Gods volk rukt voorwaarts
Nieuw hoogtepunt — 29.057 verkondigers!
1 Jehovah’s organisatie rukt voorwaarts. Dit is in vele opzichten duidelijk zichtbaar: Het begrip van Gods Woord wordt van jaar tot jaar duidelijker. De wijze waarop de gemeente functioneert is nauwer in overeenstemming met de Schrift gebracht. En, zoals in de bijbel is voorzegd, neemt het tempo waarin het aantal discipelen toeneemt voortdurend toe; weer een hoogtepunt, het zesde dit dienstjaar: 29.057 verkondigers in mei! — Jes. 60:17, 22.
2 Hoe staat het met ons als persoon? Rukken wij samen met de organisatie voorwaarts? Dit is iets wat wij allen graag zullen willen (1 Tim. 4:15). Als wij ons pas met de gemeente hebben verbonden betekent dit dat wij de weg naar christelijke rijpheid zijn ingeslagen. „Rijpheid” komt van een Grieks woord dat volwassen, volledig betekent. Het betekent dat iemand de volle omvang van de christelijke waarheid aanvaardt. Het betekent dat iemand in geen enkel opzicht terughoudend is met betrekking tot de zuivere aanbidding.
3 Ruk jij van geestelijk standpunt uit bezien met je broeders en zusters over de gehele aarde voorwaarts? Ongetwijfeld doe je dit in vele opzichten. Maar zijn er terreinen in jouw leven waaraan je verdere aandacht moet besteden, zoals persoonlijke studie en het geven van antwoorden tijdens vergaderingen? Hoe staat het met de kwestie van het maken van vorderingen met betrekking tot het toepassen van Jehovah’s Woord in de dagelijkse aangelegenheden van het leven? Op dit terrein liggen er voor ons allen verdere gelegenheden om vorderingen te maken, niet waar?
4 Kun jij ook bewijzen van vooruitgang zien wat betreft je persoonlijke velddienst? Allen die er in de loop van de tijd met vertrouwen in Jehovah mee voortgegaan zijn God te dienen, kunnen deze vooruitgang bij zichzelf waarnemen. Maar misschien kom je tot het besef dat er door jou persoonlijk nog meer stappen voorwaarts gedaan kunnen worden. Gebruik jij bijvoorbeeld de bijbel op passende momenten in de velddienst? Gedurende de actie met het „Duizendjarige koninkrijk”-boek zou je je bijvoorbeeld hierop kunnen toeleggen, misschien door gebruik te maken van de velddienstsuggestie in deze Koninkrijksdienst.
5 Is er in jouw van-huis-tot-huisbediening nog ruimte voor verbetering? Wel, hoe staat het met je nabezoekwerk? Bezoek jij de mensen bij wie je belangstelling voor het goede nieuws hebt aangetroffen nogmaals ten einde hen te onderwijzen? Het is zeldzaam dat iemand enkel door het lezen van wat lectuur die aan hem werd verspreid, en zonder dat hem verdere persoonlijke hulp wordt geboden, vergaderingen begint te bezoeken en een aandeel aan de velddienst gaat hebben. Is het in plaats daarvan niet noodzakelijk dat wij terugkeren en hem of haar geregeld bezoeken ten einde deze belangstellende persoon te helpen tot christelijke rijpheid voort te gaan? Wij moedigen je ertoe aan om met volledig vertrouwen op Jehovah een geregeld aandeel aan dit werk te hebben. Misschien breng je wel nabezoeken bij personen aan wie je lectuur hebt verspreid en bij hen wier abonnement is afgelopen maar studeer je ook met belangstellende personen? Dit dient ons doel te zijn. Het is niet moeilijk. Meer dan al het andere wat er vereist wordt is het nodig de bereidheid te bezitten op deze wijze door Jehovah gebruikt te worden, gepaard aan voorbereiding.
6 Nog een voortreffelijk terrein waarop vorderingen gemaakt kunnen worden is de constantheid waarmee wij Jehovah dienen. Onze dienst spruit voort uit een hart dat bewogen wordt door liefde voor Hem en onze in gevaar of in zorgelijke omstandigheden verkerende naaste. Liefde houdt zich voortdurend bezig met het voorwerp van haar liefde. Hoe subliem toont Jehovah dit zelf door zonder ophouden datgene te verschaffen wat wij nodig hebben (Hand. 14:17) en hoe weerspiegelen aardse ouders dit in de zorg voor hun hulpeloos geboren baby’s. Wanneer wij hieraan denken kan het niet anders of wij zullen ook in de wijze waarop wij barmhartigheid jegens onze naasten tonen constant willen zijn. Wellicht blijkt uit een terugblik uit onze dienst van het afgelopen jaar dat iemand op dit terrein vorderingen kan maken en wij moedigen iedereen hiertoe aan. Een christen die Jehovah elke maand wil dienen, kan geholpen worden dit streven te bereiken door zich ten doel te stellen Jehovah elke week te dienen.
7 Wij bevinden ons in de laatste maand van het dienstjaar 1975. Het thema voor deze maand is „God als onze eigenaar blijven erkennen” (Deut. 10:14). Wij doen dit wanneer wij Jehovah’s wil blijven betrachten en met zijn organisatie voortrukken. Laten wij allen naar de mate waarin wij reeds vorderingen hebben gemaakt op deze weg blijven voortgaan (Fil. 3:15, 16) en moge deze geestesgesteldheid augustus tot een maand maken waarin niemand achterblijft God als eigenaar te erkennen.
[Inzet op blz. 1]
Blijf God als Eigenaar erkennen. — Deut. 10:14
[Inzet op blz. 4]
Besluit het dienstjaar 1975 door actief te zijn