Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • km 8/71 blz. 3
  • Weidt de kudde

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Weidt de kudde
  • Koninkrijksdienst 1971
  • Vergelijkbare artikelen
  • Blijf elkaar opbouwen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2016
  • Kracht die wordt verleend door aanmoediging
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1963
  • Hebt u onlangs nog iemand aangemoedigd?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1995
  • Imiteer Jehovah: Een God die aanmoediging geeft
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2018
Meer weergeven
Koninkrijksdienst 1971
km 8/71 blz. 3

Weidt de kudde

1 Eén ding dat Jehovah’s getuigen hun broeders kunnen geven en dat dikwijls meer zal helpen dan iets anders, is aanmoediging. Zelfs de broeder die in ieder aspect van zijn christelijke leven voortreffelijk werk verricht, heeft er behoefte aan. Iedereen wil er graag zeker van zijn dat hetgeen hij doet nut afwerpt en dat het ook gewaardeerd wordt.

2 Jehovah heeft in zijn wijsheid in die noodzakelijke aanmoediging voorzien door herders aan te stellen die voor zijn kudde moeten zorgen. De apostel Paulus gebood de herder Timótheüs ’zich te blijven toeleggen op het vermanen’ (1 Tim. 4:13). Het Griekse woord dat Paulus voor „vermanen” gebruikte is paraklèsis dat verwant is aan het woord „parakleet” of „helper”. Het kan ook met „aanmoediging” vertaald worden. Dienovereenkomstig stellen dienaren zich ten doel iedere vorm van geestelijke hulp te bieden die nodig mocht zijn, en geven zij niet slechts een „krachtige” aansporing alleen maar om het velddienstgemiddelde van een broeder op een hoger peil te brengen. Hun aandacht concentreert zich op het opbouwen van de geestelijke gezindheid door personen ertoe aan te moedigen en hen erbij te helpen geregeld de bijbel, te zamen met de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! en de andere publikaties van het Genootschap te lezen. Wanneer de juiste geestelijke steun wordt gegeven om werkelijk in de behoeften van een persoon te voorzien, zal het, met het oog op hetgeen er in 2 Petrus 1:8 staat, helemaal geen probleem vormen ondersteuning op de vergaderingen of in de velddienst te krijgen, is het wel?

3 Waarom heeft iedereen aanmoediging zo hard nodig? Omdat iedereen zijn problemen en zijn beproevingen heeft. Als een dienaar in de Koninkrijkszaal een broeder treft en hem vraagt hoe het met hem gaat, zal de broeder in de regel „Goed” antwoorden. En het kan ook goed met hem gaan. Maar hij kan problemen hebben en wat aanmoediging nodig hebben. Wellicht wordt hij op zijn wereldse werk iedere dag opnieuw met grote of kleine problemen geconfronteerd. Of misschien wordt hij door familieleden of collega’s ontmoedigd. Ook kan het zijn dat het hem aan vreugde ontbreekt omdat hij geen resultaten in de velddienst heeft. Maar misschien klaagt deze broeder nooit of spreekt hij er nooit over.

4 Anderen denken wellicht dat het heel goed met ze gaat, maar raken in een materialistische levenswijze verstrikt zonder te vermoeden welke gevaren dit met zich brengt. Of misschien ontwikkelt iemand een klagende houding. Een ander bevindt zich misschien op de grens van losbandig gedrag. Misschien zien degenen die hem goed kennen het gevaar of de strik waaraan hij blootstaat heel goed in, hoewel de broeder zelf het niet duidelijk ziet. — Gal. 6:1.

5 Deze redenen maken het dringend noodzakelijk dat de gemeentedienaar en de boekstudiedienaren alle broeders, zowel de sterksten als hen die pas in de waarheid zijn, thuis opzoeken. Het is waar dat er veel aanmoediging gegeven kan worden als wij onze broeders in de Koninkrijkszaal zien of met hen in de velddienst staan. Maar dikwijls is er heel veel wat in de beperkte tijd die bij deze gelegenheden beschikbaar is, niet afgehandeld kan worden.

6 Deze dienaren moeten hun door God geschonken verantwoordelijkheid om de kudde te weiden in gedachten houden. Dit moeten zij doen ook al gaat het ten koste van hun persoonlijke velddiensttijd. Maar dan kwijten zij zich van hun taak en kunnen zij Jehovah’s zegen verwachten. In feite zullen de broeders die aldus worden aangemoedigd, er door Gods geest toe worden gedreven veel meer uren aan het bekendmaken van het goede nieuws te besteden, en dit zullen vreugdevolle, doeltreffende uren zijn.

7 Zulke bezoeken worden niet alleen gebracht om een broeder tot meer velddienst aan te zetten. Het dienen werkelijk vriendschappelijke bezoeken met een liefdevolle belangstelling voor het algemene welzijn van de broeder te zijn. Het gaat erom onze broeders beter te leren kennen, hen meer te waarderen voor hetgeen zij doen en wegens de problemen waaraan zij het hoofd bieden. Dan kan de dienaar, als er hulp en aanmoediging nodig is, met werkelijk begrip datgene geven wat nodig is. Als de broeders geestelijk opgebouwd worden, zullen zij in ieder aspect van hun leven — hun gezinsleven, hun gedrag, hun liefde en hun aandeel in het aanmoedigen van anderen met het goede nieuws — betere vertegenwoordigers van de ware aanbidding zijn.

8 Bovendien zullen de dienaren vele problemen die zich anders misschien zouden voordoen, bespaard blijven. De geestelijke gesteldheid en gezondheid van de gemeente zal veel beter zijn. Tevens zullen de dienaren zelf zeer veel profijt van de uitwisseling van aanmoediging trekken. — Rom. 1:12.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen