Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w95 1/8 blz. 14-19
  • Tot op de huidige dag door Jehovah onderwezen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Tot op de huidige dag door Jehovah onderwezen
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1995
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Ideale Leraar-leerlingverhouding
  • Een uitgebreid onderwijsprogramma
  • Op gemeentevergaderingen onderwezen
  • Op grotere vergaderingen onderwezen
  • Door God onderwezen om te onderwijzen
  • Onderwezen om Jehovah’s wil te doen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1996
  • Jehovah — Een God die onderwijst
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1995
  • ’Gij moet eigenlijk leraren zijn’
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
  • Bekwaam om met vertrouwen te onderwijzen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1958
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1995
w95 1/8 blz. 14-19

Tot op de huidige dag door Jehovah onderwezen

„Jehovah zelf heeft mij de tong der onderwezenen gegeven.” — JESAJA 50:4.

1, 2. (a) Waarop bereidde Jehovah zijn meest geliefde leerling voor, en met welk resultaat? (b) Hoe erkende Jezus de Bron van zijn onderwijzingen?

JEHOVAH GOD is reeds een Onderwijzer vanaf het moment dat hij Vader werd. Enige tijd nadat enkele van zijn kinderen in opstand waren gekomen, bereidde hij zijn meest geliefde leerling, zijn Eerstgeborene, op een bediening op aarde voor (Spreuken 8:30). In de profetie van Jesaja hoofdstuk 50 verschijnt deze leerling ten tonele en horen wij hem zeggen: „De Soevereine Heer Jehovah zelf heeft mij de tong der onderwezenen gegeven, opdat ik de vermoeide met een woord weet te antwoorden” (Jesaja 50:4). Doordat Jezus toen hij op aarde was het onderwijs van zijn Vader toepaste, was hij een bron van verkwikking voor allen die ’vermoeid en zwaar beladen’ waren. — Mattheüs 11:28-30.

2 Jezus heeft in de eerste eeuw vele krachtige werken verricht. Hij opende de ogen van de blinden en wekte zelfs de doden op, maar toch stond hij bij zijn tijdgenoten in de eerste plaats bekend als een onderwijzer of leraar. Zowel zijn volgelingen als zijn tegenstanders noemden hem leraar (Mattheüs 8:19; 9:11; 12:38; 19:16; Johannes 3:2). Jezus eiste nooit de eer op voor wat hij onderwees, maar erkende nederig: „Wat ik leer, is niet van mij, maar behoort hem toe die mij heeft gezonden.” „Deze dingen spreek ik zoals de Vader mij heeft geleerd.” — Johannes 7:16; 8:28; 12:49.

Ideale Leraar-leerlingverhouding

3. Hoe wijst Jesaja’s profetie op Jehovah’s belangstelling voor degenen die hij onderwijst?

3 Een uitmuntend leraar heeft een persoonlijke, gewetensvolle en liefdevolle belangstelling voor zijn leerlingen. Jesaja hoofdstuk 50 onthult dat Jehovah God zo’n belangstelling heeft voor degenen die hij onderwijst. „Hij wekt morgen aan morgen”, merkt de profetie op, „hij wekt mij het oor om te horen gelijk de onderwezenen” (Jesaja 50:4). De hier gebezigde taal doet denken aan een leraar die zijn leerlingen ’s ochtends vroeg wekt om hen te onderwijzen. In een commentaar op de toepassing van de profetie merkte een bijbelgeleerde op: „De gedachte is dat de Verlosser . . . iemand zou zijn die als het ware onderwijs ontving op de school van God en die de bekwaamheid zou bezitten om onderricht aan anderen door te geven. . . . De Messias zou, als gevolg van Goddelijk onderwijs, uitermate geschikt zijn om de onderwijzer van de mensheid te zijn.”

4. Hoe reageerde Jezus op het onderwijs van zijn Vader?

4 In het ideale geval staan leerlingen open voor het onderwijs van hun onderwijzer. Hoe reageerde Jezus op het onderwijs van zijn Vader? Zijn reactie was in harmonie met wat wij in Jesaja 50:5 lezen: „De Soevereine Heer Jehovah zelf heeft mij het oor geopend, en ik, van mijn kant, was niet weerspannig. Ik keerde mij niet in de tegenovergestelde richting.” Ja, Jezus was bijzonder leergierig. Hij was, zoals het gezegde luidt, een en al oor. Meer dan dat, hij was bereid om alles te doen wat zijn Vader hem maar vroeg. Hij was niet weerspannig; in plaats daarvan zei hij: „Niet mijn wil, maar de uwe geschiede.” — Lukas 22:42.

5. (a) Waardoor wordt te kennen gegeven dat Jezus van tevoren wist welke beproevingen hij op aarde zou ondergaan? (b) Hoe ging de in Jesaja 50:6 opgetekende profetie in vervulling?

5 De profetie geeft te kennen dat de Zoon wist wat het doen van Gods wil voor hem zou inhouden. Dit blijkt uit wat de onderwezene zegt: „Mijn rug gaf ik aan hen die sloegen, en mijn wangen aan hen die het haar uittrokken. Mijn aangezicht verborg ik niet voor smadelijke bejegeningen en speeksel” (Jesaja 50:6). Zoals de profetie te kennen geeft, werd Jezus op aarde wreed behandeld. „Zij [spuwden] hem in het gezicht”, schreef de apostel Mattheüs. „Anderen sloegen hem in het gezicht” (Mattheüs 26:67). Dit overkwam hem in de paschanacht in 33 G.T. door toedoen van religieuze leiders. De volgende dag gaf Jezus zijn rug aan hen die sloegen, want de Romeinse soldaten ranselden hem onbarmhartig af voordat zij hem aan een paal hingen om te sterven. — Johannes 19:1-3, 16-23.

6. Waaruit blijkt dat Jezus nooit het vertrouwen in zijn Onderwijzer verloor, en hoe werd zijn vertrouwen beloond?

6 De Zoon, die van tevoren goed was onderricht, verloor nooit het vertrouwen in zijn Onderwijzer. Dit blijkt uit wat hij volgens de profetie vervolgens zegt: „De Soevereine Heer Jehovah zelf zal mij helpen. Daarom zal ik mij niet te schande gemaakt hoeven voelen” (Jesaja 50:7). Jezus’ vertrouwen in de hulp van zijn Onderwijzer werd rijkelijk beloond. Zijn Vader verhoogde hem en zegende hem met een superieure positie boven die van alle andere dienstknechten van God (Filippenzen 2:5-11). Ook voor ons zijn grootse zegeningen weggelegd als wij gehoorzaam vasthouden aan Jehovah’s onderwijs en ons niet „in de tegenovergestelde richting” keren. Laten wij eens zien hoe dat onderwijs tot op onze tijd beschikbaar is gesteld.

Een uitgebreid onderwijsprogramma

7. Hoe heeft Jehovah zijn onderwijzingswerk op aarde voortgang doen vinden?

7 Zoals wij reeds opmerkten, heeft Jehovah zijn aardse Vertegenwoordiger, Jezus Christus, gebruikt om in de eerste eeuw goddelijk onderwijs te geven (Johannes 16:27, 28). Jezus wees voortdurend op Gods Woord als de autoriteit voor zijn onderwijs, en aldus gaf hij degenen die hij onderwees, het voorbeeld (Mattheüs 4:4, 7, 10; 21:13; 26:24, 31). Naderhand werd Jehovah’s onderwijzingswerk op aarde voortgezet door middel van de bediening van zulke onderwezenen. Bedenk dat Jezus hun had opgedragen: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, . . . en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb” (Mattheüs 28:19, 20). Wanneer mensen tot discipelen werden gemaakt, gingen zij deel uitmaken van „Gods huisgezin, . . . de gemeente van de levende God” (1 Timotheüs 3:15). Zij werden tevens ondergebracht in afzonderlijke gemeenten waarin zij door Jehovah werden onderwezen (Handelingen 14:23; 15:41; 16:5; 1 Korinthiërs 11:16). Is aldus gegeven goddelijk onderwijs tot in onze tijd voortgezet?

8. Hoe zou het predikingswerk, zoals Jezus te kennen gaf, op aarde geleid worden voordat het einde zou komen?

8 Ja, inderdaad! Drie dagen voor zijn dood voorzei Jezus dat er vóór het einde van dit samenstel van dingen een groots predikingswerk verricht zou worden. „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën,” zei hij, „en dan zal het einde komen.” Vervolgens beschreef Jezus het instrument door middel waarvan dit wereldomvattende predikings- en onderwijzingsprogramma geleid zou worden. Hij sprak over „de getrouwe en beleidvolle slaaf”, die als een kanaal, of instrument, zou dienen om Zijn dienstknechten van geestelijk voedsel te voorzien (Mattheüs 24:14, 45-47). Jehovah God heeft deze „slaaf” gebruikt om op de hele aarde toezicht uit te oefenen op de Koninkrijksbelangen.

9. Uit wie bestaat de getrouwe en beleidvolle slaaf?

9 In deze tijd bestaat de getrouwe en beleidvolle slaaf uit de leden van het overblijfsel van Koninkrijkserfgenamen. Zij zijn gezalfde christenen, de overgeblevenen op aarde van de 144.000, die ’Christus toebehoren’ en deel uitmaken van „Abrahams zaad” (Galaten 3:16, 29; Openbaring 14:1-3). Hoe kunt u de getrouwe en beleidvolle slaaf identificeren? Vooral aan de hand van het werk dat zij doen en doordat zij zich nauwgezet aan Gods Woord, de bijbel, houden.

10. Welke instrumenten worden door de slaafklasse gebruikt om Jehovah’s onderwijzingen te verbreiden?

10 Jehovah gebruikt deze „slaaf” als zijn middel om mensen in deze tijd te onderwijzen. De leden van de slaafklasse hebben in 1931 de naam Jehovah’s Getuigen aangenomen. Sindsdien hebben miljoenen die zich bij hen hebben aangesloten die naam aanvaard en samen met hen aan de bekendmaking van Gods koninkrijk deelgenomen. Dit tijdschrift, De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk, is het belangrijkste instrument waarvan de „slaaf” zich in het onderwijzingswerk bedient. Er worden echter ook andere publikaties gebruikt, met inbegrip van boeken, brochures, traktaten en het tijdschrift Ontwaakt!

11. In welke scholen voorziet de „slaaf”, en wat is het doel van elk van deze scholen?

11 Bovendien voorziet de „slaaf” in verscheidene scholen. Hiertoe behoren de Wachttoren-Bijbelschool Gilead — een vijfmaandse cursus die jonge bedienaren voorbereidt op buitenlandse zendingsdienst — en de tweemaandse Bedienarenopleidingsschool, waar ongehuwde ouderlingen en dienaren in de bediening een opleiding ontvangen voor speciale theocratische toewijzingen. Dan is er de Koninkrijksbedieningsschool, waar christelijke ouderlingen en dienaren in de bediening periodiek onderricht ontvangen met betrekking tot hun gemeentelijke verantwoordelijkheden, en de Pioniersschool, waar volle-tijdevangeliepredikers worden toegerust om doeltreffender te worden in hun predikingsactiviteit.

12. Wat is een wekelijks onderdeel van het onderwijsprogramma?

12 Ook de vijf wekelijkse vergaderingen die wereldwijd in de meer dan 75.500 gemeenten van Jehovah’s volk worden gehouden, vormen een onderdeel van het onderwijsprogramma. Trekt u zo volledig mogelijk voordeel van deze vergaderingen? Toont u, door de aandacht die u aan het gegeven onderricht schenkt, dat u werkelijk gelooft dat u als het ware schoolgaat bij God? Maakt uw geestelijke vooruitgang het voor anderen duidelijk dat u „de tong der onderwezenen” hebt? — Jesaja 50:4; 1 Timotheüs 4:15, 16.

Op gemeentevergaderingen onderwezen

13. (a) Wat is een belangrijke manier waarop Jehovah zijn volk thans onderwijst? (b) Hoe kunnen wij onze waardering voor De Wachttoren tonen?

13 Jehovah onderwijst zijn volk vooral door middel van een wekelijkse bestudering van de bijbel aan de hand van De Wachttoren als onderwijshulpmiddel. Beziet u deze vergadering als een plaats waar u door Jehovah onderwezen kunt worden? Hoewel Jesaja 50:4 voornamelijk van toepassing is op Jezus, kan deze schriftplaats ook van toepassing zijn op allen die gebruik maken van Gods voorzieningen om „de tong der onderwezenen” te ontvangen. Eén manier waarop u kunt tonen dat u De Wachttoren waardeert, is door elke uitgave zo spoedig mogelijk na ontvangst te lezen. Wanneer De Wachttoren vervolgens in de gemeente wordt bestudeerd, kunt u van uw waardering jegens Jehovah blijk geven door aanwezig te zijn en ook door voorbereid te zijn, zodat u een openbare bekendmaking van uw hoop kunt doen. — Hebreeën 10:23.

14. (a) Waarom is commentaar geven op vergaderingen zo’n belangrijk voorrecht? (b) Wat voor commentaren door jongeren zijn bijzonder aanmoedigend?

14 Beseft u dat u door uw commentaren op vergaderingen een aandeel kunt hebben aan Jehovah’s grootse onderwijsprogramma? Er bestaat geen twijfel over dat commentaar geven tijdens vergaderingen een belangrijke manier is waarop wij elkaar „tot liefde en voortreffelijke werken” kunnen aansporen (Hebreeën 10:24, 25). Kunnen ook kinderen een aandeel hebben aan dit leerprogramma? Ja, dat kan. Uit het hart komende commentaren van jongeren zijn vaak aanmoedigend voor ouderen. Soms zijn nieuwelingen op onze vergaderingen door de commentaren van kinderen gemotiveerd serieuzer aandacht te schenken aan de bijbelse waarheid. Sommige kinderen zijn gewoon hun commentaar rechtstreeks uit de paragraaf voor te lezen of datgene na te zeggen wat een volwassene hun in het oor fluistert. Het is echter bijzonder aanmoedigend wanneer hun commentaren goed voorbereid zijn. Wanneer op deze wijze commentaar wordt gegeven, is dit werkelijk tot eer van onze Grootse Onderwijzer en zijn verheven onderwijsprogramma. — Jesaja 30:20, 21.

15. Wat kunnen ouders doen om kinderen te helpen doeltreffender commentaar te geven?

15 Het is verheugend als men ziet dat kinderen een aandeel willen hebben aan het loven van onze God. Jezus waardeerde uitingen van lof door jongeren (Mattheüs 21:15, 16). Een christelijke ouderling merkt op: „Als kind wilde ik commentaar geven tijdens de Wachttoren-studie. Nadat mijn vader mij geholpen had een commentaar voor te bereiden, liet hij mij het commentaar minstens zeven keer oefenen.” Ouders, misschien kunt u tijdens uw gezinsbijbelstudie uw kinderen helpen zich erop voor te bereiden met eigen woorden commentaar te geven bij bepaalde paragrafen in De Wachttoren. Help hen in te zien wat een groots voorrecht het is een aandeel te hebben aan Jehovah’s onderwijsprogramma.

16. Welk nut heeft de theocratische bedieningsschool afgeworpen, en wie mogen zich op de school laten inschrijven?

16 Aan het onderwijs op andere christelijke vergaderingen dient eveneens serieuze aandacht geschonken te worden, zowel door degenen die het voorrecht hebben de inlichtingen over te dragen als door hen die naar het gegeven onderricht luisteren. Jehovah maakt nu al meer dan vijftig jaar gebruik van de wekelijkse theocratische bedieningsschool om miljoenen mannen en vrouwen op te leiden de Koninkrijksboodschap doeltreffender aan te bieden. Iedereen die actief met de gemeente verbonden is, mag zich laten inschrijven, met inbegrip van mensen die onlangs de vergaderingen zijn gaan bijwonen, mits zij althans een leven leiden dat in harmonie is met christelijke beginselen.

17. (a) Vooral met het oog waarop werd de openbare vergadering ingesteld? (b) Wat dienen openbare sprekers in gedachte te houden?

17 Nog een reeds lang bestaand onderdeel van het onderwijsprogramma is de openbare vergadering. Zoals door de naam te kennen wordt gegeven, werd deze vergadering vooral ingesteld om niet-Getuigen op de hoogte te brengen van fundamentele bijbelse leerstellingen. Degene die de lezing houdt, moet de informatie dan ook dusdanig presenteren dat ze begrijpelijk is voor degenen die de boodschap voor het eerst horen. Dit betekent dat uitdrukkingen als „andere schapen”, „broeders” en „overblijfsel”, termen die niet-Getuigen misschien niet zullen begrijpen, uitgelegd moeten worden. Aangezien mensen die de openbare vergadering bijwonen, een geloofsovertuiging of levensstijl kunnen hebben die volledig in strijd is met de Schrift — hoewel aanvaardbaar in de hedendaagse maatschappij — dient de spreker altijd tactvol te zijn en zulke geloofsovertuigingen of levensstijlen nooit belachelijk te maken. — Vergelijk 1 Korinthiërs 9:19-23.

18. Welke andere wekelijkse gemeentevergaderingen zijn er, en welk doel dienen ze?

18 De gemeenteboekstudie is een wekelijkse vergadering waarop publikaties die onder leiding van de getrouwe en beleidvolle slaaf zijn gereedgemaakt, aan de hand van de bijbel worden bestudeerd. Op het ogenblik wordt in veel landen het boek De Openbaring — Haar grootse climax is nabij! bestudeerd. De dienstvergadering heeft ten doel Jehovah’s volk toe te rusten om een volledig aandeel te hebben aan het prediken van het goede nieuws van het Koninkrijk en het maken van discipelen. — Mattheüs 28:19, 20; Markus 13:10.

Op grotere vergaderingen onderwezen

19. Welke grotere bijeenkomsten organiseert de „slaaf” elk jaar?

19 Al meer dan honderd jaar organiseert de ’getrouwe slaaf’ congressen en andere grote vergaderingen om ware christenen onderwijs en speciale aanmoediging te geven. Er worden nu elk jaar drie van zulke grotere bijeenkomsten gehouden. Zo is er de dagvergadering, die wordt bezocht door een groep gemeenten die een kring vormen. Gedurende het jaar heeft elke kring ook een tweedaagse bijeenkomst, een kringvergadering genoemd. Bovendien is er een bijeenkomst die een districtscongres wordt genoemd en door een aantal kringen wordt bijgewoond. Af en toe kunnen er internationale congressen zijn. Deze grote vergaderingen met Getuige-gasten uit vele landen zijn werkelijk geloofversterkend voor Jehovah’s volk! — Vergelijk Deuteronomium 16:16.

20. Wat is op grotere bijeenkomsten van Jehovah’s Getuigen voortdurend beklemtoond?

20 In 1922, toen zo’n 10.000 personen te Cedar Point (Ohio, VS) bijeenkwamen, werden de afgevaardigden bezield door de aanmoedigende woorden van de spreker: „Dit is de dag der dagen. Ziet, de Koning regeert! Gij zijt zijn openbare aankondigers. Daarom: Verkondigt, verkondigt, verkondigt de Koning en zijn koninkrijk.” Op zulke grote congressen is voortdurend de nadruk gelegd op het predikingswerk. Op het in 1953 gehouden internationale congres in New York werd bijvoorbeeld bekendgemaakt dat er in alle gemeenten begonnen zou worden met een opleidingsprogramma in het van-huis-tot-huiswerk. De uitvoering ervan had een bijzonder positieve uitwerking op de Koninkrijksprediking in veel landen.

Door God onderwezen om te onderwijzen

21. Welk voorrecht willen wij aanvaarden, zonder het doel ervan te missen?

21 Jehovah heeft thans beslist een schitterend onderwijsprogramma op aarde! Allen die er voordeel van trekken, kunnen door God worden onderwezen, ja, kunnen tot degenen behoren aan wie „de tong der onderwezenen” is gegeven. Wat is het een voorrecht om als het ware school te gaan bij God! Toch moeten wij, wanneer wij dit voorrecht aanvaarden, niet het doel ervan missen. Jehovah onderwees Jezus opdat hij anderen kon onderwijzen, en Jezus onderwees zijn discipelen opdat zij hetzelfde werk konden doen als hij, alleen op een nog grotere schaal. Evenzo worden wij in Jehovah’s grootse onderwijsprogramma opgeleid om weer anderen te onderwijzen. — Johannes 6:45; 14:12; 2 Korinthiërs 5:20, 21; 6:1; 2 Timotheüs 2:2.

22. (a) Welk probleem hadden Mozes en Jeremia, maar hoe werd het opgelost? (b) Welk vertrouwen kunnen wij hebben dat God erop zal toezien dat de Koninkrijksprediking volbracht zal worden?

22 Zegt u, net als Mozes: „Ik ben geen vlotte spreker”, of als Jeremia: „Ik weet werkelijk niet hoe ik moet spreken”? Jehovah zal u helpen, zoals hij hen geholpen heeft. „Ikzelf zal bewijzen met uw mond te zijn”, zei hij tegen Mozes. En tegen Jeremia zei hij: „Wees niet bevreesd . . . ik ben met u” (Exodus 4:10-12; Jeremia 1:6-8). Toen de religieuze leiders zijn discipelen de mond wilden snoeren, zei Jezus: „Indien dezen bleven zwijgen, zouden de stenen het uitroepen” (Lukas 19:40). Maar de stenen hoefden het toen niet uit te roepen, en dat hoeven ze ook nu niet, omdat Jehovah voor het bekendmaken van zijn Koninkrijksboodschap de tong van de door hem onderwezenen gebruikt.

Kunt u dit beantwoorden?

◻ Welke ideale Leraar-leerlingverhouding wordt in Jesaja hoofdstuk 50 belicht?

◻ Welk uitgebreide onderwijsprogramma heeft Jehovah voortgang doen vinden?

◻ Wat maakt zoal deel uit van Jehovah’s onderwijsprogramma?

◻ Waarom is het een groots voorrecht een aandeel te hebben aan Jehovah’s onderwijsprogramma?

[Illustratie op blz. 16]

Uit het hart komende commentaren van kinderen zijn vaak aanmoedigend voor ouderen

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen