Het goede nieuws aanbieden — Bewerken jullie je gebied doeltreffend?
1 Wist je dat gemiddeld genomen iedere verkondiger in Nederland aan 510 personen het „goede nieuws” moet laten horen? Waarom is het gebiedend noodzakelijk dat zij allen met de Koninkrijksboodschap in contact worden gebracht? Omdat niets minder dan hun leven op het spel staat, maar evengoed dat van ons (Ezech. 3:17-19; 33:6; 1 Tim. 4:16). In het hele land vindt het „goede nieuws” nog bij veel mensen weerklank. Wij dienen er derhalve niet slechts in geïnteresseerd te zijn hoeveel keer wij in een bepaalde periode ons gebied kunnen bewerken, of hoeveel lectuur wij kunnen achterlaten, maar hoeveel personen wij kunnen bereiken met onze schriftuurlijke boodschap van het Koninkrijk.
2 Willen wij ons gebied grondig bewerken, dan zullen wij de waarde van het nauwgezet bericht bijhouden van degenen die niet thuis zijn, niet onderschatten. Houd jij zo’n bericht bij? En ga jij dan ook terug om te proberen op elk van die adressen met de daar wonende mensen contact te krijgen? Zoals je weet zul je ze de eerste keer dat je teruggaat misschien nog niet thuis vinden. Maar probeer het opnieuw. Als herhaalde bezoekjes geen resultaat opleveren, waarom dan niet geprobeerd hen op te bellen of hen misschien een brief te schrijven? Geef het niet op totdat je met hen in aanraking komt. Zij moeten het „goede nieuws” nodig horen. Geen van ons zou het gevoel moeten hebben dat een gebied bewerkt is, als er nog steeds een paar huizen overblijven waarvan wij de bewoners noch persoonlijk, noch via de brievenbus hebben bereikt. Het is echter wel nuttig het gebied ten minste na bijna vier maanden in te leveren. Het kan, als daar niets op tegen is, weer opnieuw worden uitgegeven.
3 Degenen voor wie wij natuurlijk in het bijzonder belangstelling hebben, zijn zij die met waardering naar de Koninkrijksboodschap luisteren. Sommigen van hen aanvaarden lectuur; anderen tonen eenvoudig interesse in de dingen die wij hen uit de bijbel laten zien. Zou het echter niet goed zijn in ieder geval plannen te maken voor een nabezoek? Als wij dat in gedachten hebben, horen wij een goed bericht bij te houden met de naam van de huisbewoner en alle andere inlichtingen die ons zullen helpen verder te bouwen op de reeds getoonde belangstelling. Zou het zin hebben week in week uit meer gebied te blijven bewerken als wij geïnteresseerde personen die wij reeds gevonden hebben, niet opnieuw bezoeken? Kunnen wij werkelijk zeggen dat wij ons gebied doeltreffend bewerken als wij in gebreke blijven deze nabezoeken te brengen? Zelfs nadat een gebied is ingeleverd zullen wij ermee voort moeten gaan alle interesse die wij maar gevonden hebben, na te horen.
4 Als wij een doeltreffende gebiedsbewerking in gedachten hebben, bemerken wij misschien dat bepaalde aanbevolen Onderwerpen voor gesprekken in een bepaald gebied niet goed ontvangen worden. Misschien vanwege religieuze, sociale of culturele achtergronden van de daar wonende mensen. Misschien vind je het dan raadzaam een ander Onderwerp voor gesprekken te gebruiken, misschien een van de goede die in vorige uitgaven van Onze Koninkrijksdienst stonden, die geschikter is voor dat soort gebied. Wij kunnen begrijpen dat wij bijvoorbeeld onze benadering van hoofdzakelijk katholieke gebieden behoorlijk moeten aanpassen om deze in overheersend joodse wijken te kunnen gebruiken. Dit zou evengoed in andere omstandigheden van toepassing zijn. Door onderscheidingsvermogen te gebruiken en plooibaar te zijn in onze aanbiedingen kunnen wij in het gebied misschien meer belangstelling voor de bijbelse boodschap opwekken.
5 Zoals wij allen weten zijn bepaalde gebieden productiever dan andere. Als dat het geval is, zou het goed zijn als wij er niet aan blijven vasthouden dat alle gebieden pas worden bewerkt wanneer ze volgens een vast schema aan de beurt zijn. Dit betekent dat een deel van het gebied misschien vaker wordt bewerkt dan de rest. Zeker, al het gebied in de gemeente moet worden bewerkt, en het zou nuttig zijn het helemaal ten minste eens per jaar grondig te bewerken. Maar wij zijn er vooral in geïnteresseerd discipelen te maken. Als dus bepaalde gebieden vruchtbaarder blijken te zijn dan andere, zou het nuttig kunnen zijn deze vaker te bewerken. De apostel Paulus bewerkte in zijn dienst niet elke provincie in Klein-Azië op basis van een vaste volgorde. Hij volgde de leiding van Jehovah’s geest, en die geest leidde hem naar gebieden die vruchtbaar bleken te zijn wat betreft het voortbrengen van nieuwe lofprijzers van Jehovah. — Hand. 16:6-10, 14; 18:9-11.
6 De reden voor het doeltreffend bewerken van ons gebied is mensen in de gelegenheid te stellen het „goede nieuws” te leren kennen. Wanneer wij dan belangstelling vinden, zouden wij eropuit moeten zijn onze bijbelstudieregeling te demonstreren om in gehoorzaamheid aan Jezus’ gebod met schapen te vergelijken personen tot discipelen te maken.