Het goede nieuws aanbieden — Als goed opgeleide jongeren
1 In de meeste gemeenten van Jehovah’s volk over de gehele wereld bevinden zich vele jongeren. Wat is het een zegen jongeren te zien die zich bewust zijn van hun geestelijke behoeften en die graag op de gemeentevergaderingen zijn (Matth. 5:3, 6). De ouders van deze kinderen zijn te prijzen wegens de voortreffelijke opleiding die zij hun kinderen in de geest van Deuteronomium 6:6, 7 geven.
2 Maar dient die opleiding en dat strenge onderricht alleen uit bijbelstudie en vergaderingbezoek te bestaan? Of behoren jongeren ook opgeleid te worden in de van-huis-tot-huisbediening en daaraan een aandeel te hebben? De meesten van ons zullen het ermee eens zijn dat kinderen ook bij de geregelde prediking betrokken moeten worden. Wellicht herinner je je enkele schitterende bijbelse voorbeelden van jongeren die reeds op zeer jeugdige leeftijd nauw betrokken waren bij heilige dienst. Denk bijvoorbeeld eens aan de jonge Samuël, die onmiddellijk nadat zijn moeder hem had gespeend, in de tempel dienst begon te verrichten. Ja, hij begon zijn loopbaan in heilige dienst op zeer prille leeftijd, in deze tijd te vergelijken met een kind dat nog niet de schoolgaande leeftijd heeft bereikt. Aanvankelijk droeg hij slechts beperkte verantwoordelijkheden, maar deze namen toe naarmate hij ouder werd (1 Sam. 3:1, 15). Dan was er ook nog Jefta’s dochter, die zich aan de eed van haar vader onderwierp en op jeugdige leeftijd heilige dienst in de tabernakel op zich nam (Recht. 11:36-40). De jonge Timótheüs bezat een voortreffelijke reputatie als een ijverige christelijke jongere (Hand. 16:2). Ook waren er de vier maagdelijke dochters van de christelijke evangelist Filippus, die alle vier „profeteerden” (Hand. 21:8, 9). Ja, er staan in Gods Woord vele voortreffelijke voorbeelden van jonge mensen die ijver voor Jehovah bezaten en die er belangstelling voor hadden de heilige dienst die hun werd toegewezen, op zich te nemen.
3 Ook in deze tijd bemerken wij dat velen van onze jongeren ijverig het goede nieuws van deur tot deur aanbieden. Zij zijn werkelijk te prijzen voor hun voortreffelijke krachtsinspanningen. En alle volwassenen onder ons, maar in het bijzonder de ouders, dienen er belangstelling voor te hebben de jongeren onder ons aan te moedigen en te helpen in de „laatste dagen” van dit samenstel van dingen vreugde te putten uit Jehovah’s dienst (2 Tim. 3:1). Hoe kunnen wij dit doen?
4 Kinderen dienen er op zeer jeugdige leeftijd al in opgeleid te worden hun ouders in de velddienst te vergezellen. Het schijnt dat sommige ouders hun kinderen thuislaten wanneer zij in de velddienst gaan. Het kost wellicht wat meer tijd en moeite om ervoor te zorgen dat de kinderen klaar zijn en hen mee te nemen, maar ouders zullen bemerken dat het de moeite waard is. Bovendien is het een onderdeel van hun verantwoordelijkheid als ouders. Het goede voorbeeld dat ouders geven wanneer zij de leiding nemen in de velddienst, kan niet genoeg beklemtoond worden. Het geregeld meenemen van de kinderen zal hun de nodige opleiding geven en hen helpen goede gewoonten aan te kweken en de belangrijkheid van de velddienst te onderkennen naarmate zij ouder worden.
5 Wat kan een ouder, of een volwassen bedienaar, doen om jongeren die hem in de dienst vergezellen, te helpen? In de eerste plaats kan opbouwende conversatie een heel goede uitwerking op jongeren hebben. Goede suggesties over een juist gedrag tijdens de dienst zijn nuttig indien ze op een opbouwende manier gegeven worden. Help jonge verkondigers ook de belangrijkheid van de prediking te beseffen en laat hun zien hoe zij er een aandeel aan kunnen hebben (Matth. 28:19, 20). Heel jonge kinderen kunnen de huisbewoners een strooibiljet of een traktaat geven. Zij zouden ook mensen kunnen uitnodigen naar de Koninkrijkszaal te komen, waarbij zij misschien het adres van de zaal en de vergadertijden kunnen vertellen en de mensen laten weten dat zij welkom zijn.
6 Vele jongeren vinden het vooral fijn om met de tijdschriften te werken. Al hoewel zij nog jong zijn, bereiden zij een korte aanbieding van de nieuwste uitgaven voor en bieden ze aan tegen een bijdrage van 70 cent. Zij boeken goede resultaten. Degenen die al wat ouder zijn kiezen een bepaald artikel uit dat zij mooi vinden en vestigen daar de aandacht op wanneer zij de tijdschriften aanbieden. Op deze manier hebben vele jonge verkondigers zelfs een tijdschriftenroute opgericht.
7 Wanneer jonge verkondigers die goed kunnen lezen met oudere personen werken, nodig hen dan uit om aan de deur een schriftplaats voor te lezen. Volwassen verkondigers hebben dit op een informele manier gedaan of, in sommige gevallen, vertellen zij de huisbewoner dat de jongere het leuk vindt om mee te gaan of dat hij of zij in de bediening wordt opgeleid. Hij kan zelfs commentaar geven op de schriftplaats die in het lopende Onderwerp voor gesprekken wordt gebruikt. Indien de jonge verkondiger oud genoeg is om op grond van de Schrift een gesprek te voeren, dan is het passend dat de volwassen verkondiger de huisbewoner begroet, het doel van het bezoek uitlegt, en de jonge verkondiger voorstelt die vervolgens zijn aanbieding kan doen.
8 Dit zijn enkele manieren waarop wij onze jongeren kunnen helpen op een geregelde basis een aandeel aan de prediking te hebben. Door de gewoonte aan te kweken geregeld in de velddienst te gaan, zullen zij er steeds meer plezier in krijgen. Dit maakt deel uit van de vorderingen die zij dienen te maken in de richting van persoonlijke opdracht en de doop. Ouderlingen die belangstelling hebben voor alle jongeren in de gemeente, bemerken dat zij inderdaad gunstig reageren wanneer er hulp wordt geboden. Help de jonge verkondigers doeltreffender in de bediening te worden. Zij hebben de voortreffelijke raad nodig die aan Timótheüs werd gegeven: „Doe uw uiterste best om u goedgekeurd aan God aan te bieden, als een werkman die zich nergens over behoeft te schamen, die het woord der waarheid juist hanteert.” — 2 Tim. 2:15.