Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w97 15/9 blz. 8-9
  • Zijn oogstfeesten God welgevallig?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Zijn oogstfeesten God welgevallig?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Heidense aspecten
  • Wat is Gods zienswijze?
  • Oogst
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Oogst
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Vragen van lezers
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2007
  • Feestelijke mijlpalen in Israëls geschiedenis
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
w97 15/9 blz. 8-9

Zijn oogstfeesten God welgevallig?

SAPPIGE vruchten, heerlijke groenten en hoog opgestapelde schoven stevig koren vormen een aantrekkelijk gezicht. In de oogsttijd worden overal in Engeland de altaren en kansels van kerken met zulke uitstallingen gesierd. Zowel in Europa als elders gaan begin en einde van het oogstseizoen met talrijke feestelijkheden gepaard.

Vooral degenen die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van de aardbodem, zijn dankbaar voor de opbrengst van het land. God droeg de oude natie Israël zelfs op drie jaarlijkse feesten te vieren die nauw verband hielden met de oogst. Vroeg in de lente, tijdens het feest der ongezuurde broden, boden de Israëlieten God een schoof van de eerstelingen van de gerstoogst aan. Op het wekenfeest (ofte wel Pinksteren), laat in de lente, offerden zij broden die gemaakt waren van de eerstelingen van de tarweoogst. In het najaar kwam het feest der inzameling, dat het einde van Israëls landbouwjaar kenmerkte (Exodus 23:14-17). Deze feesten waren „heilige samenkomsten” en tijden van verheuging. — Leviticus 23:2; Deuteronomium 16:16.

Wat valt er dan over hedendaagse oogstfeesten te zeggen? Zijn deze God welgevallig?

Heidense aspecten

Verontrust over de wereldse aard van het traditionele oogstbanket en de dronkenschap waarmee de viering gepaard ging, besloot een anglicaanse geestelijke in Cornwall (Engeland) in 1843 een middeleeuws oogstgebruik te doen herleven. Hij nam wat van het eerste graan dat was geoogst en maakte er brood van voor de communiedienst in zijn kerk. Daarmee gaf hij een vervolg aan het Lammasfeest — een „christelijke” viering die volgens sommigen haar oorsprong vond in de oude aanbidding van de Keltische god Lug.a Het hedendaagse anglicaanse oogstfeest heeft dus een heidense oorsprong.

En hoe staat het met andere feesten, die aan het einde van het oogstseizoen worden gevierd? Volgens de Encyclopædia Britannica zijn veel van de gebruiken die deze feestelijkheden kenmerken terug te voeren op „het animistische geloof in de korengeest of korenmoeder”. In sommige gebieden geloofden de boeren dat er in de laatste korenschoof die werd geoogst een geest huisde. Om de geest te verjagen, sloegen zij het koren tegen de grond. Elders vlochten zij wat halmen van het graan tot een „korenpoppetje” dat zij, in de hoop dat het „geluk” zou brengen, veilig bewaarden totdat het volgende jaar de zaaitijd aanbrak. Dan ploegden zij de korenhalmen weer onder de aarde in de hoop dat de nieuwe oogst hierdoor gezegend zou worden.

Sommige legenden brengen de oogsttijd in verband met de aanbidding van de Babylonische god Tammuz, de gemaal van de vruchtbaarheidsgodin Isjtar. Het afsnijden van de rijpe korenaren was een afspiegeling van de voortijdige dood van Tammuz. Andere legenden brengen de oogsttijd zelfs in verband met mensenoffers — een praktijk die door Jehovah God wordt verfoeid. — Leviticus 20:2; Jeremia 7:30, 31.

Wat is Gods zienswijze?

Uit Gods handelingen met het oude Israël komt duidelijk naar voren dat Jehovah, de Schepper en Bron van het leven, exclusieve toewijding van zijn aanbidders verlangde (Psalm 36:9; Nahum 1:2). In de dagen van de profeet Ezechiël was het gebruik om de god Tammuz te bewenen een ’grote verfoeilijkheid’ in Jehovah’s ogen. Dit, te zamen met andere vals-religieuze riten, bracht God ertoe zijn oren te sluiten voor de gebeden van die valse aanbidders. — Ezechiël 8:6, 13, 14, 18.

Stel daar nu eens tegenover wat Jehovah God Israël gebood in verband met de oogst in acht te nemen. Op het feest der inzameling hielden de Israëlieten een plechtige vergadering, gedurende welke jong en oud, arm en rijk in tijdelijke onderkomens woonden die versierd waren met het weelderige gebladerte van prachtige bomen. Dit was een tijd van grote verheuging voor hen, maar het was ook een tijd om na te denken over de bevrijding die God ten tijde van de uittocht uit Egypte voor hun voorvaders had bewerkt. — Leviticus 23:40-43.

Tijdens de Israëlitische feesten werden offers aangeboden aan Jehovah, de enige ware God (Deuteronomium 8:10-20). Wat de eerder genoemde animistische geloofsopvattingen betreft, nergens zegt de bijbel over landbouwprodukten zoals tarweschoven dat ze een ziel hebben.b En de bijbel toont duidelijk aan dat afgodsbeelden onbezield blijven en niet kunnen spreken, zien, horen, ruiken, voelen of hun aanbidders enige hulp kunnen bieden. — Psalm 115:5-8; Romeinen 1:23-25.

Christenen in deze tijd staan niet onder het Wetsverbond dat God met de oude natie Israël gesloten had. Dat heeft God zelfs ’uit de weg geruimd door het aan Jezus’ martelpaal te nagelen’ (Kolossenzen 2:13, 14). Jehovah’s hedendaagse dienstknechten leven naar „de wet van de Christus” en reageren met waardering op alles wat God verschaft. — Galaten 6:2.

De apostel Paulus verklaarde duidelijk dat de joodse feesten „een schaduw van de toekomende dingen” waren en voegde eraan toe: „Maar de werkelijkheid behoort de Christus toe” (Kolossenzen 2:16, 17). Dientengevolge onderschrijven ware christenen de schriftuurlijke redenering dat „de dingen die de natiën slachtofferen, zij aan demonen slachtofferen en niet aan God . . . Gij kunt niet de beker van Jehovah en de beker van de demonen drinken” (1 Korinthiërs 10:20, 21). Bovendien geven christenen acht op de vermaning: „Raakt het onreine niet langer aan.” Hebben oogstfeesten in uw omgeving een heidense of vals-religieuze bijsmaak? Zo ja, dan kunnen ware christenen het vermijden Jehovah te mishagen, door te weigeren zich op enigerlei wijze met een dergelijke bezoedelde aanbidding in te laten. — 2 Korinthiërs 6:17.

Als een waarderend kind van zijn vader een geschenk krijgt, wie bedankt hij dan? Een volslagen vreemde of zijn ouder? Door middel van innige gebeden danken Gods aanbidders Jehovah, hun hemelse Vader, dagelijks voor zijn overvloedige edelmoedigheid. — 2 Korinthiërs 6:18; 1 Thessalonicenzen 5:17, 18.

[Voetnoten]

a Het woord „Lammas” is afgeleid van een Oudengels woord dat „broodmis” betekent.

b Hulp tot begrip van de bijbel zegt: „Neʹfesj („ziel”) wordt niet gebruikt in verband met de schepping van plantaardig leven op de derde scheppings-’dag’ (Gen. 1:11-13) of daarna, omdat planten geen bloed hebben.” — Uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen