Is het goed lectuur weg te geven?
1 Het Genootschap ontvangt geregeld berichten waaruit blijkt dat veel van de lectuur die in het veld wordt verspreid, wordt weggegeven. Sommige verkondigers laten klaarblijkelijk uit gewoonte na een bijdrage te vragen voor de lectuur die zij verspreiden. Er is zelfs waargenomen dat er verkondigers zijn die geregeld boeken weggeven als zij in de velddienst zijn. Hoewel het beslist prijzenswaardig is dat verkondigers onze prachtige lectuur in de handen van het publiek willen leggen, kan de gewoonte om deze altijd gratis te geven, problemen scheppen.
2 Het is waar dat sommige mensen beslist niet in staat zijn een bijdrage voor de lectuur te geven. Maar in dit land zijn er slechts weinig van zulke mensen. Heb je opgemerkt dat velen die beweren dat zij geen bijdrage kunnen geven, wel gemakkelijk geld besteden aan onbelangrijke dingen? Is het daarom werkelijk verstandig om lectuur weg te geven wanneer wij van huis tot huis gaan? Zullen de huisbewoners hierdoor geholpen worden de lectuur naar waarde te schatten? Als wij werkelijk iemand ontmoeten die zegt dat hij het zich niet kan veroorloven een bijdrage voor de lectuur te geven, zouden wij een brochure, een oud exemplaar van een van de tijdschriften of een traktaat kunnen weggeven. Natuurlijk moet de huisbewoner dan wel beloven die lectuur te lezen. Of wij zouden kunnen aanbieden terug te komen wanneer hij het zich zou kunnen veroorloven een bijdrage te geven voor wat wij aanbieden.
3 Huisbewoners die zeggen dat zij geen geld hebben om voor de lectuur bij te dragen, zouden wij een traktaat kunnen geven. Ook voor dit doel is het goed om bijvoorbeeld het traktaat Bevindt de wereld zich op de rand van de afgrond? bij je te hebben. Vervolgens zouden wij de aanvankelijk getoonde belangstelling kunnen aanwakkeren door terug te gaan om punten in het traktaat te bespreken en de aandacht te vestigen op verdere schriftplaatsen.
OUDE UITGAVEN VAN TIJDSCHRIFTEN
4 Sommige verkondigers laten af en toe oude uitgaven van tijdschriften achter op adressen waar zij niemand thuis treffen, waarbij zij er vanzelfsprekend voor zorgen dat de tijdschriften dan volledig uit het zicht zijn en niet door voorbijgangers gezien kunnen worden. Hier bestaat geen bezwaar tegen. Zouden wij echter in gemeenten waar het gebied vaak wordt bewerkt iedere keer wanneer wij door het gebied gaan bij alle afwezigen tijdschriften achterlaten, dan zouden de mensen kunnen gaan denken dat de tijdschriften altijd gratis zijn. Als er ander drukwerk zoals reclamemateriaal bij een deur ligt is het misschien niet zo verstandig om daar dan ook nog eens onze tijdschriften bij te leggen. Het is daarom goed om in deze kwestie oordeel des onderscheids te gebruiken.
5 Elke keer wanneer er gratis tijdschriften worden achtergelaten, dient er moeite voor gedaan te worden weer terug te gaan. Sommigen die oude tijdschriften op deze wijze gebruiken, hebben het doeltreffend gevonden het tijdschrift open te vouwen bij een artikel waarvan zij menen dat het van speciaal belang is voor de huisbewoner. Dit verschaft een fijne mogelijkheid voor gesprekken wanneer wij terugkomen bij personen die voorheen niet thuis waren.
6 Jehovah wil niet dat mensen vernietigd worden; daarom moeten wij alle gelegenheden aangrijpen om het „goede nieuws” te verbreiden (2 Petr. 3:9). Enige tijd geleden ging een ouderling in Engeland van huis tot huis en liet een exemplaar van De Wachttoren achter onder de deur van een adres waar hij niemand thuis trof. De huisbewoner had zoveel belangstelling voor de inhoud van het tijdschrift, dat hij Jehovah’s Getuigen opbelde. Er werd een studie opgericht en doordat hij de waarheid ging begrijpen, maakte hij snelle vorderingen.
BIJ INFORMEEL GETUIGENISGEVEN
7 Het is begrijpelijk dat wanneer wij informeel getuigenis geven aan familieleden of andere kennissen, wij hun misschien een publikatie cadeau willen geven. Maar wanneer wij tot vreemden spreken zoals tijdens het van-huis-tot-huiswerk, is het toch het beste de lopende lectuur tegen betaling van de normale bijdrage aan te bieden. Op deze wijze kunnen wij de mensen helpen de lectuur die zij hebben genomen als iets waardevols te beschouwen, en dit zal hen er misschien toe motiveren de lectuur te lezen.
ONZE WAARDEVOLLE LECTUUR
8 Wij geven beslist vrijelijk van onze tijd en onze energie om de waarheid met anderen te delen. Dit is heel passend, want Jezus heeft gezegd: „Gij hebt om niet ontvangen, geeft om niet” (Matth. 10:8). Om dit te doen moeten wij offers brengen op het gebied van tijd. Bovendien hebben wij ook vervoersonkosten en ook deze beschouwen wij als een bijdrage voor de prediking van het „goede nieuws”. Wij behoeven echter niet te denken dat wij alle kosten moeten dragen voor de lectuur die wij bij de mensen in het veld achterlaten. Vergeleken bij de dure populaire tijdschriften en boeken in deze tijd, is onze lectuur nog steeds tegen een redelijke bijdrage beschikbaar. Over het algemeen ligt deze binnen het bereik van ongeveer iedereen in dit land. De zeer kleine bijdrage die wordt gevraagd, verhoogt de waarde van de lectuur in de ogen van de huisbewoner. Niemand behoeft te denken dat hij lectuur verkoopt enkel omdat hij om een kleine bijdrage vraagt ter bestrijding van de druk- en verspreidingskosten.
9 Mogen wij allen de publikaties van het Genootschap naar grote waarde schatten en mogen wij degenen die wij in onze bediening ontmoeten, helpen dit eveneens te doen, want de kennis die onze lectuur verschaft, kan tot eeuwig leven leiden. — Joh. 17:3.