Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w98 1/4 blz. 10-15
  • Een boek voor alle mensen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Een boek voor alle mensen
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Het meest verspreide boek ter wereld
  • Een uniek verslag van overleving
  • Vertaald in de levende talen van de mensheid
  • Betrouwbaar
  • Een boek dat levende talen „spreekt”
    Een boek voor alle mensen
  • Hoe is het boek bewaard gebleven?
    Een boek voor alle mensen
  • Is de bijbel werkelijk van God afkomstig?
    U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven
  • Hebben wij de originele geschriften echt nodig?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
w98 1/4 blz. 10-15

Een boek voor alle mensen

„God [is] niet partijdig . . ., maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem.” — HANDELINGEN 10:34, 35.

1. Hoe reageerde een hoogleraar toen hem werd gevraagd hoe hij over de bijbel dacht, en wat besloot hij te doen?

DE HOOGLERAAR was op een zondagmiddag thuis, en verwachtte geen bezoek. Maar toen een van onze christelijke zusters bij hem aanbelde, luisterde hij. Zij sprak over vervuiling en de toekomst van de aarde — onderwerpen die hem aanspraken. Maar toen zij de bijbel ter sprake bracht, leek hij sceptisch. Dus vroeg zij hem hoe hij over de bijbel dacht.

„Het is een goed boek dat door een paar intelligente mannen is geschreven,” antwoordde hij, „maar je moet de bijbel niet serieus nemen.”

„Hebt u de bijbel ooit gelezen?”, informeerde zij.

Van zijn stuk gebracht moest de hoogleraar toegeven dat hij dat niet had gedaan.

Vervolgens vroeg zij: „Hoe kunt u nu een uitgesproken mening hebben over een boek dat u nooit hebt gelezen?”

Daar zat iets in. De hoogleraar besloot de bijbel te onderzoeken en zich er daarna een mening over te vormen.

2, 3. Waarom is de bijbel voor veel mensen een gesloten boek, en welke uitdaging vormt dit voor ons?

2 De hoogleraar staat hierin niet alleen. Veel mensen hebben een uitgesproken mening over de bijbel hoewel zij hem zelf nog nooit hebben gelezen. Zij hebben misschien wel een bijbel en zij erkennen misschien zelfs zijn literaire of historische waarde. Maar voor velen is het een gesloten boek. ’Ik heb geen tijd om de bijbel te lezen’, zeggen sommigen. Anderen vragen zich af: ’Hoe kan een oud boek nu van belang zijn voor mijn leven?’ Zulke zienswijzen vormen een ware uitdaging voor ons. Jehovah’s Getuigen geloven absoluut dat de bijbel „door God geïnspireerd [is] en nuttig om te onderwijzen” (2 Timotheüs 3:16, 17). Maar hoe kunnen wij mensen ervan overtuigen dat zij, ongeacht hun raciale, nationale of etnische achtergrond, de bijbel zouden moeten onderzoeken?

3 Laten wij eens enkele redenen bespreken waarom de bijbel het waard is onderzocht te worden. Zo’n bespreking kan ons toerusten om met degenen te redeneren die wij in onze bediening ontmoeten, en misschien kunnen wij hen ervan overtuigen dat zij dienen te beschouwen wat de bijbel zegt. Terzelfder tijd dient deze beschouwing ons eigen geloof te versterken dat de bijbel werkelijk is wat hij beweert te zijn — „het woord van God”. — Hebreeën 4:12.

Het meest verspreide boek ter wereld

4. Waarom kan er worden gezegd dat de bijbel het meest verspreide boek ter wereld is?

4 Allereerst is de bijbel onze aandacht waard omdat hij verreweg het meest verspreide en meest vertaalde boek in de hele menselijke geschiedenis is. Meer dan 500 jaar geleden kwam de eerste uitgave die met losse letters werd gedrukt van Johannes Gutenbergs drukpers. Sindsdien zijn er naar schatting vier miljard bijbels, of gedeelten van de bijbel, gedrukt. In 1996 was de bijbel in zijn geheel of in gedeelten in 2167 talen en dialecten vertaald.a Meer dan negentig procent van de menselijke familie heeft toegang tot ten minste een deel van de bijbel in de eigen taal. Geen enkel ander boek — van religieuze of andere aard — komt zelfs maar in die richting!

5. Waarom dienen wij te verwachten dat de bijbel voor mensen over de hele wereld toegankelijk is?

5 Getallen op zich bewijzen niet dat de bijbel Gods Woord is. Maar van een opgetekend verslag dat door God geïnspireerd is, dienen wij beslist te verwachten dat het voor mensen over de gehele wereld toegankelijk is. Per slot van rekening zegt de bijbel zelf ons dat „God niet partijdig is, maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem” (Handelingen 10:34, 35). Als geen ander boek heeft de bijbel nationale grenzen overschreden en raciale en etnische barrières overwonnen. De bijbel is werkelijk een boek voor alle mensen!

Een uniek verslag van overleving

6, 7. Waarom is het niet verbazingwekkend dat er voor zover bekend geen oorspronkelijke geschriften van de bijbel meer bestaan, en welke vraag doet dit rijzen?

6 Er is nog een reden waarom de bijbel het verdient onderzocht te worden. Dit boek is ondanks natuurlijke en menselijke hindernissen blijven bestaan. Het verslag van de wijze waarop het in weerwil van enorme uitdagingen bewaard is gebleven, is werkelijk uniek onder oude geschriften.

7 De bijbelschrijvers schreven hun woorden kennelijk met inkt op papyrus (gemaakt van de gelijknamige Egyptische plant) en perkament (gemaakt van dierehuiden) (Job 8:11).b Zulke schrijfmaterialen hebben echter natuurlijke vijanden. De geleerde Oscar Paret legt uit: „Beide schrijfmaterialen worden in dezelfde sterke mate bedreigd door vochtigheid, schimmel en diverse maden. Wij weten uit de praktijk hoe gemakkelijk papier, en zelfs sterk leer, in de open lucht of in een vochtige ruimte vergaat.” Het is dus niet verbazingwekkend dat er voor zover bekend geen oorspronkelijke geschriften van de bijbel meer bestaan; ze zijn waarschijnlijk lang geleden vergaan. Maar als de oorspronkelijke geschriften zijn bezweken voor natuurlijke vijanden, hoe is de bijbel dan bewaard gebleven?

8. Hoe zijn de geschriften van de bijbel door de eeuwen heen bewaard gebleven?

8 Kort nadat de oorspronkelijke geschriften waren opgetekend, begon men handgeschreven afschriften of kopieën te maken. Het kopiëren van de Wet en andere delen van de heilige geschriften werd in het oude Israël zelfs een beroep. De priester Ezra bijvoorbeeld wordt aangeduid als „een vaardig afschrijver inzake de wet van Mozes” (Ezra 7:6, 11; vergelijk Psalm 45:1). Maar de gemaakte afschriften waren eveneens vergankelijk; uiteindelijk moesten ze vervangen worden door weer andere handgeschreven afschriften. Dit steeds weer opnieuw afschrijven van afschriften werd vele eeuwen voortgezet. Hebben fouten van afschrijvers, aangezien mensen niet volmaakt zijn, de tekst van de bijbel wezenlijk veranderd? Uit de overweldigende bewijzen blijkt het tegendeel!

9. Hoe illustreert het voorbeeld van de masoreten de uiterste zorgvuldigheid en nauwkeurigheid van de afschrijvers van de bijbel?

9 De afschrijvers waren niet alleen zeer bekwaam, maar zij hadden ook een diep respect voor de woorden die zij overschreven. Het Hebreeuwse woord voor „afschrijver” staat met tellen en optekenen in verband. Neem, om de uiterste zorgvuldigheid en nauwkeurigheid van de afschrijvers te illustreren, bijvoorbeeld de masoreten, afschrijvers van de Hebreeuwse Geschriften die tussen de zesde en de tiende eeuw G.T. leefden. Volgens de geleerde Thomas Hartwell Horne berekenden zij „hoe vaak elke letter van het [Hebreeuwse] alfabet in heel de Hebreeuwse Geschriften voorkomt”. Denk eens na wat dit betekent! Om te vermijden dat zij zelfs maar een enkele letter weglieten, telden deze toegewijde afschrijvers niet alleen de woorden die zij overschreven maar ook de letters. Volgens de berekening van één geleerde telden zij naar verluidt wel 815.140 afzonderlijke letters in de Hebreeuwse Geschriften! Zulke ijverige inspanningen garandeerden een hoge mate van nauwkeurigheid.

10. Welke onweerlegbare bewijzen zijn er dat de Hebreeuwse en Griekse tekst waarop hedendaagse vertalingen zijn gebaseerd nauwkeurig de woorden van de oorspronkelijke schrijvers weergeven?

10 Er zijn in feite onweerlegbare bewijzen dat de Hebreeuwse en Griekse tekst waarop hedendaagse vertalingen zijn gebaseerd, met een opmerkelijke getrouwheid de woorden van de oorspronkelijke schrijvers weergeven. Daarvan getuigen duizenden afschriften van bijbelhandschriften — naar schatting 6000 van de volledige Hebreeuwse Geschriften of van gedeelten ervan en zo’n 5000 van de christelijke Geschriften in het Grieks — die tot in onze tijd zijn blijven bestaan. Door een zorgvuldig, vergelijkend onderzoek van de vele bestaande handschriften hebben tekstcritici de fouten van afschrijvers kunnen opsporen en kunnen vaststellen wat de originele lezing was. In een commentaar op de tekst van de Hebreeuwse Geschriften merkte de geleerde William H. Green dan ook op: „Er kan veilig worden gezegd dat geen enkel ander oud werk zo nauwkeurig is overgeleverd.” Er kan net zo’n vertrouwen in de tekst van de christelijke Griekse Geschriften worden gesteld.

11. Waarom is, 1 Petrus 1:24, 25 in aanmerking genomen, de bijbel tot in onze tijd bewaard gebleven?

11 Hoe gemakkelijk zou de bijbel verloren hebben kunnen gaan als de originele handschriften, met hun kostbare boodschap, niet door de handgeschreven afschriften waren vervangen! Er is maar één reden voor het overleven van de bijbel — Jehovah is de Bewaarder en Beschermer van zijn Woord. Het is zoals de bijbel zelf in 1 Petrus 1:24, 25 zegt: „Alle vlees is als gras, en al zijn heerlijkheid is als een bloesem van het gras; het gras verdort, en de bloem valt af, maar wat Jehovah zegt, blijft in eeuwigheid.”

Vertaald in de levende talen van de mensheid

12. Voor welke andere hindernis stond de bijbel naast eeuwen van steeds weer overschrijven?

12 Eeuwen van steeds weer afschrijven doorstaan was al moeilijk genoeg, maar de bijbel stond voor nog een hindernis — hij moest vertaald worden in de hedendaagse talen. De bijbel moet de taal van de mensen spreken om tot hun hart te kunnen spreken. Maar het vertalen van de bijbel — met zijn meer dan 1100 hoofdstukken en 31.000 verzen — is geen gemakkelijke taak. Door de eeuwen heen zijn toegewijde vertalers de uitdaging echter graag aangegaan, waarbij zij soms voor schijnbaar onoverkomelijke hindernissen stonden.

13, 14. (a) Voor welke uitdaging stond de bijbelvertaler Robert Moffat in het begin van de negentiende eeuw in Afrika? (b) Hoe reageerden Tswanasprekende mensen toen het Evangelie van Lukas in hun taal verkrijgbaar werd?

13 Kijk bijvoorbeeld eens hoe de bijbel in de talen van Afrika is vertaald. In het jaar 1800 waren er slechts zo’n twaalf geschreven talen in heel Afrika. Honderden andere gesproken talen hadden geen schrift. Dat was de uitdaging waar de bijbelvertaler Robert Moffat voor stond. In 1821, op de leeftijd van 25 jaar, vestigde Moffat een zendingspost onder de Tswanasprekende mensen van zuidelijk Afrika. Om hun ongeschreven taal te leren, ging hij tussen de mensen daar wonen. Moffat hield vol en kreeg, zonder de hulp van leesboeken of woordenboeken, de taal uiteindelijk onder de knie, ontwikkelde er een geschreven vorm voor en leerde sommige Tswana dat schrift te lezen. In 1829, na acht jaar onder de Tswana te hebben gewerkt, voltooide hij zijn vertaling van het Evangelie van Lukas. Later zei hij: „Ik weet dat sommigen van honderden kilometers ver waren gekomen om een exemplaar van St.-Lukas te krijgen. . . . Ik heb gezien dat zij gedeelten van St.-Lukas kregen, en erboven in tranen uitbarstten, ze tegen hun borst drukten, en tranen van dankbaarheid vergoten, totdat ik tot meer dan een van hen zei: ’Je zult je boeken nog bederven met je tranen.’” Moffat vertelde ook over een Afrikaan die een aantal mensen het Evangelie van Lukas zag lezen en hun vroeg wat zij in hun bezit hadden. „Het is het woord van God”, antwoordden zij. „Kan het spreken?”, vroeg de man. „Ja,” antwoordden zij, „het spreekt tot het hart.”

14 Toegewijde vertalers zoals Moffat gaven vele Afrikanen voor het eerst de gelegenheid om schriftelijk te communiceren. Maar de vertalers gaven de mensen van Afrika een nog kostbaarder geschenk — de bijbel in hun eigen taal. Bovendien introduceerde Moffat de goddelijke naam in het Tswana, en hij gebruikte die naam in heel zijn vertaling.c Bijgevolg noemden de Tswana de bijbel „de mond van Jehovah”. — Psalm 83:18.

15. Waarom is de bijbel thans wel degelijk levend?

15 Andere vertalers in verschillende delen van de wereld kwamen voor soortgelijke hindernissen te staan. Sommigen riskeerden zelfs hun leven om de bijbel te vertalen. Sta hier eens bij stil: Als de bijbel alleen in het oude Hebreeuws en Grieks was blijven bestaan, zou hij reeds lang geleden „gestorven” zijn, want die talen werden mettertijd door de massa vrijwel niet meer gesproken en waren in veel delen der aarde nooit bekend. Toch is de bijbel meer dan enig ander boek wel degelijk levend, want hij kan over de gehele wereld tot mensen in hun eigen taal „spreken”. Dientengevolge blijft de bijbelse boodschap ’in degenen die erin geloven werkzaam’ (1 Thessalonicenzen 2:13). The Jerusalem Bible geeft deze woorden als volgt weer: „Ze is nog steeds een levende kracht onder u, die erin gelooft.”

Betrouwbaar

16, 17. (a) Willen wij vertrouwen in de bijbel kunnen stellen, welke bewijzen dienen er dan voorhanden te zijn? (b) Geef een voorbeeld waaruit de openhartigheid van de bijbelschrijver Mozes blijkt.

16 ’Kan ik echt vertrouwen stellen in de bijbel?’, vragen sommigen zich wellicht af. ’Spreekt hij over mensen die ontegenzeglijk hebben geleefd, plaatsen die werkelijk hebben bestaan en gebeurtenissen die zich echt hebben voorgedaan?’ Als wij er vertrouwen in moeten stellen, dienen er bewijzen voorhanden te zijn dat hij door zorgvuldige, eerlijke schrijvers werd geschreven. Dit brengt ons op nog een reden om de bijbel te onderzoeken: Er zijn deugdelijke bewijzen dat dit boek nauwkeurig en betrouwbaar is.

17 Eerlijke schrijvers zouden niet alleen successen optekenen, maar ook mislukkingen, niet alleen sterke punten maar ook zwakheden. De bijbelschrijvers gaven blijk van zo’n verkwikkende openhartigheid. Beschouw bijvoorbeeld eens de openheid van Mozes. Tot de dingen waar hij eerlijk verslag over uitbracht, behoorde zijn eigen gebrek aan welsprekendheid, dat hem naar zijn mening ongeschikt maakte om Israëls leider te zijn (Exodus 4:10); maar ook de ernstige fout die hij beging waardoor hij het Beloofde Land niet mocht binnengaan (Numeri 20:9-12; 27:12-14); en de afval van zijn broer, Aäron, die samen met de opstandige Israëlieten een gouden kalf maakte (Exodus 32:1-6); de opstand van zijn zuster, Mirjam, en haar vernederende straf (Numeri 12:1-3, 10); het misbruiken van heilige zaken waaraan zijn neven Nadab en Abihu zich schuldig maakten (Leviticus 10:1, 2); en het herhaaldelijke geklaag en gemurmureer van Gods eigen volk (Exodus 14:11, 12; Numeri 14:1-10). Duidt zo’n eerlijke, openhartige berichtgeving niet op een oprechte belangstelling voor waarheid? Vormt het feit dat de bijbelschrijvers bereid waren ongunstige inlichtingen op te tekenen over degenen die hun dierbaar waren, hun volk en zelfs zichzelf, geen goede reden om vertrouwen te stellen in wat zij schreven?

18. Wat stempelt de geschriften van de bijbelschrijvers als betrouwbaar?

18 Ook de consequentheid van de bijbelschrijvers stempelt hun geschriften als betrouwbaar. Het is werkelijk opmerkelijk dat veertig mannen in de loop van zo’n 1600 jaar in overeenstemming met elkaar hebben geschreven, zelfs waar het kleine details betreft. Deze harmonie is echter niet zorgvuldig opgebouwd, waardoor de verdenking zou rijzen dat het een in elkaar gezet verhaal is. In tegenstelling daarmee ontbreekt bij de overeenkomst van diverse details elk spoor van opzet; vaak is de harmonie duidelijk toevallig.

19. Hoe onthullen de evangelieverslagen over Jezus’ arrestatie een overeenstemming die duidelijk onopzettelijk is?

19 Ter illustratie: Beschouw eens een voorval dat plaatsvond in de nacht van Jezus’ arrestatie. Alle vier de evangelieschrijvers berichten dat een van de discipelen een zwaard trok en een slaaf van de hogepriester trof, waarbij hij de man zijn oor afsloeg. Doch alleen Lukas vertelt ons dat Jezus ’het oor aanraakte en hem genas’ (Lukas 22:51). Maar zouden wij dat niet verwachten van de schrijver die als „de geliefde geneesheer” bekendstond? (Kolossenzen 4:14) Johannes’ verslag vertelt ons dat van alle aanwezige discipelen het Petrus was die het zwaard hanteerde — een feit dat geen verbazing wekt met het oog op Petrus’ neiging om voorbarig en impulsief te zijn (Johannes 18:10; vergelijk Mattheüs 16:22, 23 en Johannes 21:7, 8). Johannes verschaft nog een schijnbaar overbodig detail: „De naam van de slaaf was Malchus.” Waarom geeft alleen Johannes de naam van de man? De verklaring wordt verstrekt door een onbeduidend feit dat alleen in Johannes’ verslag terloops wordt vermeld — Johannes „was aan de hogepriester bekend”. Hij was ook bekend aan het huisgezin van de hogepriester; de bedienden en hij kenden elkaar (Johannes 18:10, 15, 16).d Het was dus alleen maar logisch dat Johannes de naam van de gewonde man vermeldde, terwijl de andere evangelieschrijvers, voor wie de man kennelijk een vreemde was, dat niet doen. De overeenstemming tussen al deze details is opmerkelijk, maar duidelijk onopzettelijk. Er zijn talloze soortgelijke voorbeelden in de hele bijbel te vinden.

20. Wat moeten mensen met een oprecht hart omtrent de bijbel weten?

20 Kunnen wij dus vertrouwen stellen in de bijbel? Zeer beslist! De openhartigheid van de bijbelschrijvers en de innerlijke samenhang van de bijbel geven dit boek de onmiskenbare klank van waarheid. Mensen met een oprecht hart moeten weten dat zij vertrouwen kunnen stellen in de bijbel, want het is het geïnspireerde Woord van „Jehovah, de God der waarheid” (Psalm 31:5). Er zijn meer redenen waarom de bijbel een boek voor alle mensen is, zoals in het volgende artikel zal worden besproken.

[Voetnoten]

a Gebaseerd op gegevens die gepubliceerd zijn door de United Bible Societies.

b Gedurende zijn tweede gevangenschap in Rome vroeg Paulus aan Timotheüs of hij „de boekrollen, vooral de perkamenten”, wilde meebrengen (2 Timotheüs 4:13). Paulus vroeg mogelijk om delen van de Hebreeuwse Geschriften, zodat hij die tijdens zijn gevangenschap kon bestuderen. De zinsnede „vooral de perkamenten” zou erop kunnen duiden dat het om zowel papyrus- als perkamentrollen ging.

c In 1838 voltooide Moffat een vertaling van de christelijke Griekse Geschriften. In 1857 legde hij met hulp van een collega de laatste hand aan zijn vertaling van de Hebreeuwse Geschriften.

d Dat Johannes met de hogepriester en zijn huisgezin bekend was, blijkt ook later uit het verslag. Wanneer een andere slaaf van de hogepriester Petrus ervan beschuldigt een van Jezus’ discipelen te zijn, licht Johannes toe dat deze slaaf „een bloedverwant was van de man wie Petrus het oor had afgeslagen”. — Johannes 18:26.

Wat zou u antwoorden?

◻ Waarom dienen wij te verwachten dat de bijbel het meest toegankelijke boek ter wereld is?

◻ Welke bewijzen zijn er dat de bijbel nauwkeurig bewaard is gebleven?

◻ Voor welke hindernissen stonden degenen die de bijbel vertaalden?

◻ Wat stempelt de geschriften van de bijbel als betrouwbaar?

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen