Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w19 maart blz. 29-31
  • Jehovah is blij met je ‘amen’

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Jehovah is blij met je ‘amen’
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2019
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • ‘HET HELE VOLK MOET ZEGGEN: “AMEN!”’
  • ‘HET HELE VOLK ZEI: “AMEN!”, EN ZE LOOFDEN JEHOVAH’
  • WAAROM JE ‘AMEN’ WAARDE HEEFT
  • Amen
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Amen
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Amen
    Verklarende woordenlijst
  • Waarom noemde Jezus Christus zichzelf de „Amen”?
    Ontwaakt! 1979
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2019
w19 maart blz. 29-31
Broeders en zusters in een gemeente buigen hun hoofd voor een gebed

Jehovah is blij met je ‘amen’

JEHOVAH waardeert onze aanbidding. Hij ‘heeft er aandacht voor en luistert’ (Mal. 3:16). Hij is blij met alles wat je doet om hem te loven, hoe klein het ook is. Neem het woord amen, dat je waarschijnlijk al ontelbare keren hebt uitgesproken. Zelfs met die simpele term is Jehovah blij. Laten we eens kijken wat dat woord betekent en hoe het in de Bijbel wordt gebruikt.

‘HET HELE VOLK MOET ZEGGEN: “AMEN!”’

Het woord amen betekent ‘zo zij het’ of ‘zeker’. Het komt van een Hebreeuws grondwoord dat ‘trouw, betrouwbaar zijn’ betekent. Soms werd het in een juridische setting gebruikt. Als iemand een eed had afgelegd, zei hij amen om te bevestigen dat wat hij had gezegd waar was en dat hij de consequenties ervan accepteerde (Num. 5:22). Omdat hij dat in het openbaar deed, zou hij nog meer gemotiveerd zijn om zich aan zijn woord te houden (Neh. 5:13).

Een indrukwekkend voorbeeld van het gebruik van ‘amen’ staat in Deuteronomium 27. Toen de Israëlieten in het beloofde land kwamen, moesten ze zich verzamelen bij de berg Ebal en de berg Gerizim. Daar werd de wet voorgelezen. Ze moesten niet alleen luisteren maar ook verklaren dat ze de wet hadden geaccepteerd. Dat deden ze door ‘Amen!’ te zeggen als de gevolgen van ongehoorzaamheid werden voorgelezen (Deut. 27:15-26). Stel je eens voor hoe het klonk toen duizenden mannen, vrouwen en kinderen luid amen zeiden! (Joz. 8:30-35) Die Israëlieten zouden beslist nooit vergeten wat ze die dag hadden gezegd. En ze hielden zich aan hun woord, want in het verslag staat: ‘Israël bleef Jehovah dienen tijdens het hele leven van Jozua en van de oudsten die Jozua overleefden en die hadden meegemaakt wat Jehovah allemaal voor Israël had gedaan’ (Joz. 24:31).

Ook Jezus gebruikte amen om te bevestigen dat iets waar was, maar hij deed dat op een unieke manier. Hij zei het niet na een uitspraak maar voordat hij iets zei, wat in het Nederlands is weergegeven met ‘ik verzeker jullie’. Soms herhaalde hij het woord, wat dan is weergegeven met ‘echt, ik verzeker jullie’ (Matth. 5:18; Joh. 1:51). Zo verzekerde hij degenen die naar hem luisterden ervan dat zijn woorden absoluut waar waren. Jezus kon met zo’n stelligheid spreken omdat hij de autoriteit had gekregen om al Gods beloften waar te maken (2 Kor. 1:20; Openb. 3:14).

‘HET HELE VOLK ZEI: “AMEN!”, EN ZE LOOFDEN JEHOVAH’

De Israëlieten gebruikten amen ook als ze Jehovah loofden en tot hem baden (Neh. 8:6; Ps. 41:13). Door na een gebed amen te zeggen, lieten ze zien dat ze het tot hun eigen gebed maakten. Alle aanwezigen konden zo meedoen, wat tot de vreugde van de bijeenkomst bijdroeg. Dat gebeurde ook toen koning David de ark van Jehovah naar Jeruzalem bracht. Op die vreugdevolle dag werd er een gebed gezongen dat David had gecomponeerd en dat is vastgelegd in 1 Kronieken 16:8-36. Iedereen werd echt geraakt door zijn woorden. ‘Het hele volk zei: “Amen!”, en ze loofden Jehovah.’ Hun gezamenlijke reactie maakte die dag nog vreugdevoller.

Ook de christenen in de eerste eeuw gebruikten amen als ze Jehovah loofden. Bijbelschrijvers gebruikten het woord vaak in hun brieven (Rom. 1:25; 16:27; 1 Petr. 4:11). In Openbaring wordt zelfs gesproken over geestelijke schepselen die Jehovah in de hemel verheerlijken met de woorden: ‘Amen! Loof Jah!’ (Openb. 19:1, 4) De eerste christenen zeiden gewoonlijk amen na de gebeden op hun vergaderingen (1 Kor. 14:16). Maar het was geen woord dat ze mechanisch moesten herhalen.

WAAROM JE ‘AMEN’ WAARDE HEEFT

Nu we de achtergrond en geschiedenis van het woord amen hebben bekeken, is het duidelijk waarom het zo veel betekenis heeft een gebed ermee te besluiten. Bij je eigen gebeden laat je ermee zien dat je echt meent wat je hebt gezegd. En als je na een openbaar gebed amen zegt, ook al is het in jezelf, laat je zien dat je het ermee eens bent. Maar er zijn nog meer redenen waarom je ‘amen’ waarde heeft.

Je bent actief betrokken bij de aanbidding. Tijdens gebeden aanbid je Jehovah niet alleen met je woorden maar ook met je gedrag. Als je het verlangen hebt oprecht amen te zeggen, is dat een hulp om de juiste houding te hebben en je op het gebed te concentreren.

Het verenigt ons als aanbidders. Tijdens openbare gebeden luistert iedereen in de gemeente eensgezind naar dezelfde woorden (Hand. 1:14; 12:5). Als je je bewogen voelt om samen met je broeders en zusters te reageren, bevordert dat de eenheid. Wanneer we met elkaar amen zeggen, hardop of in ons hart, kan dat Jehovah ertoe bewegen te doen wat we hem vragen.

Een zuster buigt haar hoofd in gebed terwijl ze per telefoon meeluistert naar een vergadering

Als je amen zegt, loof je Jehovah

Je looft Jehovah. Jehovah heeft aandacht voor elke kleine daad van aanbidding (Luk. 21:2, 3). Hij ziet wat je motief is en wat er in je hart leeft. Zelfs als je op afstand meeluistert naar een vergadering, kun je er zeker van zijn dat je nederige ‘amen’ bij Jehovah niet onopgemerkt blijft. Je looft Jehovah dan samen met de anderen.

Je ‘amen’ heeft dus heel veel betekenis, ook al lijkt het misschien weinig waarde te hebben. Volgens een Bijbelencyclopedie kunnen Gods aanbidders met dit ene woord ‘hun vertrouwen, hun krachtige instemming en de onwankelbare hoop die in hun hart leeft, tot uitdrukking brengen’. Zorg er dus voor dat Jehovah blij kan zijn met elke keer dat je amen zegt (Ps. 19:14).

MOET JE ALTIJD AMEN ZEGGEN?

Amen is geen woord dat we licht opvatten. Maar wat als iemand in zijn gebed iets zegt dat niet klopt? Moet je dan maar geen amen zeggen? Niet per se. Jehovah erkent dat we allemaal weleens iets verkeerds zeggen, en hij vergeeft die fouten. Als je dus niet overdreven kritisch bent maar focust op de geest achter de woorden, kom je misschien tot de conclusie dat je gewoon amen kunt zeggen.

Maar we zeggen geen amen, hardop of in onszelf, op een gebed dat wordt uitgesproken door een ongelovige. Stel dat je bijvoorbeeld bij een werelds evenement bent waar iemand wordt gevraagd te bidden. Of dat je in een religieus verdeeld gezin leeft en het gezinshoofd, die geen Getuige is, het gezin voorgaat in gebed. Wat moet je dan doen?

In zo’n situatie kun je stil en respectvol blijven. Je zult natuurlijk niet meebidden door amen te zeggen of tijdens het gebed andermans hand vast te houden. Je kunt ervoor kiezen voor jezelf te bidden, maar dan is het goed niet hardop amen te zeggen, zodat je anderen niet de indruk geeft dat je met hen meebidt. Als de groep gaat staan, moet je zelf beslissen of je ook gaat staan. Staan of je hoofd buigen is op zich geen daad van aanbidding. Elke christen moet zelf beslissen wat hij in de gegeven omstandigheden het beste vindt. Niemand mag kritiek hebben op wat een ander in zo’n situatie doet.

De genoemde situaties laten zien dat je ‘amen’ voor Jehovah niet onbelangrijk is.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen