Bouwen wij elkaar geestelijk op?
1 Het afgelopen jaar heeft wonderbaarlijke vooruitgang te zien gegeven in theocratische aanbidding en in het aantal van degenen die zich actief met Jehovah’s organisatie hebben verbonden. Met een bezoekersaantal van 41.930 op het Avondmaal, met een aantal van 2420 nieuw gedoopten en met een hoogtepunt van 24.425 verkondigers die het goede nieuws bekendmaakten, kunnen wij allen van het feit getuigen dat Jehovah de sluizen van de hemel heeft geopend en een rijke zegen heeft uitgestort (Mal. 3:10). Nu willen wij in de maanden die nog vóór ons liggen al degenen die met ons verbonden zijn, helpen geestelijk sterker te worden. Hoe?
2 Wij kunnen elkaar helpen een aandeel aan de velddienst te hebben. De maand november is een unieke maand om dit te doen. De lange avonden houden mensen meer thuis en ook gedurende de acties tijdens het weekeinde zullen veel meer mensen thuis getroffen worden en dit is beslist iets waar wij voordeel van willen trekken. Het is een beangstigende gedachte dat er voor de miljoenen mensen om ons heen bijna geen tijd meer over is om nog met ons te studeren. Daarom willen wij onze pogingen hen te bereiken in kracht doen toenemen. Heb je eraan gedacht anderen in de gemeente, en vooral ook de nieuwelingen en hen die met het traktatenwerk zijn begonnen, uit te nodigen jou in de dienst te vergezellen? En gedurende november hebben wij zo’n voortreffelijk hulpmiddel, het nieuwe Paradijs-boek. — Hand. 20:35.
3 Velen die onlangs gedoopt zijn, hebben nog steeds veel hulp nodig om geestelijk sterker te worden. Zijn er geestelijke kwesties waarvan jij weet dat het nodig is dat zij deze verder beschouwen? Zouden zij bij jouw gezinsstudie aanwezig kunnen zijn, of zou jij bij die van hen kunnen zijn, terwijl je deze kwesties in ogenschouw neemt? Is het nodig dat je een persoonlijke bijbelstudie met hen blijft voortzetten? Neem hierin het initiatief. Hebben zij hulp nodig om een geregeld aandeel aan de velddienst te hebben en hierin vorderingen te maken? Neem hen met je mee. Help hen praktische suggesties die zij op de dienstvergadering gehoord hebben, toe te passen. Je kunt er zeker van zijn dat het een grote aanmoediging voor hen zal zijn wanneer je in de velddienst met ben samenwerkt. — Gal. 6:10.
4 En jullie, ouders, blijven jullie geregeld met je kinderen studeren? Als jullie kinderen aan de velddienst deelnemen, gaan jullie dan geregeld met hen mee en helpen jullie hen? Zij blijven jullie omgang, belangstelling en opleiding nodig hebben. Hoewel zij het wellicht prettig vinden in de dienst van tijd tot tijd met andere jongelui samen te werken, hebben zij er behoefte aan geregeld met jullie in de velddienst te staan en jullie voortdurende leiding en aanmoediging te ontvangen.
5 Ook hebben wij onze broeders en zusters lief die Jehovah reeds vele jaren dienen en die nu misschien niet meer zoveel doen kunnen als zij gewend waren. Ga jij in de Koninkrijkszaal naar hen toe? Praat je met hen? Breng je waardering voor hun getrouwe voorbeeld tot uitdrukking? Bezoek je hen als dat gelegen komt? Zou je hen kunnen helpen door hun iets voor te lezen? Zijn er enkelen die bij het boodschappen doen geholpen moeten worden? Jonge verkondigers kunnen oudere broeders en zusters vaak op enkele van deze manieren helpen. Hebben sommigen hulp nodig om in de velddienst te kunnen gaan? Zou je hen met vervoer kunnen helpen? Of door korte tijdsperiodes met hen van huis tot huis te werken of nabezoeken te brengen? Zouden sommigen het op prijs stellen wanneer je hen zou helpen door middel van het schrijven van brieven of door gebruikmaking van de telefoon een aandeel aan de dienst te hebben?
6 Er zijn zoveel manieren waarop wij elkaar geestelijk kunnen opbouwen. „Blijft elkaar daarom vertroosten en elkaar opbouwen, zoals gij trouwens reeds doet”, en moge Jehovah’s zegen jullie hierbij vergezellen. — 1 Thess. 5:11.
[Inzet op blz. 6]
Moedig elkaar aan op christelijke vergaderingen