Ordelijkheid, een voortreffelijke eigenschap voor allen
1 Tot de voortreffelijke eigenschappen die opzieners dienen te bezitten, behoort de eigenschap ordelijk te zijn. Het is echter voor alle christenen, jong en oud, broeders en zusters, nuttig deze hoedanigheid aan te kweken. Ordelijk zijn, houdt de gedachte in dat men fatsoenlijk, gedisciplineerd, geregeld en welgemanierd is en dat men een goed ingericht leven leidt. Geef jij er blijk van deze hoedanigheden te bezitten? — 1 Tim. 3:2.
2 Een opziener bijvoorbeeld moet tonen dat hij ordelijk is door een patroon te volgen waarop anderen in de gemeente zich kunnen verlaten doordat hij zich nauwgezet aan bijbelse wetten en beginselen houdt en niet wanordelijk is (2 Thess. 3:6, 7). Zelfs onder druk bewaart hij zijn zelfbeheersing en evenwicht. Hoewel ordelijkheid niet eenvoudig te vergelijken is met punctualiteit of het nauwgezet behartigen van administratieve bezigheden, zal een opziener die ordelijk is zich toch dusdanig disciplineren dat hij op juiste wijze en op tijd voor dingen zorgt. (Zie commentaar in Wachttoren van 1973, bladzijde 696.)
3 Een opziener die deze hoedanigheid beseft, zal de vergaderingen ruimschoots van tevoren plannen zodat het goed geleide, ordelijke vergaderingen zullen zijn. Door dit te doen, betoont hij consideratie jegens anderen en helpt hij te voorkomen dat onderdelen haastig worden voorbereid en slecht worden uitgewerkt. — 1 Kor. 14:40.
4 Wanneer er problemen in de gemeente rijzen, zullen opzieners die ordelijk zijn, respect voor Gods Woord tonen door niet laks te zijn in het zich kwijten van hun verantwoordelijkheden. Zij tonen ook hoffelijkheid door er regelingen voor te treffen dat er prompt aandacht wordt geschonken aan problemen die rijzen, zodat de broeders hulp of raad kunnen ontvangen, in plaats dat zij dingen voor onbepaalde tijd uitstellen en aldus frustratie en onzekerheid voor anderen veroorzaken. — Spr. 13:12.
5 Een vader die ordelijkheid beseft, zal goede regelingen voor zijn gezin treffen opdat zij op tijd naar de vergaderingen kunnen gaan en aan de velddienst kunnen deelnemen ten einde geestelijk sterk te blijven. Indien sommigen in het gezin laks worden in waardering voor theocratische orde, kan het ook zijn dat hij op zijn eigen gezin de suggestie moet toepassen die Paulus in 1 Thessalonicenzen 5:14 gaf.
6 In het huis beseft een christelijke vrouw hoe belangrijk het is bijbelse beginselen toe te passen. Zij weet hoe goed het is alles netjes en ordelijk te hebben, zodat het huis de toepassing van goddelijke beginselen weerspiegelt (Tit. 2:4, 5, 10). Zij traint haar kinderen erin dingen op te rapen en op hun plaats te houden. Men kan van haar op aan dat zij alles netjes en ordelijk houdt en maaltijden volgens de tijdsindeling van haar gezin bereidt (Spr. 31:15). Ja, een ieder van ons kan op vele manieren ordelijkheid tonen. Ordelijkheid is een blijk van rijpheid en een goed ingericht leven.