Vragenbus
◼ Wat voor kleding is gepast bij een bezoek aan gebouwen die voor Jehovah’s dienst worden gebruikt?
Koninkrijkszalen, congreshallen, Bethelhuizen en bijkantoorgebouwen overal ter wereld zijn uniek omdat ze aan Jehovah’s dienst zijn opgedragen. Ze zijn eenvoudig, schoon en goed onderhouden, waardoor ze waardigheid uitstralen. Dat vormt een groot contrast met wat vaak in Satans samenstel te zien is. Als we gebouwen bezoeken die voor Jehovah’s dienst gebruikt worden, moeten we altijd te herkennen zijn als personen die hem toebehoren en zijn wil doen.
Omdat we christenen zijn, willen we ’ons in elk opzicht als Gods dienaren aanbevelen’ (2 Kor. 6:3, 4). Dat doen we onder andere door er gepast en netjes uit te zien. Er wordt ook van ons verwacht dat we het decorum in acht nemen. Onze kleding en uiterlijke verzorging dienen altijd het fatsoen en de waardigheid uit te stralen die bij dienstknechten van Jehovah God passen. Dat geldt vooral als we het hoofdbureau in New York of een van de bijkantoren over de hele wereld bezoeken.
Als in Georganiseerd om Jehovah’s wil te doen het belang van gepaste kleding en uiterlijke verzorging aan bod komt, wordt er gewezen op de noodzaak van lichamelijke hygiëne, bescheiden kleding en goede uiterlijke verzorging wanneer we in de velddienst gaan en vergaderingen bezoeken. Vervolgens wordt er gezegd: „Bedenk dat de naam Bethel ’Huis van God’ betekent. Daarom moeten onze kleding, onze uiterlijke verzorging en ons gedrag net zo zijn als van ons wordt verwacht wanneer we naar bijeenkomsten voor aanbidding in de Koninkrijkszaal gaan” (blz. 138 §2). Deze hoge maatstaf moet in acht worden genomen door verkondigers uit de omgeving die Bethel bezoeken, maar ook door degenen die van ver komen. Op deze manier toont de bezoeker gepaste waardering en respect. — Ps. 29:2.
We moeten aan onze kleding te herkennen zijn als personen „die belijden God te vereren” (1 Tim. 2:10). Als we er netjes uitzien, dragen we ertoe bij dat anderen de ware aanbidding van Jehovah gaan respecteren. Het is echter opgevallen dat sommige broeders en zusters zich heel nonchalant, slordig of weinig verhullend kleden als ze een gebouw bezoeken dat voor Jehovah’s dienst wordt gebruikt. Voor christenen is zulke kleding bij geen enkele gelegenheid passend. Net als in alle andere aspecten van onze christelijke levenswijze, willen wij ons ook hierin houden aan de hoge maatstaven die Gods volk van de wereld onderscheiden, waardoor we alle dingen tot Gods heerlijkheid doen. — Rom. 12:2; 1 Kor. 10:31.
Dus als je het hoofdbureau en bijkantoor in de staat New York of een van de andere bijkantoren wilt bezoeken (of je dat nu speciaal plant of in de buurt op vakantie bent), vraag je af: Weerspiegelen mijn kleding en uiterlijke verzorging de bescheidenheid, reinheid en waardigheid van de plek die ik bezoek? Strekken ze de God die ik aanbid tot eer? Zou mijn uiterlijk anderen kunnen afleiden of zouden ze zich eraan kunnen storen? Laten we altijd door onze kleding en uiterlijke verzorging ’de leer van onze Redder, God, in alle dingen sieren’! — Tit. 2:10.