Bescherm uzelf tegen boze geesten
JAMES was opgegroeid op een afgelegen deel van het eiland Malaita (Solomoneilanden). Van jongs af aan was hem geleerd de geesten te eren. „Het zou nooit bij me opgekomen zijn de geesten te vragen anderen kwaad te doen,” zegt hij, „maar het leek me uitgesloten dat ik een gelukkig leven zou kunnen leiden zonder me aan rarafonoa te houden om me voor onheil te behoeden.”
Net als mensen in heel wat andere delen van de wereld geloven de bewoners van de Solomoneilanden dat geesten iemand óf kunnen helpen óf kunnen schaden. Voor zogeheten goede geesten zijn veel Melanesiërs dan ook niet bang; ze koesteren zelfs warme gevoelens voor hen.
Geloof in de activiteit van geesten uit zich op vele manieren. Toen James klein was, haalden de vrouwen in zijn dorp hun kinderen bijvoorbeeld altijd direct naar binnen als ze de roep van de korokoro (de Indische koël) hoorden. Waarom? Ze geloofden dat de roep van die vogel betekende dat iemand onheil zou overkomen.
Sommige dorpelingen plaatsen een speciale witte steen boven de ingang van hun huis. James deed dat ook, omdat hij dacht dat de steen hem tegen boze geesten zou beschermen. En als hij op de plek waar hij aan het werk was tussen de middag iets at, deed hij zorgvuldig alle restjes in een zak om ze later weg te gooien. Hij was bang dat iemand die zich met magie bezighield, anders de restjes zou vinden en ze zou gebruiken om een bezwering uit te spreken waardoor hij ziek zou worden.
Hoewel die specifieke praktijken in uw deel van de wereld misschien niet of nauwelijks voorkomen, kan het zijn dat u net als James van mening bent dat u traditionele gebruiken in acht moet nemen om u tegen boze geesten te beschermen. U gelooft misschien dat het voor uw welzijn absoluut noodzakelijk is u aan zulke gebruiken te houden.
Als u respect hebt voor de Bijbel, bent u ongetwijfeld benieuwd hoe de volgende vragen daarin beantwoord worden: (1) Wat voor schade kunnen boze geesten u berokkenen? (2) Zou u door u aan bepaalde traditionele gebruiken te houden, in werkelijkheid onder de invloed van de demonen kunnen komen? (3) Hoe kunt u echte bescherming vinden tegen boze geesten en gelukkig zijn?
Hoe boze geesten mensen schade berokkenen
De Bijbel laat zien dat boze geesten onmogelijk de geesten van de doden kunnen zijn. Gods Woord zegt: „De levenden zijn zich ervan bewust dat zij zullen sterven; maar wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust” (Prediker 9:5). Boze geesten zijn in werkelijkheid opstandige engelen die zich bij Satan hebben aangesloten in zijn poging mensen te misleiden (Openbaring 12:9).
De Bijbel zegt duidelijk dat we bescherming nodig hebben tegen boze geesten. De apostel Paulus schreef aan de christenen in Efeze: „Onze strijd is niet tegen bloed en vlees, maar tegen (...) de goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten.” De apostel Petrus beschreef de heerser van alle boze geesten, Satan de Duivel, als „een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden” (Efeziërs 6:12; 1 Petrus 5:8).
Satan berokkent mensen voornamelijk schade door hen te misleiden en hen er door bedrog of verleiding toe te brengen dingen te doen die God krenken. De Bijbel zegt dat Satan ’zich blijft veranderen in een engel des lichts’ (2 Korinthiërs 11:14). Hij doet zich voor als een beschermende geest terwijl hij feitelijk slechte bedoelingen heeft. Satan verblindt de geest van mensen voor de waarheid over hem en voor de waarheid over God (2 Korinthiërs 4:4). Waarom is hij eropuit mensen te misleiden?
Satan wil niets liever dan aanbeden worden en wil dat mensen hem, bewust of onbewust, die aanbidding schenken. Toen Gods eigen Zoon, Jezus, op aarde was, wilde Satan dat hij neerviel en „een daad van aanbidding” jegens hem verrichtte. Jezus zei: „Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: ’Jehovah, uw God, moet gij aanbidden’” (Mattheüs 4:9, 10). Jezus weigerde ook maar iets te doen waaruit zou blijken dat hij zich aan Satan onderwierp, wat neer zou komen op aanbidding.
Jehovah is de machtigste geest van allemaal, en hij zal nooit toelaten dat degenen die hem gehoorzamen blijvende schade wordt toegebracht (Psalm 83:18; Romeinen 16:20). Maar om net als Jezus Gods goedkeuring te krijgen, moeten we het vermijden ons op de een of andere manier aan Satan of zijn demonen te onderwerpen. Om die reden moeten we vaststellen welke traditionele praktijken op verering van goddeloze geestenkrachten neerkomen. Hoe kunt u dat doen?
Hoe we kunnen vaststellen welke gebruiken God afkeurt
Jehovah God waarschuwde zijn volk in de oudheid, de Israëlieten, ertegen bepaalde traditionele praktijken van de naburige landen over te nemen. Hij zei: „Er dient onder u niemand te worden gevonden die (...) aan waarzeggerij doet, geen beoefenaar van magie, noch iemand die voortekens zoekt, noch een tovenaar, noch iemand die anderen door een banspreuk bindt.” Over hen die zich met zulke dingen bezighielden, zegt de Bijbel: „Iedereen die deze dingen doet, is iets verfoeilijks voor Jehovah” (Deuteronomium 18:10-12).
Als u kijkt naar gebruiken die in uw omgeving veel voorkomen, stel uzelf dan eens de volgende vragen: Moedigt dit gebruik aan tot geloof in voortekens? Worden aan onbezielde voorwerpen magische, beschermende krachten toegeschreven? Worden er bezweringen bij geuit of dient het om zich daartegen te beschermen? Komen er dingen bij kijken waardoor ik me aan een andere geest onderwerp dan Jehovah of zijn aangestelde vertegenwoordiger, Jezus? — Romeinen 14:11; Filippenzen 2:9, 10.
Het is heel belangrijk elk gebruik dat tot zulke praktijken aanmoedigt te verwerpen. Waarom? Paulus schreef onder inspiratie: „Gij kunt niet aan ’de tafel van Jehovah’ en aan de tafel van de demonen deel hebben.” Hij waarschuwde dat degenen die proberen het zowel God als andere geesten naar de zin te maken, ’Jehovah tot jaloezie aan het prikkelen zijn’ (1 Korinthiërs 10:20-22). Jehovah verlangt exclusieve toewijding en verdient die ook (Exodus 20:4, 5).
Sta ook eens stil bij deze vraag: propageert dit gebruik de gedachte dat iemand niet verantwoordelijk is voor zijn of haar daden? Overspel en seks voor het huwelijk worden bijvoorbeeld in veel gemeenschappen afgekeurd en worden in de Bijbel veroordeeld (1 Korinthiërs 6:9, 10). Maar in sommige culturen van de Grote Oceaan worden zulke praktijken aanvaardbaar als het meisje beweert dat ze tot seks gedreven werd omdat er een speciale bezweringb over haar was uitgesproken.
De Bijbel leert echter dat we zelf verantwoordelijk zijn voor onze daden (Romeinen 14:12; Galaten 6:7). De eerste vrouw, Eva, vond bijvoorbeeld dat Satan haar er door bedrog toe verleid had God ongehoorzaam te zijn, want ze zei: „De slang — die heeft mij bedrogen en dus heb ik gegeten.” Maar Jehovah hield Eva verantwoordelijk voor haar daden (Genesis 3:13, 16, 19). Hij houdt ook ons verantwoordelijk voor wat we doen (Hebreeën 4:13).
Wat moet u doen?
Als u Gods goedkeuring wilt genieten en naar Bijbelse beginselen wilt leven, moet u resoluut stappen ondernemen. Sommige oprechte mensen in het eerste-eeuwse Efeze hebben in dat opzicht een goed voorbeeld gegeven. Om onder de invloed van boze geesten uit te komen, verzamelden ze alle boeken over spiritistische praktijken die ze bezaten en „verbrandden ze ten aanschouwen van iedereen” (Handelingen 19:19).
Voorafgaand aan die boekverbranding „kwamen [ze] openlijk hun praktijken belijden en bekendmaken” (Handelingen 19:18). Paulus’ onderwijs over de Christus had hun hart geraakt en bewoog hen ertoe hun spiritistische boeken te vernietigen. Ze gingen ook heel anders over hun traditionele praktijken denken.
Natuurlijk is het niet altijd eenvoudig met traditionele gebruiken te breken. De eerder genoemde James kan daarvan meepraten. Hij begon met Jehovah’s Getuigen de Bijbel te bestuderen en genoot van wat hij leerde. Maar hij hield nog steeds vast aan rarafono. Toen hij daarover nadacht, stelde hij vast dat hij in Jehovah’s beloften voor de toekomst geloofde maar toch het gevoel had dat hij zich op traditionele praktijken moest verlaten om voor onheil behoed te zijn.
Wat heeft James geholpen zijn kijk te veranderen? Hij zegt: „Ik bad tot Jehovah om zijn bescherming en om hulp om mijn vertrouwen op hem te stellen. Tegelijkertijd brak ik met die traditionele praktijken.” Is hem iets ergs overkomen? „Nee”, zegt James. „Het enige wat er gebeurde, is dat ik geleerd heb op Jehovah te vertrouwen. Ik heb gezien dat Jehovah echt een hele intieme vriend kan zijn.” De afgelopen zeven jaar heeft James zelfs veel van zijn tijd gebruikt om anderen te laten zien wat de Bijbel leert.
Waarom zou u het voorbeeld van James niet volgen? Onderzoek de gebruiken waaraan in uw gemeenschap wordt vastgehouden en gebruik uw „denkvermogen” om vast te stellen of ze in harmonie zijn met de „wil van God” (Romeinen 12:1, 2). Heb dan de moed met bijgelovige praktijken te breken. Als u dat doet, kunt u erop rekenen dat Jehovah u zal „aannemen” en u zal beschermen (2 Korinthiërs 6:16-18). U zult net als James ervaren dat de Bijbelse belofte waar is: „De naam van Jehovah is een sterke toren. Hier snelt de rechtvaardige binnen en ontvangt bescherming” (Spreuken 18:10).
[Voetnoten]
a Rarafono zijn traditionele gebruiken om de hulp van de geesten in te roepen.
b Daarbij wordt gedoeld op het gebruik een bezwering uit te spreken over een speciaal blad van een plant of een bepaald soort voedsel. Dat blad of dat voedsel wordt vervolgens aan een meisje gegeven en zou dan in haar een sterk verlangen naar een man oproepen. Dat is wat anders dan wanneer een meisje zonder het te weten gedrogeerd wordt en daarna tegen haar wil tot seks gedwongen wordt. In het laatste geval is het meisje een onschuldig slachtoffer.
[Illustratie op blz. 19]
Korokoro
[Verantwoording]
Courtesy of Dr. Bakshi Jehangir
[Illustratie op blz. 19]
Een meisje verzamelt etensrestjes zodat ze niet gebruikt kunnen worden om een bezwering uit te spreken