Vragenbus

● Zouden er, met het oog op ons begrip van 2 Johannes 9-11, zoals dit in De Wachttoren van 15 november 1974 werd besproken, ooit omstandigheden zijn waardoor het een uitgesloten persoon toegestaan zou zijn een vergadering in een particulier huis bij te wonen?

Over het algemeen gesproken, worden uitgesloten personen niet uitgenodigd voor vergaderingen die in particuliere huizen worden gehouden. In het Organisatie-boek (bladzijde 172) staat: „Zolang een uitgeslotene zich juist gedraagt, wordt het hem niet verboden vergaderingen in de Koninkrijkszaal te bezoeken die voor het publiek openstaan. Natuurlijk zal niemand hem groeten en hij mag geen vergaderingen in particuliere huizen bijwonen.” Dit geldt voor personen die ’vooruitdringen’ en niet ’blijven in de leer van de Christus’.

Indien een uitgeslotene echter tracht terug te keren, doordat hij blijk geeft van berouw, en indien hij niet in strijd handelt met wat in 2 Johannes 9-11 staat door te blijven beoefenen of propageren wat in strijd is met „de leer van de Christus”, bestaat de mogelijkheid dat het hem zou worden toegestaan vergaderingen in een huis te bezoeken wanneer er geen Koninkrijkszaal in de stad of plaats is en de broeders en zusters hun huizen openstellen voor het houden van openbare vergaderingen, Wachttoren-studies en dienstvergaderingen, zodat het huis dienst doet in de plaats van een Koninkrijkszaal. In zulke gevallen zou het huis gedurende de uren waarop die vergaderingen worden gehouden, met een Koninkrijkszaal overeenkomen. De vergaderingen staan onder leiding van het lichaam van ouderlingen. Zij zullen op de hoogte zijn van de feiten aangaande de uitgesloten persoon en kunnen beschouwen of er een smet op de gemeente geworpen zou worden wanneer de uitgeslotene een vergadering in een huis zou bezoeken. Zij kunnen de kwestie onderling en met de huisbewoner bespreken. Indien de huisbewoner er geen bezwaar tegen heeft dat de uitgeslotene de vergadering in zijn huis bezoekt, kunnen de ouderlingen de uitgeslotene dienovereenkomstig inlichten en zou het hem worden toegestaan dat huis te betreden gedurende de uren dat het huis als Koninkrijkszaal wordt gebruikt. Wel moet de uitgeslotene zich terwijl hij daar is te allen tijde gepast gedragen.

Wanneer de enige vergadering die in een particulier huis wordt gehouden, de boekstudie is, zou een uitgeslotene niet worden uitgenodigd die vergadering te bezoeken, maar hij mag vergaderingen bezoeken die in de Koninkrijkszaal worden gehouden.

Zoals in De Wachttoren van 15 november 1974 (bladzijde 686, 687) werd uiteengezet, mag een christen een uitgeslotene groeten wanneer deze niet overeenkomt met degenen die in 2 Johannes 9-11 worden beschreven, maar hij zou stellig niet verder gaan dan een dergelijke groet tot de persoon te richten. In De Wachttoren van 15 november 1974 (bladzijde 694) werd gesuggereerd dat wanneer er geen vleselijke familiebetrekkingen bij zijn betrokken, het het beste zou zijn om een verder gesprek of het geven van vermaningen aan de ouderlingen over te laten.