De Gileadschool — Vijftig jaar oud en nog in opperbeste conditie!
„ER ZIJN veel plaatsen waar nog niet veel getuigenis over het Koninkrijk is gegeven”, zei N. H. Knorr op 1 februari 1943, de openingsdag van de Gileadschool, tegen de eerste klas. Hij voegde eraan toe: „Er moeten er nog honderden en duizenden meer bereikt kunnen worden indien er meer werkers in het veld zouden zijn. Door de genade van de Heer zullen er meer werkers komen.”
En er zijn meer werkers gekomen — miljoenen meer! De gelederen van Koninkrijksverkondigers zijn van 129.070 in 54 landen in 1943 toegenomen tot 4.472.787 in 229 landen in 1992! De Gileadschool heeft zeer veel bijgedragen tot het getuigenis waardoor die toename tot stand is gebracht. Na vijftig jaar speelt de school nog steeds een belangrijke rol doordat er zendingswerkers worden opgeleid om te dienen waar zij in het wereldomvattende veld ook maar nodig zijn.
Op 7 maart 1993 waren 4798 genodigde gasten en leden van de Bethelfamilie van de Verenigde Staten in de congreshal in Jersey City (New Jersey, VS) voor de graduatie van de 94ste klas bijeengekomen. Deze werkelijk bijzondere gebeurtenis bood tevens de gelegenheid om terug te kijken op vijftig jaar Gileadschool. Zou u graag iets van het programma horen?
Na een openingslied zond George D. Gangas van het Besturende Lichaam een vurig gebed op. Vervolgens, na inleidende opmerkingen van de voorzitter, Carey W. Barber, luisterden de afgestudeerden — en alle aanwezigen — aandachtig naar een aantal korte lezingen.
Robert W. Wallen sprak als eerste, over het thema „Je bent nooit alleen”. Op warme toon zei hij: ’In de tijd die voor je ligt, zullen er in je leven momenten komen waarop je je o zo alleen zult voelen, heel ver weg van familie en vrienden.’ Waarom kan er dan gezegd worden: „Je bent nooit alleen”? Hij legde uit: ’Omdat jullie allemaal over de mogelijkheid beschikken om onmiddellijk met Jehovah God te communiceren.’ Hij spoorde de afgestudeerden aan om het voorrecht van het gebed hoog te schatten en er dagelijks gebruik van te maken. Dan zullen zij, net als Jezus, kunnen zeggen: ’Ik ben niet alleen’ (Johannes 16:32). Wat waren die woorden aanmoedigend voor de afgestudeerden!
In zijn bespreking van het thema „Houd vast aan je hoop” (gebaseerd op de dagtekst van 7 maart) sprak Lyman A. Swingle van het Besturende Lichaam vervolgens over het belang van twee hoedanigheden — volharding en hoop. ’Smaad, vijandigheid, haat, gevangenzetting, zelfs de dood zijn redenen waarom christenen volharding nodig hebben’, zei hij. ’Er is geen limiet aan de kracht die datgene wat normaal is te boven gaat, waarop getrouwe getuigen van Jehovah in tijden van nood een beroep kunnen doen. Dit is beslist geruststellend, vooral voor jullie, afgestudeerden.’ Wat werd er over hoop gezegd? ’Hoop is onmisbaar’, verklaarde hij. ’Zoals een helm iemands hoofd beschermt, zo beveiligt en beschermt de hoop der redding de geestelijke vermogens van een christen, waardoor hij zijn rechtschapenheid kan bewaren.’ — 1 Thessalonicenzen 5:8.
De volgende spreker, Ralph E. Walls, koos een intrigerend thema: „Hoe kunnen wij ontkomen naar de veiligheid van een ’ruime plaats’?” Wat is deze „ruime plaats”? (Psalm 18:19) „Een toestand van bevrijding die gemoedsrust en een gevoel van veiligheid tot gevolg heeft”, legde de spreker uit. Waarvan moeten wij bevrijd worden? ’Van jezelf — je eigen tekortkomingen.’ Hij zei verder: ’Ook van uiterlijke omstandigheden die door Satan worden veroorzaakt’ (Psalm 118:5). Hoe kunnen wij ontkomen naar de veiligheid van een ruime plaats? ’Door in alles wat wij doen Jehovah’s bevelen te zoeken en door in geloof in verband met al onze zorgen smeekbeden tot Jehovah te richten.’
„Wat zal de toekomst jullie brengen?” was het thema dat Don A. Adams had gekozen. En wat zou de toekomst de nieuwe zendelingen brengen? Een tijd van aanpassing, verklaarde hij. „Er staan jullie ook veel zegeningen te wachten.” Als voorbeeld vertelde hij de ervaring van twee nieuwe zendelingen die nadat zij zich in hun toewijzing hadden gesetteld, schreven: „Denk eens aan de beste dag die je ooit in de dienst hebt meegemaakt, en zo is nu elke dag. Wij hebben nooit genoeg lectuur bij ons, en de mensen blijven ons om studie vragen.” De spreker richtte enkele opmerkingen tot de familie en vrienden van de afgestudeerden: ’Het is niet nodig dat jullie bezorgd zijn voor deze afgestudeerden. Jullie kunnen hen helpen door hun aanmoedigende woorden te schrijven.’ — Spreuken 25:25.
Vervolgens spraken de leraren van de school. Jack D. Redford koos het thema: „Verwacht van niemand iets”. Een van de uitdagingen waarmee de afgestudeerden te maken zullen krijgen, is het kunnen opschieten met mensen, legde hij uit. Wat kan daarbij een hulp zijn? „Zie hun fouten door de vingers. Verwacht niet te veel van andere mensen. Verwacht niet altijd het volle deel van wat je naar jouw mening toekomt. Houd rekening met de onvolmaaktheden van andere mensen, en deze vriendelijkheid zal je helpen met hen te kunnen opschieten. Of je met andere mensen kunt opschieten, zal een maatstaf zijn voor je rijpheid” (Spreuken 17:9). Door deze wijze raad toe te passen, zullen de afgestudeerden beslist geholpen worden zich goed aan te passen als zendelingen in een vreemd land!
„Wij hebben deze schat . . . in aarden vaten”, staat in 2 Korinthiërs 4:7. Ulysses V. Glass, het administratieve hoofd van de Gileadschool, gaf commentaar op deze tekst terwijl hij over het thema sprak: „Heb vertrouwen in je beproefde, getrouwe broeders”. Wat zijn de „aarden vaten”? „Deze moeten op ons als onvolmaakte mensen betrekking hebben”, merkte hij op. Wat is de „schat”? „Dat is onze christelijke bediening”, verklaarde hij (2 Korinthiërs 4:1). En wat moet er met deze schat worden gedaan? „De schat die Jehovah ons heeft toevertrouwd, mag niet opgeslagen worden. Dus, geliefde toekomstige zendelingen, verspreid die schat waar je ook bent, en leer vele anderen die schat te verspreiden.”
Het was een nostalgisch moment toen Albert D. Schroeder het podium op kwam, want hij was het administratieve hoofd van de school toen die werd opgericht. „Een halve eeuw theocratische opleiding”, was zijn thema. „Jehovah weet hoe hij een doeltreffende opleiding moet geven, en dat heeft hij ook gedaan”, zei hij. Hoe? Broeder Schroeder maakte melding van de opleiding die is geboden door twee scholen die vijftig jaar geleden werden opgericht — de theocratische bedieningsschool en de Gileadschool. Hij bracht naar voren dat de Nieuwe-Wereldvertaling een waardevol hulpmiddel is geweest bij het verschaffen van nauwkeurige kennis. Hij verzekerde de afgestudeerden: „Jullie kunnen naar jullie buitenlandse toewijzing gaan met het vaste vertrouwen dat het Genootschap jullie goed zal blijven voorzien van nauwkeurige kennis van Jehovah’s voornemens.”
Milton G. Henschel, president van de Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, sprak over het thema: „Meer dan overwinnaars”. Broeder Henschel baseerde zijn thema op de jaartekst voor 1943: „Meer dan overwinnaars door bemiddeling van hem die ons heeft liefgehad” (Romeinen 8:37, King James Version). Dat was een toepasselijke jaartekst, zette hij uiteen, want terwijl de Tweede Wereldoorlog woedde, ondervonden onze broeders en zusters in veel landen zware vervolging. Broeder Henschel las enkele passages voor uit The Watchtower die deze jaartekst besprak en verklaarde toen: „Dit Watchtower-artikel [15 januari 1943] werd in de maand februari door de eerste Gileadklas bestudeerd, en het bereidde hen voor op wat komen zou.” Veel van degenen die gedurende de afgelopen vijftig jaar zijn afgestudeerd, hebben er al blijk van gegeven overwinnaars te zijn, zei hij. Hoe staat het met de 94ste klas? „Blijf dicht bij Jehovah, blijf dicht bij zijn liefde, en je overwinning is verzekerd.”
Na afloop van de toespraken van die ochtend bracht de voorzitter enkele groeten over uit verschillende landen. Toen was het moment aangebroken waarnaar de 24 echtparen vurig hadden uitgekeken — het uitreiken van de diploma’s. Ja, de Gilead-studenten waren nu officieel Gilead-afgestudeerden! Zij waren afkomstig uit vijf landen, maar hun toewijzingen zouden hen naar zeventien landen brengen, waaronder Hong Kong, Taiwan, Mozambique en delen van Oost-Europa.
Na een onderbreking begon het middagprogramma met een verkorte Wachttoren-studie, geleid door Robert L. Butler. Daarna speelden de afgestudeerden enkele opmerkelijke ervaringen na die zij hadden meegemaakt toen zij in de buurt van Wallkill (New York) getuigenis gaven. Het programma weerspiegelde een van de dingen die hen ongetwijfeld naar Gilead hadden gebracht — hun diepe liefde voor de velddienst.
Na het onderdeel van de studenten vroegen veel toehoorders zich af of het programma iets speciaals zou brengen om stil te staan bij het vijftigjarig bestaan van de Gileadschool. Zij werden niet teleurgesteld! — Zie bijgaand kader: „Een overzicht van 50 jaar Gileadschool”.
Vijftig jaar geleden toonde broeder Knorr dat hij een man van geloof was en een vooruitziende blik had. Zijn overtuiging dat de Gileadschool een succes zou worden, kwam tot uiting in zijn openingstoespraak tot de eerste klas, toen hij zei: „Wij geloven dat er, in overeenstemming met de naam van de school, van deze plaats een ’getuigenishoop’ tot alle delen van de wereld zal uitgaan en dat dit getuigenis als een monument tot heerlijkheid van God zal dienen dat nooit vernietigd kan worden. Jullie zullen als geordineerde bedienaren volledig op de Allerhoogste vertrouwen, omdat jullie weten dat hij jullie in tijden van nood altijd zal leiden en richten, en jullie zullen tevens ervaren dat hij ook de God van zegening is.”a
Vijftig jaar later is de Gileadschool nog in opperbeste conditie! De afgestudeerden van de 94ste klas hebben nu het voorrecht in de voetstappen te treden van de meer dan 6500 afgestudeerden die hun zijn voorgegaan. Mogen zij volledig op de Allerhoogste vertrouwen terwijl zij hun aandeel leveren aan het opstapelen van een „getuigenishoop” die als een monument zal dienen tot heerlijkheid van Jehovah God.
[Voetnoot]
a In het Hebreeuws betekent het woord „Gilead” „Getuigenishoop”. — Genesis 31:47, 48.
[Kader op blz. 25]
Statistiek van de klas
Totaal aantal studenten: 48
Aantal vertegenwoordigde landen: 5
Aantal landen waaraan toegewezen: 17
Gemiddelde leeftijd: 32
Gemiddelde jaren in de waarheid: 15,3
Gemiddelde jaren in de volle-tijddienst: 9,6
[Kader op blz. 26, 27]
EEN OVERZICHT VAN 50 JAAR GILEADSCHOOL
Hoe kunnen wij beter terugkijken op de geschiedenis van Gilead dan door middel van de ervaringen van degenen die de school hebben meegemaakt — de eerste afgestudeerden, de leraren, en anderen die geholpen hebben bij het organiseren van de school? De toehoorders luisterden met genoegen naar het onderdeel „Een overzicht van 50 jaar Gileadschool”, geleid door Theodore Jaracz.
Hoe waren de omstandigheden die voorafgingen aan de oprichting van de school? Broeder Schroeder zette uiteen dat hij en twee andere leraren maar vier maanden de tijd hadden gekregen om de school te organiseren. „Maar op maandag 1 februari 1943 waren wij klaar voor de inwijding.”
Hoe was het voor de eerste zendelingen die werden uitgezonden? Broeder Henschel vertelde: „Wij lieten alle bezittingen die de zendelingen met zich mee wilden nemen door de verzendafdeling van het Genootschap in kisten pakken. Toen de kisten arriveerden, openden zij ze voorzichtig en haalden hun bezittingen eruit. Maar daarna gebruikten zij de kisten om er meubels van te maken.” Later, zo merkte hij op, zorgde het Genootschap voor bescheiden ingerichte zendelingenhuizen.
Het onderdeel vervolgde met enkele afgestudeerden van de eerste klassen van Gilead, nu leden van de Bethelfamilie van de Verenigde Staten, die hun herinneringen, gevoelens en ervaringen vertelden. Hun commentaren raakten werkelijk het hart van alle aanwezigen.
„Nadat ik de uitnodiging had ontvangen om de eerste klas bij te wonen, hoorde ik dat mijn moeder kanker had. Maar aangezien zij vanaf haar zestiende had gepionierd, raadde zij mij met klem aan de uitnodiging te aanvaarden. Ik reisde dus met gemengde gevoelens en vertrouwen in Jehovah naar South Lansing. Ik genoot met volle teugen van de Gileadopleiding en had er diepe waardering voor. Mijn moeder beëindigde haar aardse loopbaan enige tijd na mijn graduatie.” — Charlotte Schroeder, diende in Mexico en El Salvador.
„Aangezien Jehovah al voor mij had gezorgd in het deel van de aarde waar ik woonde, bedacht ik dat waar ik ook heen zou gaan, het nog steeds zijn aarde was, en hij voor mij zou zorgen. Ik was dus heel blij de uitnodiging voor de eerste klas te kunnen aanvaarden.” — Julia Wildman, diende in Mexico en El Salvador.
„Het was schitterend! Wij konden aan elke deur een gesprek voeren. De eerste maand verspreidde ik 107 boeken en leidde ik 19 bijbelstudies. De tweede maand had ik 28 bijbelstudies. Natuurlijk waren er dingen waaraan wij moesten wennen — hitte, vochtigheid, insekten. Maar het was een schitterend voorrecht om daar te zijn. Die herinnering zal ik altijd blijven koesteren.” — Mary Adams, tweede klas, over haar toewijzing in Cuba.
„Het weer was een van de grootste hindernissen waar wij in Alaska mee te kampen hadden. In het noorden was het heel erg koud, met temperaturen die tot –50 °C en lager daalden. De indianendorpen en kleine afgelegen plaatsen in het zuidoosten van Alaska bereikten wij per boot of per vliegtuig.” — John Errichetti, derde klas.
„Voor mij was Gilead een uitnodiging van Jehovah door middel van zijn aardse organisatie om ons geestelijk te sterken en ons een prachtige levenswijze te tonen.” — Mildred Barr, elfde klas, diende in Ierland.
Er volgden nog meer schitterende interviews — Lucille Henschel (14de klas, diende in Venezuela), Margareta Klein (20ste klas, diende in Bolivia), Lucille Coultrup (24ste klas, diende in Peru), Lorraine Wallen (27ste klas, diende in Brazilië), William en Sandra Malenfant (34ste klas, dienden in Marokko), Gerrit Lösch (41ste klas, diende in Oostenrijk), en David Splane (42ste klas, diende in Senegal).
Hoe staat het met de broeders die als leraar dienden? Een aantal van hen werd ook geïnterviewd — Russell Kurzen, Karl Adams, Harold Jackson, Fred Rusk, Harry Peloyan, Jack Redford en Ulysses Glass. Zij spraken over hun voorrecht en brachten onder woorden hoe het hen tot op deze dag heeft beïnvloed.
Een opwindend bewijs van de doeltreffendheid van de op Gilead opgeleide zendelingen werd gegeven door Lloyd Barry, die in Japan heeft gediend. In 1949, toen daar 15 zendelingen naar toe werden gestuurd, waren er in heel Japan nog geen 10 verkondigers. Maar 44 jaar later zijn er in dat land meer dan 175.000 Koninkrijksverkondigers! Robert Wallen vertelde vervolgens welk opmerkelijk succes sommige zendelingen hebben gehad bij het helpen van mensen om in de waarheid te komen, onder wie een zendelinge die al meer dan 45 jaar in Panama is en 125 personen tot het punt van opdracht en doop heeft geholpen.
Het hoogtepunt van het hele programma werd bereikt toen alle toehoorders die afgestudeerden van Gilead waren, werden uitgenodigd om op het podium te komen. Het was werkelijk een ontroerend moment. Een voortdurende stroom van broeders en zusters — naast bezoekende afgestudeerden nog 89 afgestudeerden in de Bethelfamilie — die door de gangpaden liepen, de trappen naar het podium op. De broeders die door de jaren heen als leraren hebben gediend, voegden zich bij hen, en vervolgens ook de 94ste klas — ongeveer 160 personen in totaal!
„Is het werk van de Gileadschool in het opleiden van zendelingen voor andere landen een onverdeeld succes geweest?”, vroeg broeder Jaracz. „Het bewijs van de afgelopen vijftig jaar vormt een overweldigend ja!”
[Illustratie op blz. 25]
94ste afstuderende klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead
In onderstaande lijst zijn de rijen genummerd van voor naar achter en staan de namen per rij van links naar rechts vermeld.
(1) C. De La Garza; E. Borg; E. Arriaga; E. Chooh; D. Purves; A. Fosberry; A. Delgado; L. Drescher (2) V. Scott; L. Fridlund; S. Kettula; D. Copeland; J. Arriaga; J. Thidé; E. Olsson; S. Widegren (3) F. Delgado; S. Keegan; A. Leinonen; E. Finnigan; F. Fosberry; J. Halbrook; A. Berglund; P. Jones (4) B. Watson; C. Frias; B. Chooh; J. Halbrook; J. Purves; S. Finnigan; A. Jones; M. Cuccia (5) G. Scott; D. Copeland; B. Drescher; R. De La Garza; I. Leinonen; D. Keegan; T. Watson; M. Kettula (6) J. Widegren; S. Borg; L. Cuccia; A. Berglund; B. Olsson; J. Frias; T. Fridlund; P. Thidé