Gebruik het Redeneren-boek bij nabezoeken
1 „Ik heb geplant, Apollos heeft begoten.” Dat zei de apostel Paulus (1 Kor. 3:6). Deze zes woorden geven een eenvoudig overzicht van de eerste twee stappen bij het maken van discipelen. Het nabezoekwerk is vaak omschreven als het „begieten”. Het is een onmisbare schakel tussen het eerste contact en het moment waarop de persoon een gedoopte discipel wordt. Het nabezoekwerk stelt ons in staat ’kennis uit te strooien’ om het zaad van getoonde belangstelling te voeden totdat het wortel schiet en er een bijbelstudie wordt opgericht. — Spr. 15:7.
2 Sommigen aarzelen wellicht om naar iemand terug te gaan die belangstelling heeft getoond, omdat zij niet weten wat zij moeten zeggen. Onze handleiding Redeneren aan de hand van de Schrift is heel nuttig gebleken bij dit „begieten”. Gewoonlijk zijn er verschillende korte bezoekjes nodig voordat de huisbewoner in een geregelde huisbijbelstudie toestemt. Het Redeneren-boek voorziet in schema’s van schriftuurlijke onderwerpen die met de huisbewoner besproken kunnen worden. Bereid je goed op het nabezoek voor, waarbij je misschien een of meer van de volgende suggesties gebruikt.
3 Als je „De Wachttoren” van 15 april 1992 over het onderwerp gebed hebt verspreid, zou je bij je nabezoek de volgende vraag kunnen stellen:
◼ „Waardoor zouden iemands gebeden onaanvaardbaar voor God kunnen zijn?” Neem, nadat je de huisbewoner de tijd hebt gegeven om te antwoorden, je Redeneren-boek en sla blz. 150 op. Bespreek enkele van de schriftplaatsen onder dat thema met hem, en moedig hem daarbij aan direct uit het boek mee te lezen. Dan zou je het abonnement kunnen aanbieden.
4 Bij een ander nabezoek zou je, na de huisbewoner gevraagd te hebben wat hij onder Gods koninkrijk verstaat zoals daar in het Onze Vader over wordt gesproken, blz. 242-249 kunnen opslaan. Als er tijd voor is, kun je de schriftplaatsen bespreken onder „Is Gods koninkrijk een werkelijke regering?” en „Wat zal Gods koninkrijk tot stand brengen?” Ruim de algemene misvatting uit de weg dat het Koninkrijk zich in het hart bevindt. Het Koninkrijk is een werkelijke regering! In plaats van al het materiaal in één keer te behandelen, kun je beter enkele vragen opwerpen die je later zult bespreken.
5 Bij een andere gelegenheid neemt de huisbewoner wellicht de Ontwaakt! van 22 april 1992 over het thema „Wat is het doel van het leven?”
Je zou dan kunnen vragen:
◼ „Is er enig bewijs dat het menselijk lichaam werd ontworpen om eeuwig op aarde te leven?” Of: „Denkt u dat de doden weten wat de levenden doen?” Deze vragen wekken wellicht enige belangstelling bij de huisbewoner omdat ze hem persoonlijk raken. Tref er regelingen voor dat je met de antwoorden teruggaat, zoals je die kunt vinden in het Redeneren-boek op blz. 268 resp. 91, 92.
6 Als het eerste gesprek over de toekomst van de aarde ging, zou je kunnen vragen:
◼ „Zal God mensen toestaan de aarde op de een of andere manier te ruïneren?” Sla dan blz. 50, 51 van het Redeneren-boek op en bespreek het schriftuurlijke antwoord. Of wellicht vraagt de huisbewoner: „Als er miljarden mensen uit de doden opgewekt worden, waar moeten zij dan allemaal wonen?” Het antwoord is te vinden in het Redeneren-boek, blz. 333.
7 Probeer de huisbewoner niet in één keer met de hele waarheid te overspoelen. Laat een paar vragen over om bij volgende bezoeken te beantwoorden. Als Gods medewerkers willen wij het planten en begieten bekwaam ten uitvoer brengen door het Redeneren-boek doeltreffend te gebruiken. Wij kunnen ervan verzekerd zijn dat God er de wasdom aan zal geven.