„Schudt het stof van uw voeten”
1 Wat bedoelde Jezus met de uitdrukking „schudt het stof van uw voeten”? Vlak voordat hij dit zei, gaf hij zijn discipelen gedetailleerde richtlijnen met betrekking tot wat zij wel of niet zouden moeten doen en aangaande de dingen die zij bij hun predikingswerk mee zouden moeten nemen. Daarna sprak hij de woorden uit die in Matthéüs 10:11-15 opgetekend staan.
2 Eerst zouden zij moeten onderzoeken wie ’het waard waren’. Maar hoe zouden de discipelen degenen moeten bejegenen die hen niet gunstig ontvingen? Jezus vertelde hun ’het stof van hun voeten te schudden’ en gewoon door te gaan. Dit betekende dat zij door zouden gaan met hun werk dat bestond in het bekendmaken van het „goede nieuws” en hun tijd niet zouden verkwisten aan hevige woordentwisten die de huisbewoner alleen maar zouden irriteren, en de discipel van zijn vrede en vreugde zouden beroven. — Matth. 10:13; Hand. 13:50-52.
3 In Lukas 9:5 zei Jezus dat zij het stof van hun voeten zouden moeten schudden „als een getuigenis tegen hen”. Het is onze taak een getuigenis te verschaffen over het Koninkrijk en mensen te waarschuwen voor de komende vernietiging te Armageddon. Indien onze boodschap wordt verworpen, gaan wij vreedzaam verder, terwijl wij dat huis of die stad de rug toekeren en de gevolgen laten oogsten van wat Jehovah over hen zal brengen.
WEES ZACHTAARDIG EN BETOON ACHTING
4 Petrus schreef: „Maar heiligt de Christus als Heer in uw hart, altijd gereed u te verdedigen voor een ieder die van u een reden eist voor de hoop die in u is, maar doet dit met zachtaardigheid en diepe achting” (1 Petr. 3:15). Deze woorden onthullen de geestesgesteldheid die wij dienen te bezitten.
5 De volgende ervaring toont de wijsheid aan van het najagen van vrede en het zich ervan weerhouden iemand met gelijke munt te betalen. „Toen wij op een ochtend van huis tot huis werkten liepen een jonge broeder en ik de oprijlaan van een huis op. Toen wij ongeveer halverwege waren, stormde de huisbewoner de voordeur uit en begon hij tegen ons te schreeuwen dat wij van zijn terrein af moesten en liet hij ons weten dat hij niets met ons te maken wilde hebben. De jongen en ik stonden doodstil totdat hij klaar was en wij ons zonder ook maar een woord te zeggen omkeerden en naar de weg terugliepen. Wij staken de straat over en spraken een poosje, zo’n half uur, met een mevrouw. Toen wij haar huis verlieten, stond de kwade man van zoëven ons aan het einde van zijn oprijlaan op te wachten. Wij verwachtten een nieuwe scheldkanonnade. In plaats daarvan had hij zijn kalmte herwonnen, was erg aardig en verontschuldigde zich voor de wijze waarop hij ons had toegesproken. Wij hadden de indruk dat zijn plotselinge verandering te danken was aan het feit dat wij hem niet met gelijke munt hadden betaald.” — Rom. 12:17, 18.
6 Ongeacht hoe grievend of onverschillig mensen ook mogen zijn, indien wij een juiste geestesgesteldheid en een voortreffelijk christelijk gedrag aan de dag leggen, zullen zij ons niet van onze vreugde en vrede kunnen beroven.
MAAK VELDDIENST TOT EEN GENOEGEN
7 Omdat enkelen deze juiste geestesgesteldheid niet bezitten, zijn zij ontmoedigd geraakt. Wellicht zijn enkele veranderingen in hun denkwijze nodig. Wees positief. Bied de Koninkrijksboodschap op een prettige en vriendelijke manier aan. Als mensen luisteren en gunstig reageren, strekt dit hun tot voordeel. Maar zo niet, dan heb je hen in elk geval gewaarschuwd. — Ezech. 33:9.
8 Velen van hen met wie wij in het gebied in aanraking komen, willen Jehovah niet dienen (Matth. 7:13). Het zal ook openbaar worden wie degenen zijn die het wel degelijk waard zijn. Blijf daarom goedheid en zachtaardigheid betonen, en waar nodig zelfs het stilzwijgen bewaren. Naar de situatie dit vereist, zullen wij figuurlijk gesproken ’het stof van onze voeten schudden’ in het besef dat Jehovah Jezus Christus en de heilige engelen getuigen zijn van ons getrouwe werk. — Matth. 24:14; Ezech. 33:33.