?
4 Satan is een meester in het bedriegen en manipuleren. Hij weet dat hij, om mensen in zijn macht te krijgen, hun geest en hun hart tot doelwit moet maken. Vanaf het allereerste begin van de menselijke geschiedenis heeft hij zich altijd van de een of andere methode bediend om dat doel te bereiken. Als gevolg daarvan ligt „de gehele wereld . . . in de macht van de goddeloze” (1 Johannes 5:19). Satan heeft het hart en het denken van de mensen in de wereld zelfs met zo veel succes beïnvloed, dat de bijbel hen beschrijft als „een krom en verdraaid geslacht” (Filippenzen 2:15). De apostel Paulus beschrijft de conditie van het hart en de geest van dat kromme en verdraaide geslacht heel treffend, en zijn woorden dienen als een waarschuwing voor ons allen in deze tijd. Lees bijvoorbeeld Efeziërs 4:17-19 eens en vergelijk dit met Paulus’ woorden in Romeinen 1:21-24.
5. Waarom gaf Paulus krachtige raad in zijn brief aan de Efeziërs?
5 Wij kunnen begrijpen waarom Paulus in zulke krachtige bewoordingen aan de christenen in Efeze schreef wanneer wij bedenken dat de stad berucht was om haar morele decadentie en heidense afgodenaanbidding. Hoewel de Grieken hun beroemde denkers en filosofen hadden, schijnt het dat het Griekse onderwijs bij velen van het volk het vermogen tot kwaaddoen deed toenemen, en hun cultuur maakte hen alleen maar wat verfijnder in hun ondeugden. Paulus maakte zich ernstig zorgen over zijn medechristenen die in zo’n omgeving leefden. Hij wist dat velen van hen vroeger mensen uit de natiën waren geweest en hadden „gewandeld overeenkomstig het samenstel van dingen van deze wereld”. Maar nu hadden zij de waarheid aanvaard. Hun geest of denkwijze was veranderd, en hun hart was verlicht. Bovenal wilde Paulus dat zij zouden ’wandelen op een wijze waarop zij zich de roeping waardig toonden’. — Efeziërs 2:2; 4:1.
6. Waarom dienen Paulus’ woorden ons te interesseren?
6 Er bestaat een overeenkomstige situatie in deze tijd. Ook wij leven in een wereld die gekenmerkt wordt door verwrongen waarden, een verworden moraal en vals-religieuze praktijken. Velen van ons hebben eens geleefd overeenkomstig het samenstel van dingen van deze wereld. Anderen onder ons staan noodgedwongen dag in dag uit bloot aan nauw contact met mensen in de wereld. Sommigen wonen in gezinnen waar de geest van de wereld de overhand heeft. Het is daarom gebiedend noodzakelijk dat wij de betekenis van Paulus’ woorden begrijpen en ons voordeel doen met zijn raad.
Vruchteloos denken en verduisterd verstand
7. Wat bedoelde Paulus met de uitdrukking „de vruchteloosheid van hun denken”?
7 Om de nodige kracht bij te zetten aan zijn vermaning tot christenen om „niet langer [te] blijven wandelen zoals ook de natiën wandelen”, noemde Paulus allereerst „de vruchteloosheid van hun denken” (Efeziërs 4:17). Wat betekent dat? Het woord dat met „vruchteloosheid” is vertaald, duidt volgens The Anchor Bible op „leegheid, zinloosheid, ijdelheid, dwaasheid, doelloosheid en frustratie”. Paulus liet derhalve uitkomen dat de roem en glorie van de Griekse en Romeinse wereld misschien wel indrukwekkend geleken kan hebben, maar dat het in werkelijkheid leeg, dwaas en doelloos was die na te jagen. Zij die hun hart op roem en glorie zetten, zouden uiteindelijk niets dan frustratie en teleurstelling oogsten. Hetzelfde beginsel gaat op met betrekking tot de wereld van vandaag.
8. In welke opzichten zijn de dingen die de wereld nastreeft vruchteloos?
8 De wereld heeft haar intellectuelen en haar elite, naar wie mensen opzien voor antwoorden op diepgaande vragen zoals wat de oorsprong en het doel van het leven en de bestemming van de mensheid is. Maar wat voor inzicht en leiding hebben zij te bieden? Atheïsme, agnosticisme, evolutie en een menigte andere verwarrende en tegenstrijdige ideeën en theorieën, die niet verlichtender zijn dan de rituelen en bijgelovigheden uit het verleden. Veel dingen die men in de wereld najaagt, lijken ook een mate van voldoening en bevrediging te bieden. De mensen spreken over succes en prestaties in de wetenschap, kunst, muziek, sport, politiek, enzovoort. Zij scheppen genot in hun vluchtige momenten van vermaardheid. Niettemin staan de annalen van de geschiedenis en de hedendaagse kronieken vol met vergeten helden. Dat alles is niets dan leegheid, zinloosheid, ijdelheid, dwaasheid, doelloosheid en frustratie.
9. Tot het najagen van welke vruchteloze dingen keren velen zich?
9 Velen die inzien hoe vruchteloos het streven naar zulke dingen is, keren zich tot materialistische bezigheden — geld vergaren en de dingen aanschaffen die voor geld te koop zijn — en maken het streven naar deze dingen tot het doel in hun leven. Zij zijn ervan overtuigd dat geluk voortspruit uit rijkdom, bezittingen en het najagen van genoegens. Niet alleen zetten zij hun zinnen daarop, maar zij zijn ook bereid er alles voor op te offeren — hun gezondheid, hun gezin en zelfs hun geweten. Wat is het gevolg? In plaats van voldoening te vinden, hebben zij „zich overal met vele pijnen doorboord” (1 Timotheüs 6:10). Geen wonder dat Paulus wegens de vruchteloosheid van zo’n denkwijze zijn medechristenen op het hart drukte niet langer te wandelen zoals de natiën dit doen.
10. Hoe zijn mensen in de wereld „verduisterd . . . in hun verstand”?
10 Teneinde duidelijk te maken dat de wereld niets bezit wat benijdenswaardig of navolgenswaardig is, zei Paulus vervolgens dat zij „verduisterd . . . zijn in hun verstand” (Efeziërs 4:18). Natuurlijk heeft de wereld intelligente en kundige mensen op vrijwel elk terrein van menselijke inspanning. Toch zei Paulus dat zij verduisterd zijn in hun verstand. Waarom? Zijn opmerkingen slaan niet op hun verstandelijke know-how of vermogens. De term „verstand” kan ook betrekking hebben op het centrum van het waarnemingsvermogen van de mens, de zetel van het begrip, de innerlijke mens. Zij zijn verduisterd omdat zij bij hun inspanningen geen licht hebben dat hen leidt, noch enig richtinggevoel. Dit blijkt uit hun warrige besef van goed en kwaad. De mensen kunnen wel denken dat de tegenwoordige kritiekloze alles-mag-geestesgesteldheid verlicht is, maar in werkelijkheid is volgens Paulus die geestesgesteldheid verduisterd. In geestelijk opzicht tasten zij in volslagen duisternis rond. — Job 12:25; 17:12; Jesaja 5:20; 59:6-10; 60:2; vergelijk Efeziërs 1:17, 18.
11. Wat is de oorzaak van de geestelijke duisternis in de wereld?
11 Hoe komt het dat mensen in zo veel dingen intelligent en zelfs briljant kunnen zijn, en toch in geestelijke duisternis verkeren? In 2 Korinthiërs 4:4 gaf Paulus ons het antwoord: „De god van dit samenstel van dingen [heeft] de geest van de ongelovigen . . . verblind opdat het verlichtende licht van het glorierijke goede nieuws over de Christus, die het beeld van God is, niet zou doorschijnen.” Wat een kostbare zegen is het dat de geest, of het denken, van degenen die het glorierijke goede nieuws aanvaarden, veranderd en hun hart verlicht is!
Onwetende en ongevoelige harten
12. In welk opzicht is de wereld „vervreemd van het leven dat God toebehoort”?
12 Teneinde ons nog beter te helpen inzien waarom ons denken veranderd en ons hart verlicht moet worden, vestigde Paulus onze aandacht op het feit dat de weg van de wereld „vervreemd [is] van het leven dat God toebehoort” (Efeziërs 4:18). Niet dat mensen niet meer in God geloven of volledig godloos zijn geworden. Een krantencolumnist drukte het als volgt uit: „Laten wij in plaats van het woord godloos een nieuw woord bedenken: God-arm. Mensen die God-arm zijn, willen wel met de eer strijken dat zij in de Godheid geloven, maar houden Hem terzelfder tijd opgesloten in een doos, waar zij Hem alleen op zondagochtend uit laten komen zonder Hem ooit te vergunnen Zijn invloed te doen gelden op hun politieke wereldbeschouwing of hun persoonlijke leven tussen de zondagen in. [Zij] geloven wel min of meer in God, maar denken niet dat Hij op het gebied van de hedendaagse samenleving veel te zeggen heeft.” Paulus bracht het in zijn brief aan de Romeinen als volgt tot uitdrukking: „Hoewel zij God kenden, hebben zij hem niet als God verheerlijkt, noch hebben zij hem gedankt” (Romeinen 1:21). Elke dag zien wij mensen die door het leven gaan zonder ook maar één enkele gedachte aan God te wijden. Stellig eren of danken zij hem niet.
13. Wat is „het leven dat God toebehoort”?
13 De uitdrukking „het leven dat God toebehoort” is betekenisvol. Hierdoor wordt nog verder aangetoond hoe mentale en geestelijke duisternis de mensen verwart in hun besef van waarden. Het Griekse woord dat hier met „leven” is vertaald, is niet biʹos (waarvan woorden zijn afgeleid als „biologie” en „biografie”), dat levenswijze of levensstijl betekent. Het is daarentegen zoʹe (waarvan woorden zijn afgeleid als „Zoo” (Dierentuin) en „zoölogie”). Het betekent „leven als beginsel, leven in de absolute zin, leven zoals God het heeft. . . . Van dit leven is de mens vervreemd geraakt tengevolge van de zondeval” (Vine’s Expository Dictionary of Old and New Testament Words). Paulus vertelde ons derhalve dat mentale en geestelijke duisternis de mensen in de wereld niet alleen tot verderf in het vlees heeft gebracht, maar hen ook heeft gescheiden van de door God in het vooruitzicht gestelde hoop op eeuwig leven (Galaten 6:8). Hoe dat zo? Paulus gaf ons vervolgens de redenen.
14. Wat is één reden waarom de wereld vervreemd is van het leven dat God toebehoort?
14 In de eerste plaats zei hij dat dit zo is „wegens de onwetendheid die in hen is” (Efeziërs 4:18). De zinsnede „die in hen is” beklemtoont dat de onwetendheid niet te wijten is aan een gebrek aan gelegenheid, maar aan een moedwillig verwerpen van de kennis van God. Andere weergaven van deze zinsnede zijn: „hun inherente weigering God te kennen” (The Anchor Bible); „zonder kennis omdat zij hun hart ervoor hebben gesloten” (Jerusalem Bible). Omdat zij nauwkeurige kennis van God verwerpen of opzettelijk van de hand wijzen, hebben zij geen basis om het soort van leven te verwerven dat Jehovah aanbiedt aan hen die geloof oefenen in zijn Zoon, die gezegd heeft: „Dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus.” — Johannes 17:3; 1 Timotheüs 6:19.
15. Wat draagt ertoe bij dat deze wereld vervreemd is van het leven dat God toebehoort?
15 Nog een reden waarom de wereld in het algemeen vervreemd is van het leven dat God toebehoort, is volgens Paulus „de ongevoeligheid van hun hart” (Efeziërs 4:18). „Ongevoeligheid” heeft hier de grondbetekenis van een verharding, als met eelt bedekt. Wij weten allemaal hoe eelt ontstaat. Eerst is de huid misschien zacht en gevoelig, maar wanneer ze herhaaldelijk aan een zekere druk of wrijving wordt blootgesteld, wordt ze hard en dik, ze vormt eelt. De irritatie wordt dan niet meer gevoeld. Evenzo worden mensen niet geboren met een verhard of vereelt hart zodat zij automatisch zonder gevoel jegens God zijn. Maar omdat wij in de wereld leven en aan de geest daarvan blootgesteld zijn, duurt het niet lang of het hart raakt vereelt of verhard indien het niet beveiligd wordt. Daarom waarschuwde Paulus: „Past op . . . opdat niemand van u wordt verhard door de bedrieglijke kracht der zonde” (Hebreeën 3:7-13; Psalm 95:8-10). Hoe dringend noodzakelijk is het daarom dat onze geest veranderd blijft en ons hart verlicht!
’Elk zedelijkheidsbegrip verloren’
16. Wat is het gevolg van de geestelijke duisternis waarin de wereld verkeert en van de vervreemding van het leven dat God toebehoort?
16 Het gevolg van die duisternis en vervreemding wordt samengevat in Paulus’ volgende woorden: „Daar zij elk zedelijkheidsbegrip hebben verloren, hebben zij zich overgegeven aan een losbandig gedrag om hebzuchtig allerlei onreinheid te bedrijven” (Efeziërs 4:19). De zinsnede „daar zij elk zedelijkheidsbegrip hebben verloren” betekent letterlijk „daar zij geen pijn meer voelen”, dat wil zeggen, morele pijn. Zo ontstaat een vereelt hart. Wanneer het zich niet meer door het geweten geplaagd voelt en geen besef meer heeft van verantwoordelijkheid tegenover God, vallen de remmen weg. Zo kwam het dat zij, zoals Paulus zei, ’zich hebben overgegeven’ aan losbandig gedrag en onreinheid. Het is een weloverwogen, opzettelijke stap. „Losbandig gedrag”, zoals de uitdrukking in de bijbel wordt gebruikt, duidt op een brutale, schaamteloze houding, die getuigt van minachting voor wet en autoriteit. Evenzo heeft de uitdrukking „allerlei onreinheid” niet alleen betrekking op seksuele perversies, maar ook op de verdorven dingen die in de naam van religie worden bedreven, zoals de vruchtbaarheidsriten en ceremoniën die plaatsvonden in de tempel van Artemis in Efeze, waarvan de lezers van Paulus’ brief goed op de hoogte waren. — Handelingen 19:27, 35.
17. Waarom zei Paulus dat mensen die elk zedelijkheidsbegrip hebben verloren, „hebzuchtig” zondigen?
17 Alsof ongebreideld toegeven aan losbandig gedrag en allerlei onreinheid nog niet erg genoeg waren, voegt Paulus eraan toe dat zulke personen „hebzuchtig” handelen. Wanneer mensen die nog een mate van zedelijkheidsbegrip hebben een zonde begaan, kunnen zij tenminste berouw voelen en hun best doen om niet in herhaling te vervallen. Maar zij die „elk zedelijkheidsbegrip hebben verloren”, zondigen „hebzuchtig” („en vragen nog om meer”, The Anchor Bible). Een radiocommentator drukte het eens als volgt uit: „Als je vanavond de bloemetjes buitenzet, wil je morgenavond de bomen buitenzetten.” Zij begeven zich gretig in een neerwaartse spiraal tot zij in de diepste ontaarding verzinken — en zien daar volstrekt geen kwaad in. Wat een nauwkeurige schildering van „de wil van de natiën”! — 1 Petrus 4:3, 4.
18. Vat in het kort samen wat voor beeld Paulus schilderde van de mentale en geestelijke toestand van de wereld.
18 In slechts drie verzen, Efeziërs 4:17-19, legt Paulus aldus de werkelijke morele en geestelijke toestand van de wereld bloot. Hij wijst erop dat de door wereldse denkers gepropageerde ideeën en theorieën en het onafgebroken najagen van rijkdom en genoegens totaal vruchteloos zijn. Hij maakt duidelijk dat de wereld zich tengevolge van mentale en geestelijke duisternis in een moreel moeras bevindt en steeds dieper wegzinkt. Ten slotte is de wereld door haar zelfopgelegde onwetendheid en ongevoeligheid hopeloos vervreemd geraakt van het leven dat God toebehoort. Wij hebben beslist goede redenen om niet te blijven wandelen zoals ook de natiën wandelen!
19. Welke essentiële vragen moeten nog beschouwd worden?
19 Hoe kunnen wij, aangezien een verduisterd verstand en hart de oorzaak is dat de wereld van Jehovah God vervreemd geraakt is, alle duisternis uit onze geest en ons hart bannen? Ja, wat dienen wij te doen opdat wij als kinderen van het licht kunnen blijven wandelen en Gods gunst kunnen behouden? Dit zal in het volgende artikel worden beschouwd.
Kunt u dit uitleggen?
◻ Wat bracht Paulus ertoe de krachtige in Efeziërs 4:17-19 opgetekende raad te geven?
◻ Waarom zijn de wegen van de wereld vruchteloos en verduisterd?
◻ Wat wordt bedoeld met de uitdrukking „vervreemd van het leven dat God toebehoort”?
◻ Wat zijn de gevolgen van een verduisterd verstand en een ongevoelig hart?
[Illustraties op blz. 9]
De stad Efeze was berucht om haar morele decadentie en haar afgodenaanbidding
1. Romeinse gladiator te Efeze
2. Ruïne van de tempel van Artemis
3. Theater in Efeze
4. Artemis van Efeze, vruchtbaarheidsgodin
[Illustratie op blz. 10]
Welk inzicht heeft de elite van de wereld te bieden?
Nero
[Verantwoording]
Musei Capitolini, Rome