Hernieuw ijver door suggesties uit De Wachttoren toe te passen
1 Christus Jezus is het volmaakte voorbeeld van een ijverige prediker van het goede nieuws. Zijn oprechte verlangen zijn Vaders wil te doen en zijn intense belangstelling voor mensen bewogen hem ertoe persoonlijke bezorgdheid voor anderen te tonen. Zijn bediening was levendig en hij bereikte resultaten. De bediening verkwikte hem. Hij beschouwde het als „voedsel” dat hem kracht gaf (Joh. 4:34). Hij deelde anderen woorden van redding mede terwijl hij het werk dat zijn Vader hem had opgedragen te verrichten, volbracht. Dit gaf betekenis en een doel aan zijn leven.
2 De apostelen en andere eerste-eeuwse volgelingen van Christus Jezus volgen zijn ijver in de bediening na. Zelfs ofschoon zij soms ernstig werden vervolgd, kon hun ijver niet worden bekoeld (Hand. 5:28-32; 8:1, 4). Hetzelfde is in deze tijd waar. Het goede nieuws wordt in vrijwel elke hoek van de aarde gepredikt door personen die het voorbeeld van Jezus Christus navolgen. Als Jehovah’s Getuigen zijn zij altijd „ijverig voor voortreffelijke werken”. — Tit. 2:14.
3 Indien het ons aan ijver ontbreekt, doen wij ons werk ’omdat het moet’ en wordt onze persoonlijke betrokkenheid oppervlakkig. Als gevolg daarvan scheppen wij wellicht niet langer vreugde in onze dienst. Als het met ons zo gesteld is, dienen wij te zoeken naar manieren om onze ijver te hernieuwen en de uitdagingen die de velddienst met zich brengt, te aanvaarden. Het artikel in De Wachttoren van 15 juli 1988, getiteld „Schenk voortdurend aandacht aan uw onderwijs”, bracht praktische suggesties naar voren om ons te helpen onze ijver in de Koninkrijksdienst te versterken of te hernieuwen.
UITDAGINGEN WAARVOOR WIJ ONS GEPLAATST ZIEN
4 In veel delen van de wereld is erg weinig nieuw of zelden bewerkt gebied. Dit kan een uitdaging met zich brengen, aangezien veel huisbewoners al weten wie wij zijn en vaak het gesprek proberen te beëindigen voordat wij een toespraakje kunnen houden. Misschien klagen zij dat ’hier vorige week ook al een Getuige was’. Veel mensen in onze buurt zijn niet thuis of wij merken misschien dat de mensen in ons gebied apathisch zijn. Al deze dingen kunnen ontmoedigend zijn. Maar heb je de suggesties die in par. 4-7 van het bovengenoemde Wachttoren-artikel werden gegeven, toegepast?
5 Miljoenen mensen zijn al bijeenvergaderd in de uit „andere schapen” bestaande grote schare” en miljoenen anderen blijven gehoor geven aan het goede nieuws van het Koninkrijk (Openb. 7:9; Joh. 10:16). Benaderingen echter die in het verleden succesvol waren, wekken in ons gebied misschien niet langer de belangstelling. Wij dienen oplettend te zijn met betrekking tot de soort, kwaliteit en doeltreffendheid van onze toespraakjes en bereid te zijn de noodzakelijke aanpassingen aan te brengen.
6 Dit onderwerp besprekend, gaf De Wachttoren enkele interessante aanbevelingen over hoe onze bediening te verbeteren. Er werden suggesties verschaft voor manieren om een grondig getuigenis te geven wanneer wij met apathie te maken hebben, bij mensen in vaak bewerkt gebied en bij huisbewoners die klagen. Passen wij deze suggesties toe en passen wij onze toespraakjes aan de behoeften van het gebied aan? Trekken wij hierbij voordeel van de werktuigen die ons ter beschikking staan? Het opvolgen van de gegeven suggesties zal ons helpen meer persoonlijk betrokken te raken bij de bediening. Als wij ons de dingen die werden uiteengezet doelbewust eigen maken worden wij geestelijk gestimuleerd en gaan wij geheel op in de bediening. Aldus wordt onze ijver hernieuwd en geïntensiveerd.
7 Gezien de huidige wereldtoestanden is het heel duidelijk dat de grote verdrukking naderbij komt. Dit onderstreept de dringendheid van onze boodschap en de noodzaak te schijnen als een ’licht voor de wereld’ (Matth. 5:14, 16). Laten wij toegewijd zijn in het toepassen van de suggesties die wij hebben gekregen en aldus onze ijver voor de bediening intensiveren.