Vragenbus
● Is het toegestaan in het gebied van de ene gemeente te wonen maar de vergaderingen van een andere gemeente te bezoeken?
Over het algemeen is het het beste de vergaderingen te bezoeken van de gemeente die gaat over het gebied waarin je woont. In de meeste gevallen blijkt dit voor de geestelijke belangen van je gezin het beste te zijn, aangezien dit het gewoonlijk gemakkelijk maakt de vergaderingen te bezoeken, aan de velddienst deel te nemen in gebied dat dichtbij is en voordeel te trekken van de hulp die ouderlingen bieden.
Wij beseffen evenwel dat persoonlijke omstandigheden verschillen. Factoren als iemands werktijden, een ongelovige huwelijkspartner of vervoersproblemen zouden iemand tot de conclusie kunnen brengen dat het in geestelijk opzicht nuttiger zou zijn een andere gemeente te bezoeken. Ieder gezinshoofd is voor zijn eigen gezin verantwoordelijk. Na alle erbij betrokken factoren overwogen te hebben, zal hij moeten beslissen wat het beste is. Hij wil de aangelegenheden misschien met de ouderlingen bespreken om hun raad ten nutte te maken alvorens hij een beslissing neemt. Misschien zijn zij bekend met over het hoofd geziene voordelen die het voor het gezin zou hebben de gemeente te bezoeken die over het gebied gaat waarin zij wonen, of kennen zij mogelijk nadelen die het voor het gezin zou kunnen hebben naar een aangrenzende gemeente over te gaan. Vaak is het voor de gemeente die over het gebied gaat, gemakkelijker liefdevolle hulp te bieden. En het huis van het gezin zou voor een boekstudie binnen de gemeente waaronder het gebied valt, gebruikt kunnen worden. Maar uiteindelijk zullen de ouderlingen het gezinshoofd willen aanmoedigen een beslissing te nemen die de beste geestelijke belangen van zijn gezin zal waarborgen. Er bestaat geen reden tot kritiek wanneer hij zijn beslissing eenmaal genomen heeft.
In stadsgebieden ligt een groot aantal gemeenten vaak dicht op elkaar. Er kunnen een aantal redenen zijn waarom de ouderlingen mogelijk beslissen dat de belangen bevorderd zouden worden door verkondigers over te plaatsen. Er kunnen bijvoorbeeld gebiedswijzigingen zijn in verband met het oprichten van een nieuwe gemeente, of om een gemeente die haar gebied veelvuldig bewerkt extra gebied te geven of om een gemeente met maar weinig verkondigers of rijpe broeders die de leiding kunnen nemen, te versterken. De ouderlingen in iedere gemeente kunnen uiteenzetten wat raadzaam schijnt en elk erbij betrokken gezin verzoeken de overplaatsing te overwegen. In veel gevallen zal het waarschijnlijk geen problemen opleveren aan de voorgestelde wijziging gehoor te geven. Maar nogmaals, elk gezinshoofd zal alle factoren moeten overwegen en moeten beslissen of het gezin een dergelijke stap zal doen. Hetzelfde geldt voor ouderlingen, dienaren in de bediening of pioniers aan wie gevraagd wordt of zij van gemeente kunnen veranderen om een gemeente te helpen die hulp nodig heeft. (Zie de „Vragenbus” in de Koninkrijksdienst van april 1973.)