’Maak uw hart standvastig’
„Gij hebt volharding nodig, om, na de wil van God gedaan te hebben, de vervulling van de belofte te ontvangen.” — HEBREEËN 10:36.
1, 2. (a) Wat overkwam een aantal christenen in de eerste eeuw? (b) Waarom kan geloof gemakkelijk verzwakken?
VAN alle bijbelschrijvers heeft niemand het vaker over geloof gehad dan de apostel Paulus. En dikwijls sprak hij over degenen wier geloof was verzwakt of te gronde gegaan. Hymeneüs en Alexander bijvoorbeeld leden „schipbreuk . . . betreffende hun geloof” (1 Timotheüs 1:19, 20). Demas verliet Paulus omdat „hij het tegenwoordige samenstel van dingen liefhad” (2 Timotheüs 4:10). Sommigen hebben door hun onchristelijke, onverantwoordelijke daden „het geloof verloochend”. Anderen werden door valse wijsheid misleid en zijn „van het geloof afgeweken”. — 1 Timotheüs 5:8; 6:20, 21.
2 Waarom werden die gezalfde christenen in deze opzichten uitvallers? Welnu, „geloof is de verzekerde verwachting van dingen waarop wordt gehoopt, de duidelijke demonstratie van werkelijkheden die echter niet worden gezien” (Hebreeën 11:1). Wij oefenen geloof in wat wij niet kunnen zien. Wij hebben dat niet nodig voor dingen die wel worden gezien. Het is gemakkelijker te werken voor zichtbare bezittingen dan voor onzichtbare geestelijke rijkdom (Mattheüs 19:21, 22). Veel zichtbare dingen — zoals „de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen” — oefenen een sterke aantrekkingskracht uit op ons onvolmaakte vlees en kunnen ons geloof verzwakken. — 1 Johannes 2:16.
3. Wat voor geloof dient een christen aan te kweken?
3 Toch zegt Paulus: „Wie tot God nadert, moet geloven dat hij bestaat en dat hij de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken.” Mozes had zo’n geloof. Hij „hield het oog oplettend gericht op de beloning” en „bleef standvastig als zag hij de Onzichtbare” (Hebreeën 11:6, 24, 26, 27). Een christen heeft zo’n geloof nodig. Zoals in het voorgaande artikel is opgemerkt, was Abraham in dit opzicht een schitterend voorbeeld.
Abrahams voorbeeld van geloof
4. Hoe werd Abrahams levenswijze door zijn geloof beïnvloed?
4 Abraham bevond zich in Ur toen hij Gods belofte ontving dat hij een zaad zou verwekken dat een zegen voor mensen van alle natiën zou zijn (Genesis 12:1-3; Handelingen 7:2, 3). Op grond van die belofte gehoorzaamde Abraham Jehovah door eerst naar Haran en vervolgens naar Kanaän te trekken. Daar beloofde Jehovah het land aan Abrahams zaad te geven (Genesis 12:7; Nehemia 9:7, 8). Maar veel van wat Jehovah beloofde, zou na Abrahams dood in vervulling gaan. Zo heeft Abraham zelf nooit enig deel van Kanaän in bezit gehad — met uitzondering van de grot van Machpela, die hij als een grafstede kocht (Genesis 23:1-20). Toch had hij geloof in Jehovah’s woord. Bovenal had hij geloof in een toekomstige „stad die werkelijke fundamenten heeft, van welke stad God de bouwer en maker is” (Hebreeën 11:10). Dit geloof heeft hem zijn leven lang geschraagd.
5, 6. In welk opzicht werd Abrahams geloof met betrekking tot Jehovah’s belofte beproefd?
5 Dit blijkt vooral ten aanzien van de belofte dat Abrahams zaad een grote natie zou worden. Wilde dit gebeuren, dan had Abraham een zoon nodig, en hij moest een lange tijd wachten totdat hij daarmee werd gezegend. Wij weten niet hoe oud hij was toen hij Gods belofte voor het eerst hoorde, maar toen hij de lange reis naar Haran maakte, had Jehovah hem nog geen kind geschonken (Genesis 11:30). Hij was lang genoeg in Haran om ’have te vergaren en zielen te verwerven’, en toen hij naar Kanaän trok, was hij 75 jaar en was Sara 65. Toch hadden zij geen zoon (Genesis 12:4, 5). Toen Sara de leeftijd van 75 jaar bereikte, was haar conclusie dat zij nu te oud was om Abraham een kind te schenken. Daarom volgde zij een gewoonte uit die tijd en gaf haar slavin Hagar aan Abraham, waarna hij een zoon bij haar kreeg. Maar dit was niet het beloofde kind. Hagar en haar kind, Ismaël, werden uiteindelijk weggestuurd. Toen Abraham ten behoeve van hen pleitte, beloofde Jehovah niettemin Ismaël te zegenen. — Genesis 16:1-4, 10; 17:15, 16, 18-20; 21:8-21.
6 Op Gods bestemde tijd — heel lang nadat zij voor het eerst de belofte hadden gehoord — kregen de honderdjarige Abraham en de negentigjarige Sara een jongetje, Isaäk. Wat moet dat geweldig zijn geweest! Voor dit bejaarde echtpaar was het bijna als een opstanding toen hun lichamen die „de dood nabij” waren, nieuw leven voortbrachten (Romeinen 4:19-21). Het wachten duurde lang, maar toen de belofte uiteindelijk in vervulling ging, was het de moeite van het wachten waard.
7. Hoe houdt geloof verband met volharding?
7 Abrahams voorbeeld brengt ons in herinnering dat geloof niet slechts van korte duur dient te zijn. Paulus bracht geloof met volharding in verband toen hij schreef: „Gij hebt volharding nodig, om, na de wil van God gedaan te hebben, de vervulling van de belofte te ontvangen. . . . Wij behoren niet tot het soort dat terugdeinst, wat tot vernietiging leidt, maar tot het soort dat geloof heeft, wat tot het in het leven behouden van de ziel leidt” (Hebreeën 10:36-39). Velen hebben lang op de vervulling van de belofte gewacht. Sommigen hebben hun hele leven gewacht. Hun sterke geloof heeft hen geschraagd. En, net als Abraham, zullen zij op Jehovah’s bestemde tijd de beloning ontvangen. — Habakuk 2:3.
Naar God luisteren
8. Hoe luisteren wij thans naar God, en waarom wordt daardoor ons geloof gesterkt?
8 Ten minste vier factoren hebben Abrahams geloof versterkt, en dezelfde factoren kunnen ons helpen. Ten eerste toonde hij zijn ’geloof dat God bestaat’ door er acht op te slaan wanneer Jehovah sprak. Daarin verschilde hij dus van de joden uit Jeremia’s tijd, die in Jehovah geloofden maar geen geloof stelden in zijn woorden (Jeremia 44:15-19). In deze tijd spreekt Jehovah tot ons via de bladzijden van de bijbel, zijn geïnspireerde Woord, waarvan Petrus zegt dat het is als „een lamp die schijnt in een duistere plaats . . . in uw hart” (2 Petrus 1:19). Wanneer wij de bijbel aandachtig lezen, worden wij „gevoed met de woorden van het geloof” (1 Timotheüs 4:6; Romeinen 10:17). Bovendien verschaft „de getrouwe en beleidvolle slaaf” in deze laatste dagen geestelijk ’voedsel te rechter tijd’, leiding bij het toepassen van bijbelse beginselen en het begrijpen van bijbelse profetieën (Mattheüs 24:45-47). Door middel hiervan naar Jehovah luisteren, is onontbeerlijk om een sterk geloof te krijgen.
9. Wat zal het gevolg zijn als wij werkelijk geloof stellen in de christelijke hoop?
9 Abrahams geloof hield nauw verband met zijn hoop. „Hij [had] . . . op grond van hoop geloof, opdat hij de vader van vele natiën zou worden” (Romeinen 4:18). Dit is een tweede factor waardoor wij geholpen kunnen worden. Wij dienen nooit te vergeten dat Jehovah „de beloner [is] van wie hem ernstig zoeken”. De apostel Paulus zei: „Wij [werken] hard en spannen . . . ons in, omdat wij onze hoop hebben gevestigd op een levende God” (1 Timotheüs 4:10). Als wij werkelijk geloof stellen in de christelijke hoop, zal onze hele levenswijze, net als bij Abraham, een demonstratie van ons geloof zijn.
Met God spreken
10. Wat voor gebeden zullen ons geloof versterken?
10 Abraham sprak met God en dit was een derde factor waardoor zijn geloof werd versterkt. In deze tijd kunnen ook wij met Jehovah spreken, waarbij wij gebruikmaken van de gave om door bemiddeling van Jezus Christus te bidden (Johannes 14:6; Efeziërs 6:18). Nadat Jezus een gelijkenis had verteld waarin hij de noodzaak om voortdurend te bidden had beklemtoond, stelde hij de vraag: „Wanneer de Zoon des mensen gekomen is, zal hij dan werkelijk het geloof op aarde vinden?” (Lukas 18:8) Geloofopbouwende gebeden worden niet gedachteloos of automatisch opgezonden. Ze zijn rijk aan betekenis. Oprechte gebeden zijn bijvoorbeeld gebiedend noodzakelijk wanneer wij belangrijke beslissingen moeten nemen of wanneer wij onder grote druk staan. — Lukas 6:12, 13; 22:41-44.
11. (a) Hoe werd Abraham gesterkt toen hij zijn hart voor God opende? (b) Wat kunnen wij van Abrahams ervaring leren?
11 Toen Abraham oud werd en Jehovah hem het beloofde zaad nog steeds niet had geschonken, sprak hij met God over zijn bezorgdheid. Jehovah stelde hem gerust. Het resultaat? Abraham „stelde geloof in Jehovah; voorts rekende hij het hem als rechtvaardigheid toe”. Vervolgens gaf Jehovah een teken om zijn geruststellende woorden te bevestigen (Genesis 15:1-18). Als wij ons hart voor Jehovah in gebed openen, Jehovah’s verzekeringen in zijn Woord, de bijbel, aanvaarden en hem vol geloof gehoorzamen, dan zal Jehovah ons geloof ook sterken. — Mattheüs 21:22; Judas 20, 21.
12, 13. (a) Hoe werd Abraham gezegend toen hij Jehovah’s leiding volgde? (b) Wat voor ervaringen zullen ons geloof sterken?
12 Een vierde factor waardoor Abrahams geloof werd versterkt, was de steun die Jehovah hem gaf wanneer hij Gods leiding volgde. Toen Abraham eropuit trok om Lot uit de hand van de binnenvallende koningen te bevrijden, schonk Jehovah hem de overwinning (Genesis 14:16, 20). Toen Abraham als tijdelijke inwoner verbleef in het land dat zijn zaad zou beërven, zegende Jehovah hem in materieel opzicht. (Vergelijk Genesis 14:21-23.) Jehovah leidde de pogingen van zijn beheerder om een geschikte vrouw voor Isaäk te vinden (Genesis 24:10-27). Ja, Jehovah ’zegende Abraham in alles’ (Genesis 24:1). Zijn geloof was als gevolg hiervan zo sterk en zijn band met Jehovah God zo hecht dat Jehovah hem „mijn vriend” noemde. — Jesaja 41:8; Jakobus 2:23.
13 Kunnen wij thans zo’n sterk geloof hebben? Ja. Als wij, net als Abraham, Jehovah op de proef stellen door zijn geboden te gehoorzamen, zal hij ook ons zegenen, en dat zal ons geloof sterken. Een blik op het bericht over het dienstjaar 1998 laat bijvoorbeeld zien dat velen op een schitterende wijze gezegend zijn toen zij zijn gebod gehoorzaamden om het goede nieuws te prediken. — Markus 13:10.
Een bericht van geloof in deze tijd
14. Hoe heeft Jehovah de veldtocht met Koninkrijksnieuws nr. 35 gezegend?
14 In oktober 1997 was de wereldwijde veldtocht met Koninkrijksnieuws nr. 35 een opmerkelijk succes, dankzij de ijver en het enthousiasme van miljoenen afzonderlijke Getuigen. Typerend is wat er in Ghana gebeurde. Er werden bijna 2,5 miljoen exemplaren in vier talen verspreid en als gevolg hiervan kwamen er bijna 2000 verzoeken om bijbelstudie binnen. Op Cyprus zagen twee Getuigen die Koninkrijksnieuws-traktaten verspreidden dat een priester hen volgde. Na een poosje boden zij hem een Koninkrijksnieuws-traktaat aan. Hij had reeds een exemplaar gekregen en zei: „Ik was zo van de erin vervatte boodschap onder de indruk dat ik de mensen die bij de vervaardiging ervan betrokken waren, wilde feliciteren.” In Denemarken werden 1,5 miljoen Koninkrijksnieuws-traktaten verspreid met voortreffelijke resultaten. Een dame wier werk op het gebied van public relations ligt, zei: „Het traktaat bevat een boodschap voor iedereen. Het is gemakkelijk te begrijpen en het motiveert, wekt het verlangen in je op om meer te weten te komen. Het is werkelijk een schot in de roos!”
15. Uit welke ervaringen blijkt dat Jehovah de krachtsinspanningen om mensen overal te bereiken, heeft gezegend?
15 In 1998 werden pogingen in het werk gesteld om niet alleen te prediken tot mensen thuis, maar overal. In Ivoorkust bezocht een zendelingenechtpaar 322 schepen aan de kade. Zij verspreidden 247 boeken, 2284 tijdschriften, 500 brochures en honderden traktaten, alsook video’s die de scheepslieden konden bekijken terwijl zij op zee waren. In Canada ging een Getuige naar een carrosseriebedrijf. De eigenaar was geïnteresseerd en de broeder bleef vier en een half uur, hoewel de tijd die aan het getuigenis geven werd besteed in totaal slechts ongeveer een uur in beslag nam, aangezien er steeds klanten geholpen moesten worden. Uiteindelijk werd er voor tien uur ’s avonds een studie afgesproken. Soms werd er echter pas tegen middernacht begonnen en duurde de studie tot twee uur ’s morgens. Het schema vormde waarschijnlijk een uitdaging, maar er werden goede resultaten bereikt. De man besloot zijn bedrijf op zondag te sluiten om vergaderingen te bezoeken. Hij en zijn gezin maakten weldra voortreffelijke vorderingen.
16. Uit welke ervaringen blijkt dat de Wat verlangt God-brochure en het Kennis-boek krachtige middelen in het predikings- en onderwijzingswerk zijn?
16 De brochure Wat verlangt God van ons? en het boek Kennis die tot eeuwig leven leidt blijven krachtige instrumenten in het predikings- en onderwijzingswerk. In Italië nam een non die op een bus wachtte een Koninkrijksnieuws-traktaat. De volgende dag werd zij opnieuw benaderd en nam zij de Wat verlangt God-brochure. Elke dag daarna had zij een tien tot vijftien minuten durende bijbelstudie bij de bushalte. Na anderhalve maand besloot zij het klooster te verlaten, naar haar geboorteplaats in Guatemala terug te keren en haar studie voort te zetten. In Malawi was een trouwe kerkgangster, Lobina genaamd, er niet over te spreken dat haar dochters met Jehovah’s Getuigen de bijbel begonnen te bestuderen. Toch deelden de meisjes de bijbelse waarheid met hun moeder wanneer dat maar mogelijk was. In juni 1997 zag Lobina het Kennis-boek en werd getroffen door de gedachte dat kennis de bezitter ervan ergens heen voert, ’tot eeuwig leven leidt’. In juli stemde zij in met een bijbelstudie. In augustus bezocht zij het districtscongres en luisterde aandachtig naar het hele programma. Tegen het eind van die maand had zij haar kerk verlaten en kwam zij ervoor in aanmerking een niet-gedoopte verkondiger te zijn. Zij werd in november 1997 gedoopt.
17, 18. Hoe zijn de video’s van het Genootschap nuttig gebleken om personen te helpen geestelijke dingen te „zien”?
17 De video’s van het Genootschap hebben velen geholpen geestelijke zaken te „zien”. Op Mauritius verliet een man zijn kerk wegens de onenigheid die daar heerste. Een zendeling toonde hem de eenheid onder Jehovah’s Getuigen met gebruikmaking van de video Verenigd door Goddelijk onderwijs. Onder de indruk zei de man: „Jullie Jehovah’s Getuigen zijn al in het paradijs!” Hij stemde in met een bijbelstudie. Een zuster in Japan toonde haar ongelovige echtgenoot de video Jehovah’s Getuigen — De organisatie achter de naam, en dit bewoog hem ertoe een geregelde bijbelstudie te hebben. Nadat hij Verenigd door Goddelijk onderwijs had gezien, wilde hij een van Jehovah’s Getuigen worden. De driedelige serie getiteld De bijbel — Een boek met feiten en profetieën hielp hem bijbelse beginselen in zijn leven toe te passen. Ten slotte toonde Jehovah’s Getuigen — Standvastig onder nazi-terreur hem dat Jehovah Zijn volk tegen Satans aanvallen sterkt. De man werd in oktober 1997 gedoopt.
18 Dit zijn slechts enkele van de vele, vele ervaringen die het afgelopen dienstjaar zijn opgedaan. Ze laten zien dat Jehovah’s Getuigen een actief geloof hebben en dat Jehovah dat geloof sterkt door hun activiteit te zegenen. — Jakobus 2:17.
Kweek thans geloof aan
19. (a) Hoe staan wij er beter voor dan Abraham? (b) Hoevelen zijn er vorig jaar bijeengekomen om Jezus’ offerandelijke dood te herdenken? (c) Welke landen hadden het afgelopen jaar op de Gedachtenisviering een voortreffelijk aantal aanwezigen? (Zie de tabel op blz. 12 tot 15.)
19 In veel opzichten staan wij er thans beter voor dan Abraham. Wij weten dat Jehovah al zijn beloften aan Abraham is nagekomen. Ja, Abrahams nakomelingen beërfden Kanaän en werden een grote natie (1 Koningen 4:20; Hebreeën 11:12). Bovendien werd zo’n 1971 jaar nadat Abraham Haran verliet een nakomeling van hem, Jezus, door Johannes de Doper in water en vervolgens door Jehovah zelf in heilige geest gedoopt om de Messias, Abrahams Zaad in de volledige, geestelijke zin, te worden (Mattheüs 3:16, 17; Galaten 3:16). Op 14 Nisan 33 G.T. offerde Jezus zijn leven als een losprijs voor degenen die geloof in hem zouden oefenen (Mattheüs 20:28; Johannes 3:16). Miljoenen konden zich nu door bemiddeling van hem zegenen. Vorig jaar kwamen op 14 Nisan 13.896.312 personen bijeen om deze prachtige daad van liefde te gedenken. Wat een rechtvaardiging van Jehovah, Degene die op grootse wijze zijn beloften nakomt!
20, 21. Hoe hebben mensen van alle natiën zich in de eerste eeuw door bemiddeling van Abrahams Zaad gezegend, en hoe zegenen zij zich thans?
20 In de eerste eeuw oefenden velen uit alle natiën — te beginnen met het vleselijke Israël — geloof in dit Zaad van Abraham en werden gezalfde zonen van God, leden van een nieuw, geestelijk „Israël Gods” (Galaten 3:26-29; 6:16; Handelingen 3:25, 26). Zij hadden een verzekerde verwachting van onsterfelijk geestelijk leven in de hemel als mederegeerders in Gods koninkrijk. Slechts 144.000 personen zouden op deze wijze gezegend worden en enkelen van hen zijn nog op aarde (Openbaring 5:9, 10; 7:4). Vorig jaar legden 8756 personen getuigenis af van hun geloof dat zij tot deze groep behoorden door tijdens de Gedachtenisviering van de symbolen te gebruiken.
21 Bijna alle getuigen van Jehovah in deze tijd behoren tot de „grote schare” die in Openbaring 7:9-17 was voorzegd. Aangezien zij zich door bemiddeling van Jezus zegenen, koesteren zij de hoop op eeuwig leven op een paradijsaarde (Openbaring 21:3-5). De 5.888.650 personen die in 1998 een aandeel aan het predikingswerk hadden, vormen het bewijs dat deze schare werkelijk ’groot’ is. Het was vooral opwindend te zien dat zowel Rusland als Oekraïne voor de eerste keer meer dan 100.000 verkondigers berichtten. Ook het bericht van de Verenigde Staten was opzienbarend — 1.040.283 verkondigers in augustus! Dit waren slechts drie van de negentien landen die vorig jaar meer dan 100.000 verkondigers berichtten.
Hoop die weldra verwezenlijkt wordt
22, 23. (a) Waarom dienen wij thans ons hart standvastig te maken? (b) Hoe kunnen wij bewijzen als Abraham te zijn en niet als de door Paulus genoemde trouwelozen?
22 De bezoekers op de Gedachtenisviering werden eraan herinnerd in welk vergevorderd stadium wij ons bevinden met betrekking tot de vervulling van Jehovah’s beloften. In 1914 werd Jezus als Koning van Gods hemelse koninkrijk op de troon geplaatst en begon zijn tegenwoordigheid in Koninkrijksmacht (Mattheüs 24:3; Openbaring 11:15). Ja, het Zaad van Abraham regeert thans in de hemel! Jakobus zei tot christenen in zijn tijd: „Oefent . . . geduld; maakt uw hart standvastig, want de tegenwoordigheid van de Heer is nabij gekomen” (Jakobus 5:8). Welnu, die tegenwoordigheid is thans een realiteit! Dus reden te over om ons hart standvastig te maken!
23 Mag ons vertrouwen in Gods beloften voortdurend hernieuwd worden door geregelde bijbelstudie en zinvolle gebeden. Mogen wij altijd Jehovah’s zegen blijven ervaren wanneer wij zijn Woord gehoorzamen. Dan zullen wij zijn als Abraham, niet als degenen van wie het geloof is verzwakt en te gronde gegaan, zoals Paulus vermeldt. Niets zal ons van ons allerheiligst geloof scheiden (Judas 20). Wij bidden dat dit tijdens het dienstjaar 1999 en verder in een eeuwige toekomst van al Jehovah’s dienstknechten gezegd zal kunnen worden.
Weet u het?
◻ Hoe kunnen wij thans naar God luisteren?
◻ Wat voor nut hebben zinvolle gebeden tot God?
◻ Hoe zal ons geloof worden gesterkt als wij gehoorzaam Jehovah’s leiding volgen?
◻ Welke aspecten van het jaarbericht (blz. 12 tot 15) hebt u vooral interessant gevonden?
[Tabel op blz. 12-15]
BERICHT OVER HET DIENSTJAAR 1998 VAN JEHOVAH’S GETUIGEN OVER DE HELE WERELD
(Zie ingebonden jaargang)
[Illustratie op blz. 16]
Als wij naar Jehovah’s Woord luisteren, zal ons vertrouwen in zijn beloften hernieuwd worden
[Illustratie op blz. 18]
Ons geloof wordt versterkt wanneer wij aan de bediening deelnemen