Laat hen voelen dat zij welkom zijn
1 Wat zijn wij allen gelukkig dat zo veel geïnteresseerde personen met ons de vergaderingen in de Koninkrijkszaal bezoeken! Het bezoek op de Wachttoren-studie bedraagt gemiddeld 104 percent in vergelijking met het aantal verkondigers, terwijl zelfs nog meer personen de openbare lezing bijwonen. Het is niet ongewoon dat er iemand opbelt die de vergadertijden wil weten of vraagt of er alsjeblieft iemand wil komen om met hem de bijbel te bestuderen. Wat is het opwindend zo veel geïnteresseerde personen te zien die met ons studeren en de vergaderingen bezoeken!
2 Wij willen dat allen die onze vergaderingen bezoeken zich welkom voelen, want zij zijn welkom. Wat kunnen wij ieder persoonlijk doen om hen te laten weten hoe wij het vinden dat zij bij ons zijn? Ten eerste kunnen wij naar personen toegaan, als wij zien dat zij alleen zijn, wij kunnen ons op hartelijke wijze voorstellen en zeggen dat wij blij zijn hen in ons midden te hebben. Zelfs als wij andere taken moeten behartigen, kunnen wij hen begroeten en dan aan anderen voorstellen zodat zij bekend raken en hun vragen beantwoord worden. Het belangrijkste is, hen te laten voelen dat zij welkom zijn.
3 Velen die onze vergaderingen zijn gaan bezoeken, hebben niemand met wie zij studeren. Zo ontvangt het Genootschap vele ervaringen die lijken op de nu volgende, geschreven door een gemeentedienaar in Texas: „Ik zag een nieuwe persoon de Koninkrijkszaal binnenkomen. Ik ging naar haar toe, stelde mezelf voor en heette haar welkom. Ik vroeg of zij met Jehovah’s getuigen studeerde. Zij ontkende dit, maar zei dat zij daar wel behoefte aan had en dat haar man ook graag zou willen studeren.” De naam en het adres werden opgeschreven en de volgende dag bezocht de gemeentedienaar met zijn vrouw het echtpaar, maakte kennis, besprak enkele eenvoudige waarheidspunten en trof regelingen om terug te komen en op een systematischer wijze met behulp van het Waarheid-boek de bijbel te bestuderen.
4 Behalve dat het ons vreugde schenkt deze personen te laten voelen dat zij welkom zijn op de vergaderingen, vinden wij het ook aangenaam elkaar datzelfde gevoel te geven. Hoe gelukkig zijn wij met het voorrecht bij elkaar te kunnen komen, meer over Jehovah te kunnen leren, en elkaar tot liefde en goede werken te kunnen aanmoedigen en aansporen (Hebr. 10:24, 25). Als wij het initiatief nemen op degenen toe te stappen die pas onze vergaderingen beginnen te bezoeken, en onze broederlijke liefde voor elkaar blijven tonen, zullen allen zich welkom voelen en blij zijn dat zij konden komen. — Joh. 13:34, 35.