Geloof en uw toekomst
„Geloof is de verzekerde verwachting van dingen waarop wordt gehoopt.” — HEBREEËN 11:1.
1. Naar wat voor toekomst verlangen de meeste mensen?
STELT u belang in de toekomst? De meeste mensen wel. Zij hopen op een toekomst van vrede, zonder angst, met behoorlijke levensomstandigheden, produktief en aangenaam werk, een goede gezondheid en een lang leven. Ongetwijfeld heeft elke generatie in de geschiedenis naar die dingen verlangd. En thans zijn zulke omstandigheden, in deze wereld die zo vol moeilijkheden is, wenselijker dan ooit.
2. Hoe werd één visie op de toekomst door een staatsman onder woorden gebracht?
2 Is er, nu de mensheid de 21ste eeuw nadert, een manier om te bepalen hoe de toekomst er uit zal zien? Eén manier werd meer dan 200 jaar geleden onder woorden gebracht door de Amerikaanse staatsman Patrick Henry. Hij zei: „Ik ken geen andere manier om de toekomst te beoordelen dan aan de hand van het verleden.” Volgens deze visie kan men de toekomst van de menselijke familie in belangrijke mate kennen door wat de mens in het verleden heeft gedaan. Velen stemmen met die gedachte in.
Hoe zag het verleden er uit?
3. Wat geeft het door de geschiedenis onthulde bericht te kennen over de vooruitzichten voor de toekomst?
3 Vindt u het aanmoedigend als de toekomst een afspiegeling gaat worden van het verleden? Is de toekomst er voor de generaties vóór ons door de eeuwen heen beter op geworden? Eigenlijk niet. Ondanks de hoopvolle verwachtingen die mensen duizenden jaren hebben gekoesterd en ondanks materiële vooruitgang in sommige gebieden, is de geschiedenis een en al onderdrukking, misdaad, geweld, oorlog en armoede geweest. Deze wereld is getroffen door de ene ramp na de andere, voornamelijk teweeggebracht door onbevredigende menselijke heerschappij. De bijbel verklaart naar waarheid: „De ene mens [heeft] over de andere mens . . . geheerst tot diens nadeel.” — Prediker 8:9.
4, 5. (a) Waarom waren mensen in het begin van de twintigste eeuw hoopvol gestemd? (b) Wat gebeurde er met hun hoop voor de toekomst?
4 Het is een feit dat de kwalijke geschiedenis van de mensheid zich blijft herhalen — alleen op steeds groter en schadelijker schaal. Deze twintigste eeuw bewijst dat. Heeft de mensheid geleerd van de fouten uit het verleden en ze vermeden? Welnu, aan het begin van deze eeuw stelden velen geloof in een betere toekomst omdat er al betrekkelijk lang vrede heerste en er heel wat vooruitgang was geboekt op het gebied van industrie, wetenschap en onderwijs. Aan het begin van de twintigste eeuw, zo zei een hoogleraar, geloofde men dat oorlog niet meer mogelijk was omdat „de mensen te beschaafd waren”. Een voormalige Britse premier zei over de zienswijze die mensen destijds hadden: „Alles zou steeds beter worden. Dit was de wereld waarin ik werd geboren.” Maar vervolgens verklaarde hij: „Plotseling, onverwachts, kwam op een ochtend in 1914 aan alles een eind.”
5 Ondanks het in die tijd heersende geloof in een betere toekomst was de nieuwe eeuw nog maar nauwelijks begonnen of de wereld werd overspoeld door de grootste door mensen aangerichte catastrofe aller tijden — de Eerste Wereldoorlog. Beschouw als voorbeeld van de aard ervan wat er in één veldslag in 1916 plaatsvond, toen Britse troepen Duitse linies aan de rivier de Somme in Frankrijk aanvielen. In enkele uren leden de Britten een verlies van 20.000 mensenlevens en werden ook aan Duitse zijde velen gedood. De vier jaar durende slachtpartij kostte het leven aan bijna tien miljoen soldaten en veel burgers. De bevolking van Frankrijk nam enige tijd af omdat er zo veel mannen waren gesneuveld. Economieën stortten in, wat uitmondde in de Grote Depressie van de jaren ’30. Geen wonder dat sommigen gezegd hebben dat de dag waarop de Eerste Wereldoorlog uitbrak, de dag was waarop de wereld krankzinnig werd!
6. Werd het leven na de Eerste Wereldoorlog beter?
6 Was dit de toekomst waar die generatie op had gehoopt? Nee, verre van dat. Hun verwachtingen werden de bodem ingeslagen; ook heeft het allemaal niet tot iets beters geleid. Slechts 21 jaar na de Eerste Wereldoorlog, of in 1939, barstte er een nog veel ergere door mensen veroorzaakte catastrofe los — de Tweede Wereldoorlog. Deze kostte het leven aan zo’n vijftig miljoen mannen, vrouwen en kinderen. Massale bombardementen legden grote steden in puin. In de Eerste Wereldoorlog werden in één veldslag in enkele uren duizenden soldaten gedood, terwijl in de Tweede Wereldoorlog slechts twee atoombommen binnen enkele luttele seconden een eind maakten aan het leven van meer dan 100.000 mensen! Wat velen als nog erger beschouwen, was het systematisch uitmoorden van miljoenen mensen in nazi-concentratiekampen.
7. Hoe ziet de realiteit van deze hele eeuw er uit?
7 Verscheidene bronnen verklaren dat als wij de oorlogen tussen natiën, burgerconflicten en het ter dood brengen van burgers door hun eigen regering bij elkaar optellen, het aantal in deze eeuw omgebrachte mensen te zamen ongeveer 200 miljoen zou bedragen. Eén bron stelt het aantal zelfs op 360 miljoen. Stel u de verschrikking van dit alles eens voor — de pijn, de tranen, het leed en de verwoeste levens! Bovendien sterven elke dag gemiddeld zo’n 40.000 mensen, meest kinderen, aan met armoede verband houdende oorzaken. Driemaal zoveel worden elke dag door abortus gedood. Ook zijn ongeveer één miljard mensen te arm om aan voldoende voedsel te komen teneinde een normale dagtaak te kunnen verrichten. Al deze omstandigheden maken deel uit van het in de bijbelse profetieën voorzegde bewijs dat wij in „de laatste dagen” van dit goddeloze samenstel van dingen leven. — 2 Timotheüs 3:1-5, 13; Mattheüs 24:3-12; Lukas 21:10, 11; Openbaring 6:3-8.
Geen menselijke oplossingen
8. Waarom kunnen menselijke leiders de problemen van de wereld niet oplossen?
8 Nu deze twintigste eeuw haar einde nadert, kunnen wij haar wederwaardigheden toevoegen aan die van voorbije eeuwen. En wat heeft die geschiedenis te vertellen? Ze vertelt ons dat menselijke leiders nooit de grote problemen van de wereld hebben opgelost, dat zij ze nu niet oplossen, en dat zij ze in de toekomst niet zullen oplossen. Het gaat hun vermogen gewoonweg te boven om de soort van toekomst te verschaffen die wij ons wensen, hoe goed zij het wellicht ook bedoelen. En sommige mensen met autoriteit bedoelen het helemaal niet zo goed; zij zijn uit op positie en macht om hun eigen egotistische en materiële belangen te dienen, en hebben niet het welzijn van anderen op het oog.
9. Waarom zijn er redenen om eraan te twijfelen dat de wetenschap de antwoorden heeft op de problemen waarmee de mensheid worstelt?
9 Heeft de wetenschap de oplossingen? Als wij naar het verleden kijken niet. Wetenschappers in dienst van regeringen hebben enorm veel geld, tijd en moeite besteed aan de ontwikkeling van buitengewoon vernietigende chemische, biologische en andere soorten wapens. De natiën, met inbegrip van de landen die zich dat het minst kunnen veroorloven, besteden elk jaar meer dan 700 miljard dollar aan bewapening! Ook is de ’wetenschappelijke vooruitgang’ ten dele verantwoordelijk voor de chemische stoffen die tot de verontreiniging van lucht, bodem, water en voedsel hebben bijgedragen.
10. Waarom vormt zelfs onderwijs geen garantie voor een betere toekomst?
10 Kunnen wij hopen dat de onderwijsinstellingen van de wereld zullen helpen een betere toekomst op te bouwen, door hoge morele maatstaven, consideratie met anderen en naastenliefde te onderwijzen? Nee. Hun onderwijs concentreert zich veeleer op carrière, op geld verdienen. Ze brengen een geest van grote wedijver voort, geen geest van samenwerking; en morele waarden leren de scholen ook al niet. Vele ervan gedogen veeleer de seksuele vrijheid, die heeft gezorgd voor een enorme toename in tienerzwangerschappen en seksueel overdraagbare ziekten.
11. Hoe werpt het bericht dat zakenconcerns hebben opgebouwd een twijfelachtig licht op de toekomst?
11 Zullen de grote zakenconcerns van de wereld plotseling gemotiveerd raken om goed voor onze planeet te zorgen en liefde voor anderen te tonen door echt nuttige produkten te maken en niet alleen maar op winst uit te zijn? Dat is niet waarschijnlijk. Zullen ze ermee ophouden televisieprogramma’s vol geweld en immoraliteit te maken, die ertoe bijdragen de geest van de mensen, vooral van jonge mensen, te verderven? Het recente verleden is allesbehalve aanmoedigend, want televisie is grotendeels een beerput van immoraliteit en geweld geworden.
12. In welke toestand verkeert de mensheid met betrekking tot ziekte en dood?
12 Bovendien kunnen artsen, hoe oprecht zij ook zijn, ziekte en de dood niet overwinnen. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog bijvoorbeeld stonden zij machteloos tegenover de Spaanse griep; wereldwijd heeft deze zo’n twintig miljoen levens geëist. In deze tijd vieren hartkwalen, kanker en andere doodaanbrengende ziekten hoogtij. Ook heeft de medische wereld de hedendaagse aidsplaag niet overwonnen. Integendeel, een in november 1997 gepubliceerd rapport van de VN kwam tot de slotsom dat de snelheid waarmee het aidsvirus zich verspreidt het dubbele is van vorige schattingen. Miljoenen zijn er reeds aan gestorven. In een recent jaar raakten nog eens drie miljoen mensen besmet.
Hoe Jehovah’s Getuigen de toekomst bezien
13, 14. (a) Hoe bezien Jehovah’s Getuigen de toekomst? (b) Waarom kunnen mensen geen betere toekomst tot stand brengen?
13 Jehovah’s Getuigen geloven echter dat de mensheid een stralende toekomst, de allerbeste, te wachten staat! Maar zij verwachten niet dat die betere toekomst door menselijke inspanningen tot stand zal komen. Zij zien veeleer naar de Schepper, Jehovah God, op. Hij weet hoe de toekomst er uit zal zien, in één woord schitterend! Hij weet ook dat mensen zo’n toekomst niet kunnen verwezenlijken. Aangezien God hen geschapen heeft, kent hij hun beperkingen veel beter dan wie maar ook. In zijn Woord vertelt hij ons duidelijk dat hij de mensen niet heeft geschapen met het vermogen zichzelf zonder goddelijke leiding met succes te besturen. Dat God zo lang menselijke heerschappij onafhankelijk van hem heeft toegelaten, heeft dat onvermogen onweerlegbaar aangetoond. Eén schrijver erkende: „De menselijke geest heeft alle mogelijke combinaties van soevereiniteit uitgeprobeerd, en tevergeefs.”
14 In Jeremia 10:23 lezen wij de woorden van de geïnspireerde profeet: „Ik weet heel goed, o Jehovah, dat het niet aan de aardse mens is zijn weg te bepalen. Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten.” Ook staat in Psalm 146:3: „Stelt uw vertrouwen niet op edelen, noch op de zoon van de aardse mens, aan wie geen redding toebehoort.” Omdat wij, zoals uit Romeinen 5:12 blijkt, onvolmaakt geboren worden, waarschuwt Gods Woord ons trouwens ook om niet op onszelf te vertrouwen. Jeremia 17:9 zegt: „Het hart is verraderlijker dan iets anders.” Bijgevolg verklaart Spreuken 28:26: „Hij die op zijn eigen hart vertrouwt, is verstandeloos, maar hij die in wijsheid wandelt, die zal ontkomen.”
15. Waar kunnen wij de wijsheid vinden om ons te leiden?
15 Waar kunnen wij deze wijsheid vinden? „De vrees voor Jehovah is het begin van wijsheid, en de kennis van de Allerheiligste, dat is verstand” (Spreuken 9:10). Alleen Jehovah bezit de wijsheid die ons door deze angstaanjagende tijden heen kan loodsen. En hij heeft ons toegang tot zijn wijsheid verleend door middel van de bijbel, die hij geïnspireerd heeft als gids voor ons. — Spreuken 2:1-9; 3:1-6; 2 Timotheüs 3:16, 17.
De toekomst van menselijke heerschappij
16. Wie heeft de toekomst bepaald?
16 Wat vertelt Gods Woord ons dan over de toekomst? Het vertelt ons dat de toekomst zeer beslist niet zal weerspiegelen wat mensen in het verleden hebben gedaan. De zienswijze van Patrick Henry was dus onjuist. De toekomst voor deze aarde en de mensen die daarop leven, zal niet door mensen maar door Jehovah God worden bepaald. Zijn wil zal op aarde worden gedaan, niet de wil van mensen of natiën van deze wereld. „Vele zijn de plannen in het hart van een man, maar het is de raad van Jehovah die zal bestaan.” — Spreuken 19:21.
17, 18. Wat is Gods wil voor onze tijd?
17 Wat is Gods wil voor onze tijd? Hij heeft zich voorgenomen een einde te maken aan dit gewelddadige, immorele samenstel van dingen. Het eeuwenoude slechte bewind van mensen zal binnenkort worden vervangen door een regering die door God is ingesteld. In de profetie in Daniël 2:44 staat: „In de dagen van die koningen [die nu bestaan] zal de God des hemels een koninkrijk [in de hemel] oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan.” Het Koninkrijk zal ook de kwaadaardige invloed van Satan de Duivel verwijderen, iets waartoe mensen nooit in staat zouden zijn. Zijn heerschappij van deze wereld zal voor altijd eindigen. — Romeinen 16:20; 2 Korinthiërs 4:4; 1 Johannes 5:19.
18 Merk op dat de hemelse regering alle vormen van menselijke heerschappij zal verbrijzelen en wegvagen. Het bestuur over deze aarde zal niet aan mensen worden overgelaten. In de hemel zullen degenen die Gods koninkrijk vormen, alle aangelegenheden op aarde besturen tot welzijn van de mensheid (Openbaring 5:10; 20:4-6). Op aarde zullen getrouwe mensen samenwerken met de richtlijnen van Gods koninkrijk. Dit is de heerschappij waar Jezus ons om leerde bidden, toen hij zei: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde.” — Mattheüs 6:10.
19, 20. (a) Hoe beschrijft de bijbel de Koninkrijksregeling? (b) Wat zal de heerschappij ervan voor de mensheid doen?
19 Jehovah’s Getuigen stellen hun vertrouwen in Gods koninkrijk. Het komt overeen met de „nieuwe hemelen” waarover de apostel Petrus schreef: „Er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen” (2 Petrus 3:13). De „nieuwe aarde” is de nieuwe mensenmaatschappij, die zal worden geregeerd door de nieuwe hemelen, Gods koninkrijk. Dit is de regeling die God in een visioen aan de apostel Johannes onthulde die schreef: „Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de vroegere hemel en de vroegere aarde waren voorbijgegaan . . . En [God] zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:1, 4.
20 Merk op dat de nieuwe aarde rechtvaardig zal zijn. Alle onrechtvaardige elementen zullen verwijderd zijn door een daad van God, de strijd van Armageddon (Openbaring 16:14, 16). De profetie in Spreuken 2:21, 22 stelt het aldus: „De oprechten zijn het die op de aarde zullen verblijven, en de onberispelijken zijn het die erop zullen overblijven. Wat de goddelozen betreft, zij zullen van de aarde zelf worden afgesneden.” En Psalm 37:9 belooft: „De boosdoeners zelf zullen afgesneden worden, maar wie op Jehovah hopen, díe zullen de aarde bezitten.” Zou u niet graag in zo’n nieuwe wereld leven?
Stel geloof in Jehovah’s beloften
21. Waarom kunnen wij geloof stellen in Jehovah’s beloften?
21 Kunnen wij geloof stellen in Jehovah’s beloften? Luister naar wat hij bij monde van zijn profeet Jesaja zegt: „Gedenkt de eerste dingen van lange tijd geleden, dat ik de Goddelijke ben, en er is geen andere God, noch iemand gelijk mij; die van het begin af de afloop vertelt, en van oudsher de dingen die niet gedaan zijn; die zegt: ’Míjn raad zal tot stand komen en al mijn welbehagen zal ik doen.’” Het laatste deel van vers 11 zegt: „Ik heb het gesproken, ik zal het ook doen komen. Ik heb het geformeerd, ik zal het ook doen” (Jesaja 46:9-11). Ja, wij kunnen geloof stellen in Jehovah en zijn beloften en kunnen daar even zeker van zijn als wanneer die beloften al uitgekomen waren. De bijbel stelt het als volgt: „Geloof is de verzekerde verwachting van dingen waarop wordt gehoopt, de duidelijke demonstratie van werkelijkheden die echter niet worden gezien.” — Hebreeën 11:1.
22. Waarom kunnen wij het vaste vertrouwen hebben dat Jehovah zijn beloften zal vervullen?
22 Nederige mensen leggen zo’n geloof aan de dag omdat zij weten dat God zijn beloften zal vervullen. In Psalm 37:29 bijvoorbeeld lezen wij: „De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven.” Kunnen wij dit geloven? Ja, want Hebreeën 6:18 zegt dat „God onmogelijk kan liegen”. Is God de eigenaar van de aarde, zodat hij ze aan nederige mensen kan geven? Openbaring 4:11 verklaart: „Gij hebt alle dingen geschapen, en vanwege uw wil bestonden ze en werden ze geschapen.” Daarom zegt Psalm 24:1: „Aan Jehovah behoort de aarde en dat wat haar vult.” Jehovah heeft de aarde geschapen, ze is zijn eigendom en hij geeft haar aan degenen die geloof in hem stellen. Om ons te helpen hier vertrouwen in te stellen, zal het volgende artikel tonen hoe Jehovah in het verleden alsook in onze tijd zijn aan zijn volk gedane beloften is nagekomen en waarom wij er een absoluut vertrouwen in kunnen hebben dat hij dat in de toekomst ook zal doen.
Punten ter herhaling
◻ Wat is er door de hele geschiedenis heen met de hoop van mensen gebeurd?
◻ Waarom dienen wij voor een betere toekomst niet naar mensen op te zien?
◻ Wat is Gods wil met betrekking tot de toekomst?
◻ Waarom hebben wij het vaste vertrouwen dat God zijn beloften zal vervullen?
[Illustratie op blz. 10]
In de bijbel wordt terecht opgemerkt: „Het staat niet aan een man . . . zijn schrede te richten.” — Jeremia 10:23
[Verantwoording]
Bom: foto U.S. National Archives; uitgehongerde kinderen: WHO/OXFAM; vluchtelingen: UN-FOTO 186763/J. Isaac; Mussolini en Hitler: foto U.S. National Archives