De Schepper kan uw leven meer zin verlenen
„Dat ze de naam van Jehovah loven; want híj gebood, en ze werden geschapen.” — PSALM 148:5.
1, 2. (a) Welke vraag dienen wij te beschouwen? (b) Hoe is schepping bij Jesaja’s vraag betrokken?
„ZIJT gij het niet te weten gekomen?” Dat klinkt misschien als slechts een suggestieve vraag die velen ertoe brengt te reageren met: ’Wat te weten gekomen?’ Maar het is een ernstige vraag. En wij kunnen het antwoord het beste begrijpen door het tekstverband op te merken — het veertigste hoofdstuk van het bijbelboek Jesaja. Een Hebreeër uit de oudheid, Jesaja, heeft het boek geschreven, dus is het een oude vraag. Toch is het ook een heel moderne vraag, die het wezenlijke doel van uw leven raakt.
2 Aangezien de kwestie van zo groot belang is, verdient de vraag uit Jesaja 40:28 onze serieuze aandacht: „Zijt gij het niet te weten gekomen of hebt gij het niet gehoord? Jehovah, de Schepper van de uiteinden der aarde, is een God tot onbepaalde tijd.” Het ’te weten komen’ ging dus over de Schepper van de aarde, en de context laat zien dat er meer dan de aarde bij betrokken is. Twee verzen eerder schreef Jesaja over de sterren: „Heft uw ogen naar omhoog en ziet. Wie heeft deze dingen geschapen? Het is Degene die het heerleger daarvan zelfs naar het getal uitleidt . . . Vanwege de overvloed van dynamische energie, en omdat hij sterk is in kracht, ontbreekt er niet één aan.”
3. Waarom dient u, ook al weet u veel over de Schepper, nog meer te weten te willen komen?
3 Ja, de vraag „Zijt gij het niet te weten gekomen?” handelt in feite over de Schepper van ons universum. U bent er persoonlijk misschien van overtuigd dat Jehovah God „de Schepper van de uiteinden der aarde” is. U weet wellicht ook heel wat over zijn persoonlijkheid en zijn wegen. Maar als u nu eens een man of een vrouw ontmoet die betwijfelt of er een Schepper is en die duidelijk niet weet wat voor iemand hij is? Zo iemand te ontmoeten, hoeft geen verbazing te wekken, want er zijn vele miljoenen mensen die de Schepper niet kennen of niet in hem geloven. — Psalm 14:1; 53:1.
4. (a) Waarom is het in deze tijd passend de Schepper te beschouwen? (b) Welke antwoorden kan de wetenschap niet verschaffen?
4 Scholen blijven veel sceptici afleveren die van mening zijn dat de wetenschap de antwoorden heeft op vragen omtrent het ontstaan van het universum en het leven, of ze zal vinden. In Aux Origines de la Vie (Het ontstaan van leven) merken de schrijvers Hagene en Lenay op: „Het ontstaan van leven is aan het begin van de eenentwintigste eeuw nog steeds een onderwerp van discussie. Voor dit zo moeilijk op te lossen probleem is het nodig dat op alle terreinen onderzoekingen worden gedaan, van de onmetelijkheid van de ruimte tot de oneindige kleinheid van de materie.” Toch erkent het laatste hoofdstuk, „De vraag blijft actueel”: „Wij hebben ons beziggehouden met enkele wetenschappelijke antwoorden op de vraag: Hoe is het leven op aarde ontstaan? Maar waarom is het leven ontstaan? Heeft het leven een doel? Deze vragen kan de wetenschap niet beantwoorden. Ze zoekt slechts naar het ’hoe’ der dingen. ’Hoe’ en ’waarom’ zijn twee totaal verschillende vragen. . . . Met betrekking tot de vraag ’waarom’ moeten de filosofie, de religie en — bovenal — een ieder van ons het antwoord vinden.”
De antwoorden en de zin vinden
5. Wat voor mensen kunnen er vooral profijt van trekken meer over de Schepper te weten te komen?
5 Ja, wij willen begrijpen waarom het leven bestaat — en vooral waarom wij op aarde zijn. Bovendien dienen wij belangstelling te hebben voor mensen die nog niet tot de gevolgtrekking zijn gekomen dat er een Schepper bestaat en beslist weinig over zijn wegen weten. Of denk eens aan degenen die door hun achtergrond een heel ander denkbeeld van God hebben dan wat de bijbel biedt. Miljarden mensen zijn opgegroeid in de Oriënt of op andere plaatsen waar de meesten God niet zien als een persoon, een echt wezen met een aantrekkelijke persoonlijkheid. Het woord „god” wekt bij hen misschien slechts de indruk van een vage kracht of een abstracte oorzaak. Zij zijn ’niets te weten gekomen omtrent de Schepper’ of zijn wegen. Als zij, of miljoenen mensen met soortgelijke zienswijzen, ervan overtuigd zouden kunnen raken dat de Schepper bestaat, welke voordelen zouden zij dan kunnen ontvangen, met inbegrip van eeuwige vooruitzichten! Zij zouden ook iets kunnen krijgen wat inderdaad zeldzaam is — een werkelijke zin, een werkelijk doel en vrede des geestes in het leven.
6. Hoe vertoont het leven van velen in deze tijd overeenkomst met de ervaring van Paul Gauguin en met een van zijn schilderijen?
6 Ter illustratie: In 1891 vertrok de Franse kunstenaar Paul Gauguin naar Frans Polynesië op zoek naar een voldoening schenkend leven in een waar paradijs. Maar al gauw bezorgde zijn losbandige verleden hemzelf en anderen ziekte en lijden. Toen hij de dood voelde naderen, schilderde hij een groot doek, waarop hij ’het leven als een groot mysterie scheen te interpreteren’. Weet u hoe Gauguin dat schilderij noemde? „Waar komen wij vandaan? Wat zijn we? Waar gaan we heen?” U hebt anderen misschien soortgelijke vragen horen stellen. Velen doen dat. Maar wanneer zij geen bevredigende antwoorden vinden — geen werkelijk doel in het leven — waartoe kunnen zij zich dan wenden? Zij concluderen misschien dat hun leven weinig verschilt van dat van de dieren. — 2 Petrus 2:12.a
7, 8. Waarom zijn de onderzoekingen van de wetenschap op zich niet toereikend?
7 U kunt dus begrijpen waarom iemand als Freeman Dyson, hoogleraar in de natuurkunde, kon schrijven: „Ik ben in goed gezelschap wanneer ik opnieuw de vragen stel die Job stelde. Waarom lijden wij? Waarom is de wereld zo onrechtvaardig? Wat is het doel van pijn en tragedie?” (Job 3:20, 21; 10:2, 18; 21:7) Zoals reeds gezegd, wenden veel mensen zich voor antwoorden tot de wetenschap in plaats van tot God. Biologen, oceanografen en anderen blijven meer kennis omtrent onze aardbol en het leven erop vergaren. In een andere richting kijkend, komen astronomen en natuurkundigen steeds meer te weten over ons zonnestelsel, de sterren en zelfs verre sterrenstelsels. (Vergelijk Genesis 11:6.) Op welke redelijke conclusies kunnen zulke feiten wijzen?
8 Sommige wetenschappers spreken over de „geest” van God of het „handschrift” dat in het heelal wordt onthuld. Maar zou daardoor het punt waar het om gaat over het hoofd gezien kunnen worden? Het tijdschrift Science merkte op: „Wanneer onderzoekers zeggen dat de kosmologie de ’geest’ of het ’handschrift’ van God onthult, schrijven zij aan de godheid toe wat uiteindelijk wellicht het minder belangrijke aspect van het heelal is — de stoffelijke structuur ervan.” De Nobelprijswinnaar en fysicus Steven Weinberg schreef zelfs: „Hoe meer we van het heelal gaan begrijpen, hoe zinlozer het ons voorkomt.”
9. Welke bewijzen kunnen ons en anderen helpen meer over de Schepper te weten te komen?
9 Toch kunt u tot de miljoenen behoren die de kwestie ernstig hebben bestudeerd en begrijpen dat een werkelijk doel in het leven verband houdt met het kennen van de Schepper. Bedenk wat de apostel Paulus schreef: „Mensen kunnen niet zeggen dat zij God niet kennen. Vanaf het begin van de wereld hebben mensen kunnen zien wat voor iemand God is door middel van de dingen die Hij gemaakt heeft. Dit toont Zijn macht, die eeuwig blijft. Het toont dat Hij God is” (Romeinen 1:20, Holy Bible, New Life Version). Ja, er zijn feiten omtrent onze wereld en onszelf die mensen kunnen helpen om de Schepper te erkennen, en te ontdekken dat de zin van het bestaan met hem te maken heeft. Beschouw eens drie aspecten hiervan: het heelal om ons heen, de oorsprong van het leven en onze eigen geestelijke vermogens.
Redenen om te geloven
10. Waarom dienen wij over het „begin” na te denken? (Genesis 1:1; Psalm 111:10)
10 Hoe is ons heelal ontstaan? U weet wellicht uit verslagen over ruimtetelescopen en ruimtesondes dat de meeste wetenschappers zich realiseren dat ons heelal niet altijd heeft bestaan. Het heeft een begin gehad en dijt uit. Waar duidt dit op? Luister naar de astronoom Sir Bernard Lovell: „Als te eniger tijd in het verleden het Heelal eens nagenoeg in een toestand van singulariteit oftewel oneindig kleine omvang en oneindig grote dichtheid verkeerde, moeten wij ons afvragen wat er voordien was . . . Wij staan voor het probleem van een Begin.”
11. (a) Hoe uitgestrekt is het heelal? (b) Wat wordt door de precisie van het heelal te kennen gegeven?
11 De structuur van het heelal, met inbegrip van onze aarde, weerspiegelt een verbazingwekkend subtiele afstemming. Twee opmerkelijke hoedanigheden van onze zon en andere sterren bijvoorbeeld zijn langetermijnefficiëntie en stabiliteit. De huidige schattingen van het aantal sterrenstelsels in het zichtbare heelal variëren van 50 miljard (50.000.000.000) tot 125 miljard. En ons Melkwegstelsel bevat miljarden en nog eens miljarden sterren. Denkt u hier nu eens over na: Wij weten dat er voor een automotor een kritische verhouding tussen brandstof en lucht nodig is. Als u een auto bezit, zult u misschien een ervaren monteur vragen de motor af te stellen, zodat uw auto soepeler en zuiniger loopt. Als deze precisie louter bij een motor belangrijk is, wat valt er dan bijvoorbeeld te zeggen over onze efficiënt „brandende” zon? Het is duidelijk dat de voornaamste krachten die hierbij een rol spelen, precies zijn afgestemd op het bestaan van leven op aarde. Is dat zomaar gebeurd? Aan Job uit de oudheid werd gevraagd: „Hebt gij de inzettingen afgekondigd die de hemel besturen, of de natuurwetten op aarde vastgelegd?” (Job 38:33, The New English Bible) Geen mens heeft dit gedaan. Waar kwam de precisie derhalve vandaan? — Psalm 19:1.
12. Waarom is het niet onredelijk te overdenken of er een machtige Intelligentie achter de schepping schuilgaat?
12 Zou ze afkomstig kunnen zijn van een niet voor menselijke ogen zichtbaar iets of van Iemand? Beschouw deze vraag eens in het licht van de moderne wetenschap. De meeste astronomen aanvaarden nu dat er zeer krachtige hemelobjecten zijn — zwarte gaten. Deze zwarte gaten kunnen niet worden gezien, toch zijn experts ervan overtuigd dat ze bestaan. Op overeenkomstige wijze bericht de bijbel dat er in een ander rijk machtige schepselen bestaan die niet kunnen worden gezien — geestelijke schepselen. Is het, als zulke machtige, onzichtbare wezens bestaan, niet plausibel dat de precisie die overal in het heelal wordt geopenbaard, haar oorsprong had bij een machtige Intelligentie? — Nehemia 9:6.
13, 14. (a) Wat heeft de wetenschap in feite met betrekking tot de oorsprong van het leven bevestigd? (b) Waarop wijst het bestaan van leven op aarde?
13 Een tweede bewijsvoering die mensen kan helpen een Schepper te erkennen, heeft betrekking op de oorsprong van het leven. Sedert de tijd van de door Louis Pasteur uitgevoerde experimenten wordt aanvaard dat leven niet door spontane generatie uit niets ontstaat. Hoe is het aardse leven dan ontstaan? In de jaren ’50 trachtten wetenschappers te bewijzen dat het zich langzaam zou hebben kunnen ontwikkelen in de een of andere vroege oceaan, waarbij een primitieve atmosfeer constant door bliksem werd getroffen. Recentere bewijzen tonen echter aan dat zo’n oorsprong van het leven op aarde onwaarschijnlijk is omdat een dergelijke atmosfeer nooit heeft bestaan. Dientengevolge zijn sommige wetenschappers op zoek naar een minder gebrekkige verklaring. Maar zien ook zij het punt waar het om gaat over het hoofd?
14 Nadat de Britse geleerde Sir Fred Hoyle tientallen jaren had besteed aan het bestuderen van het heelal en het leven daarin, zei hij: „In plaats van de fantastisch kleine waarschijnlijkheid te aanvaarden dat het leven door de blinde natuurkrachten is ontstaan, schijnt het beter te veronderstellen dat de oorsprong van het leven een opzettelijke intellectuele daad was.” Ja, hoe meer wij over de wonderen van het leven te weten komen, des te logischer is het dat het afkomstig was van één intelligente Bron. — Job 33:4; Psalm 8:3, 4; 36:9; Handelingen 17:28.
15. Waarom kan er gezegd worden dat u uniek bent?
15 De eerste bewijsvoering heeft dus betrekking op het heelal en een tweede op de oorsprong van het leven op aarde. Neem notitie van een derde — ons uniek-zijn. In veel opzichten zijn alle mensen uniek, dus dat betekent dat u dat ook bent. Hoe dat zo? U hebt waarschijnlijk wel gehoord dat het brein is vergeleken met een krachtige computer. In werkelijkheid hebben recente ontdekkingen echter aangetoond dat deze vergelijking bij lange na niet opgaat. Een wetenschapper aan het Massachusetts Institute of Technology zei: „Hedendaagse computers zijn nog niet eens te vergelijken met een 4-jarig mensenkind wat hun vermogen betreft om te zien, te spreken, te bewegen of gebruik te maken van gezond verstand. . . . Men heeft geschat dat het vermogen van zelfs de krachtigste supercomputer wat het verwerken van informatie betreft, gelijkstaat met het zenuwstelsel van een slak — een kleine fractie van het vermogen dat beschikbaar is voor de supercomputer in [uw] schedel.”
16. Wat wordt door uw taalvermogen te kennen gegeven?
16 Taal is een vermogen waarover u wegens uw brein beschikt. Sommige mensen spreken twee, drie of meer talen, toch kenmerkt het vermogen om zelfs maar één taal te spreken, ons al als uniek (Jesaja 36:11; Handelingen 21:37-40). De hoogleraren R. S. en D. H. Fouts vroegen: „Is alleen de mens . . . in staat door middel van taal te communiceren? . . . Alle hogere dieren communiceren beslist met . . . gebaren, geuren, geroep, geschreeuw en gezang, en zelfs de bijendans. Toch schijnen dieren buiten de mens geen gestructureerde grammaticale taal te hebben. En wat wellicht zeer betekenisvol is, dieren maken geen tekeningen die iets voorstellen. Op zijn hoogst zijn ze in staat tot wat ongericht gekrabbel.” Ja, alleen mensen kunnen het brein gebruiken om een taal te spreken en tekeningen te maken die iets voorstellen. — Vergelijk Jesaja 8:1; 30:8; Lukas 1:3.
17. Welk fundamentele verschil bestaat er tussen een dier dat in een spiegel kijkt en een mens die dat doet?
17 Bovendien hebt u een bewustzijn omtrent uzelf; u hebt zelfbewustzijn (Spreuken 14:10). Hebt u wel eens gezien hoe een vogel, een hond of een kat in een spiegel keek en dan pikte, gromde of aanviel? Het dier denkt dat het een soortgenoot ziet en herkent zichzelf niet. Wanneer u daarentegen in een spiegel kijkt, weet u dat u het bent (Jakobus 1:23, 24). U kunt uw uiterlijke verschijning inspecteren of u afvragen hoe u er over enkele jaren uit zult zien. Dieren doen dat niet. Ja, uw brein maakt u uniek. Wie komt de eer daarvoor toe? Hoe is uw brein ontstaan, als het niet van God afkomstig is?
18. Welke mentale capaciteiten onderscheiden u van dieren?
18 Uw brein stelt u ook in staat om kunst en muziek te waarderen, alsmede een moreel besef te hebben (Exodus 15:20; Rechters 11:34; 1 Koningen 6:1, 29-35; Mattheüs 11:16, 17). Waarom u wel en de dieren niet? Ze gebruiken hun hersenen voornamelijk om voor onmiddellijke behoeften te zorgen — voedsel vergaren, een partner zoeken of een nest maken. Alleen mensen denken verder dan het kortetermijnbelang. Sommigen overpeinzen zelfs hoe hun handelwijze van invloed zal zijn op het milieu of op hun nakomelingen ver in de toekomst. Waarom? In Prediker 3:11 wordt over mensen gezegd: „Zelfs onbepaalde tijd heeft [de Schepper] in hun hart gelegd.” Ja, uw vermogen om over de betekenis van het begrip onbepaalde tijd na te denken of u zelfs een voorstelling van eeuwig leven te maken, is bijzonder.
Laat de Schepper uw leven meer zin verlenen
19. Welke drievoudige redenatie zou u kunnen gebruiken om anderen te helpen over de Schepper na te denken?
19 Wij hebben slechts drie terreinen aangeroerd: de precisie die in het uitgestrekte heelal wordt waargenomen, de oorsprong van het leven op aarde en de onloochenbare uniekheid van het menselijk brein, met zijn gevarieerde capaciteiten. Waar duiden deze drie aspecten op? Hier volgt een redenatie die u zou kunnen gebruiken om anderen te helpen tot een conclusie te komen. U zou eerst kunnen vragen: Heeft het heelal een begin gehad? De meesten zullen daarmee instemmen. Vraag dan: Was dat begin zonder enige oorzaak, of is het veroorzaakt? De meeste mensen begrijpen dat het begin van het heelal is veroorzaakt. Dit leidt tot de laatste vraag: Is het begin veroorzaakt door iets wat eeuwig is of door Iemand die eeuwig is? Wanneer de kwesties aldus duidelijk en logisch aan de orde worden gesteld, kunnen velen ertoe worden gebracht tot de slotsom te komen: Er móét een Schepper zijn! Dient het, aangezien dat zo is, niet mogelijk te zijn dat het leven zin heeft?
20, 21. Waarom is kennis van de Schepper uitermate belangrijk wil ons leven zin hebben?
20 Ons hele bestaan, met inbegrip van ons gevoel voor moraliteit en de moraliteit zelf dient in verband te worden gebracht met de Schepper. Dr. Rollo May schreef eens: „De enige toereikende structuur voor een stelsel van morele wetten is die welke gebaseerd is op de uiteindelijke zin van het leven.” Waar wordt die gevonden? Hij vervolgde: „In laatste instantie is die structuur de aard van God. De beginselen van God zijn de beginselen die vanaf het begin van de schepping tot het einde aan het leven ten grondslag liggen.”
21 Wij kunnen dus goed begrijpen waarom de psalmist zowel nederigheid als wijsheid tentoonspreidde, toen hij de Schepper dringend verzocht: „Maak mij úw wegen bekend, o Jehovah; leer mij úw paden. Doe mij in uw waarheid wandelen en leer mij, want gij zijt mijn God van redding” (Psalm 25:4, 5). Naarmate hij de Schepper beter leerde kennen, zou het leven van de psalmist beslist meer zin, doel en richting gehad hebben. Hetzelfde kan van ieder van ons gezegd worden. — Exodus 33:13.
22. Wat is erbij betrokken om de wegen van de Schepper te leren kennen?
22 De „wegen” van de Schepper leren kennen, houdt in dat wij nog beter te weten komen wat hij voor iemand is, zowel zijn persoonlijkheid als zijn wegen. Maar aangezien de Schepper onzichtbaar en ontzettend machtig is, hoe kunnen wij hem dan beter leren kennen? Dit zal in het volgende artikel worden besproken.
[Voetnoot]
a Aan de hand van ervaringen uit nazi-concentratiekampen kwam dr. Viktor E. Frankl tot het besef: „’s Mensen speurtocht naar de zin van het leven is een primaire kracht in zijn leven en niet een ’secundaire rationalisering’ van instinctmatige impulsen”, zoals dat bij dieren het geval is. Hij voegde eraan toe dat uit een decennia na de Tweede Wereldoorlog in Frankrijk gehouden enquête „bleek dat 89% van de geënquêteerden toegaf dat de mens ’iets’ nodig heeft om voor te leven”.
Wat zou u antwoorden?
◻ Waarom moeten wij verder gaan dan het verkrijgen van wetenschappelijke informatie over ons universum?
◻ Waar zou u op wijzen wanneer u anderen wilt helpen over de Schepper na te denken?
◻ Waarom is kennis van de Schepper een sleutel tot het hebben van een bevredigend doel in het leven?
[Diagram op blz. 18]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
WAT IS UW CONCLUSIE?
Ons heelal
↓ ↓
Heeft geen Heeft een
begin gehad begin gehad
↓ ↓
Zonder oorzaak Is veroorzaakt
↓ ↓
Door IETS wat Door IEMAND die
eeuwig is eeuwig is
[Illustratie op blz. 15]
De uitgestrektheid en precisie die zich in het heelal manifesteren, hebben velen ertoe gebracht over de Schepper na te denken
[Verantwoording]
Pages 15 and 18: Jeff Hester (Arizona State University) and NASA