De hulppioniersdienst — Heb je het al geprobeerd?
1 De huidige regeling van de hulppioniersdienst is nu haar elfde jaar ingegaan. Vanaf de tijd dat ze in september 1976 van start ging, hebben vele duizenden van onze broeders en zusters zich daarvoor opgegeven. Duizenden van hen treffen regelingen om gedurende enkele maanden van het jaar in de hulppioniersdienst te staan. Anderen zijn in staat geweest om geregeld langere tijd achtereen als hulppionier werkzaam te zijn. Allen hebben de gelegenheid gehad er geestelijk profijt van te trekken, een nauwere band met Jehovah aan te kweken en doeltreffender bedienaren van het goede nieuws te worden.
2 In september 1976, de eerste maand dat deze regeling van kracht werd, gaven zich 1350 personen op; dat was 100% meer dan het aantal tijdelijke pioniers die in september het jaar daarvoor bericht hadden ingeleverd. Het enthousiasme voor de hulppioniersdienst nam zo snel toe dat in de maand daarna, oktober 1976, een hoogtepunt van meer dan 4000 hulppioniers werd bereikt. Hoewel het aantal hulppioniers gedurende enkele jaren die op dat hoogtepunt volgden tot onder de 3000 was teruggelopen, steeg het cijfer in 1985 weer tot 3305. In 1986 lag het aantal iets lager, maar dit was grotendeels te wijten aan het feit dat veel voormalige hulppioniers in de gewone pioniersdienst waren gegaan.
3 Voor velen is de hulppioniersdienst een springplank gebleken tot voorrechten als de gewone pioniersdienst en de Betheldienst. Maar zelfs als je huidige omstandigheden het niet toelaten dat je een andere speciale dienst op je neemt, zou je dan niet graag delen in de vreugde die velen als hulppionier ervaren?
VELEN HEBBEN HET KLAARGESPEELD
4 Ben je een ouder met kinderen die nog thuis wonen? Moet je hele dagen werelds werk verrichten om jezelf en je gezin te onderhouden? Ben je misschien op leeftijd of heb je fysieke beperkingen? Trek dan niet snel de conclusie dat, alhoewel je graag hulppionier zou willen zijn, je dit nu onmogelijk kunt. Als je een sterk verlangen koestert om ten minste één of twee maanden in het jaar te pionieren, zal er zich wellicht een gelegenheid daartoe voordoen.
5 Het vereiste van 60 uur kan een moeilijke uitdaging lijken, maar wanneer je het vanuit het standpunt beziet dat dit een gemiddelde is van slechts twee uur per dag, zodat je de rest van je tijd nog hebt om voor andere noodzakelijke verplichtingen te zorgen, kan het zijn dat het urenvereiste niet zo indrukwekkend lijkt. Kun je elke dag enige tijd aan de velddienst besteden en dat een bepaalde tijd volhouden?
6 Beschouw alsjeblieft eens wat enkele gemeenten hebben gedaan om tot de hulppioniersdienst aan te moedigen en de vreugdevolle resultaten die hun krachtsinspanningen hebben opgeleverd. In één gemeente gaf bijna de helft van de verkondigers zich voor de hulppioniersdienst op. Daaronder bevonden zich drie ouderlingen en drie dienaren in de bediening. Eén factor die tot deze voortreffelijke reactie bijdroeg, was dat men diverse maanden vóór april op de gemeentevergaderingen de nadruk op de pioniersdienst had gelegd. Iedereen in de gemeente werd erop attent gemaakt dat april een pioniersmaand moest worden. Er gaven zich in totaal 28 personen op. Meer dan de helft van hen waren echtparen. Eén echtpaar had vijf kinderen en een ander zes, en toch waren zij met een zorgvuldige planning in staat zich op een juiste wijze van hun gezinsverantwoordelijkheden te kwijten en aan de pioniersvereisten te voldoen. Zeven personen in de groep hadden een volledige baan. Een broeder die er eerst voor terugdeinsde zich op te geven, zei: „Het is werkelijk veel gemakkelijker dan ik gedacht had. Het komt alleen op een goed schema aan.”
PERSOONLIJKE ZEGENINGEN
7 Bijna zonder uitzondering vertellen degenen die voor de eerste maal in de hulppioniersdienst hebben gestaan, vol enthousiasme hoeveel profijt zij persoonlijk van de verhoogde velddienstactiviteit hebben getrokken. Sommigen zeggen dat zij zich dichter bij Jehovah voelen, meer vreugde in de dienst hebben, vrijmoediger aan de deur worden en opbouwende ervaringen opdoen die zij anders waarschijnlijk niet zouden hebben beleefd.
8 Eén zuster was in staat de hulppioniersdienst op zich te nemen, hoewel zij vijf kinderen heeft, werelds werk verricht en een ongedoopte echtgenoot heeft. Hoe werd zij beloond? Haar echtgenoot gaf zijn steun en als gevolg van haar goede voorbeeld werd hij ertoe aangezet de volgende maand met de velddienst te beginnen. Een andere zuster, die zich al voor de hulppioniersdienst had opgegeven, schreef om te zeggen dat haar werkgever zijn woord had ingetrokken om haar vrijaf te geven. Dus deelde zij hem mee dat zij haar baan zou moeten opzeggen als zij de tijd die zij nodig had, niet zou krijgen. Zij bracht haar werkgever onder de aandacht dat zij zich ziek zou kunnen melden, zoals anderen wellicht deden, maar dat zij zo iets nooit zou doen aangezien het niet eerlijk was. Hij stemde erin toe haar de tijd te geven die zij nodig had. Hoe werd zij gezegend? Slechts enkele dagen in de hulppioniersdienst droegen ertoe bij dat haar vertrouwen in Jehovah werd versterkt. Ze zei: „Ik pieker niet zoveel over geldzaken als gewoonlijk. Jehovah moest mij werkelijk leren op hem te vertrouwen.”
9 Een invalide broeder schreef het Genootschap over het succes dat hij en zijn vrouw als hulppionier hadden. Hij zei: „Ik ben invalide en kan elke dag maar een beperkte tijd in de dienst gaan zodat 60 uur per maand net binnen mijn bereik ligt. Wij zijn op 1 september gestart en zijn van plan erin te blijven. Wij hebben veel zegeningen en voor het eerst sinds wij met de gemeente zijn gaan samenwerken, hebben wij het gevoel dat wij iets in het gebied bereiken.” Dit is slechts een greep uit de commentaren van degenen die hun schema zo hebben opgesteld dat zij in de hulppioniersdienst konden gaan.
GA JE HET PROBEREN?
10 Ben jij een van de vele verkondigers die graag pionier wilden worden maar tot de conclusie kwamen dat persoonlijke omstandigheden het niet zouden toestaan op geregelde basis te pionieren? Het Genootschap had jou in gedachten toen de regeling van de hulppioniersdienst werd ingevoerd. Jehovah’s zegen en jouw zorgvuldige planning zijn nodig, maar je kunt ervan overtuigd zijn dat de geestelijke groei en de vreugde die je zult beleven, ervoor zullen zorgen dat het beslist de moeite waard is (Neh. 8:10). Waarom zou je nu geen positieve plannen maken om in maart en april in de hulppioniersdienst te gaan? Voor sommigen zal mei een ideale maand zijn om te pionieren aangezien die maand dit jaar vijf volle weekeinden heeft. Dus komen april en mei je misschien beter uit.
11 Houd in gedachte dat zorgvuldige planning onontbeerlijk is om succesvol te zijn. Dit blijkt uit de ervaringen van degenen die in staat waren de hulppioniersdienst op zich te nemen ook al hadden zij gezinsverantwoordelijkheden, moesten zij hele dagen werelds werk verrichten en hadden zij andere schriftuurlijke verplichtingen. Elkeen kan zich afvragen: ’Waarom wil ik pionieren? Hoe kan ik te werk gaan om mijn doel te bereiken?’ De oogst is nog niet voorbij en in veel gebieden is hij werkelijk „groot”. — Matth. 9:37, 38; Joh. 4:35.
12 Het is thans de tijd waarin al Gods dienstknechten zich krachtig moeten inspannen om meer activiteit te ontplooien. Zou je elk jaar niet één of meer maanden kunnen reserveren voor een grotere velddienstactiviteit in de hulppioniersdienst? (Ef. 5:16) Honderdduizenden hebben het al geprobeerd. Kun jij er ook een aandeel aan hebben?