Vragenbus

● Waarom dien jij te weten welke broeders in jouw gemeente opzieners en dienaren in de bediening zijn?

Jehovah heeft in bekwame mannen voorzien om onder zijn volk de leiding te nemen. Schriftuurlijk bezien, zijn deze broeders aangesteld als „opzieners en dienaren in de bediening” (Fil. 1:1). Zoals hun aanstelling doet vermoeden, dienen opzieners en dienaren in de bediening de leden van de gemeente (Matth. 20:26). Zij zijn zowel bekwaam als beschikbaar om jou te dienen.

Opzieners zijn ouderlingen die bekwame onderwijzers en herders zijn. Ten einde hulp te bieden bij het op juiste wijze zorg dragen voor noodzakelijk werk, zijn er „dienaren in de bediening”. Te zamen helpen deze dienaren ons „ijverig voor voortreffelijke werken” te zijn (Tit. 2:14). Opzieners en dienaren in de bediening moeten ’de kudde kennen’ om de beste hulp te kunnen verschaffen (Spr. 27:23). Omgekeerd dient de kudde de mannen te kennen die bekwaam en aangesteld zijn om hen te dienen (Jak. 5:14-16). Daarom worden aanstellingen en ontheffingen van ouderlingen en dienaren in de bediening aan de gemeente bekendgemaakt. — Vergelijk Handelingen 15:25-30; 1 Korinthiërs 4:17.

Er bestaan verscheidene redenen waarom een broeder in de gemeente misschien niet in staat is als een aangestelde dienaar dienst te verrichten. Insgelijks kan een broeder, wanneer hij is aangesteld, misschien om verschillende redenen de gemeente niet langer als ouderling of dienaar in de bediening blijven dienen. Niemand dient automatisch de conclusie te trekken dat aankondigingen van ontheffingen duiden op de een of andere vorm van kwaaddoen. Soms kunnen gezondheid, gezinsaangelegenheden of andere omstandigheden een broeder beletten nog langer in een aangestelde hoedanigheid dienst te verrichten. Door te weten welke broeders in jouw gemeente opzieners en welke broeders dienaren in de bediening zijn, ben je in staat rechtstreeks voordeel te trekken van hun bekwaamheden en beschikbaarheid om jou te onderwijzen, te weiden en te helpen „ijverig voor voortreffelijke werken” te zijn.