Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w21 februari blz. 20-24
  • Jehovah heeft mijn paden rechtgemaakt

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Jehovah heeft mijn paden rechtgemaakt
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2021
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • MIJN OUDERS WIJZEN ME HET JUISTE PAD
  • IK KIES ERVOOR OP JEHOVAH TE VERTROUWEN
  • VERTROUWEN IN JEHOVAH NOOIT BESCHAAMD
  • EEN NIEUWE TOEWIJZING
  • VERSCHILLENDE SAFARI’S
  • VERANDERING IN OMSTANDIGHEDEN
  • Rijk gezegend omdat we de zendingsgeest hebben behouden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2004
  • Vastbesloten om Jehovah te dienen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
  • Veel zegeningen dankzij de volletijddienst
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2014
  • Mijn leven in Jehovah’s door de geest geleide organisatie
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2021
w21 februari blz. 20-24
Stephen Hardy.

LEVENSVERHAAL

Jehovah heeft mijn paden rechtgemaakt

VERTELD DOOR STEPHEN HARDY

EEN jonge broeder vroeg me eens wat mijn lievelingstekst is. Zonder aarzelen zei ik: ‘Spreuken 3:5, 6: “Vertrouw op Jehovah met heel je hart en vertrouw niet op je eigen verstand. Houd hem voor ogen in al je wegen en hij zal je paden rechtmaken.”’ Jehovah heeft inderdaad mijn paden rechtgemaakt. Hoe?

MIJN OUDERS WIJZEN ME HET JUISTE PAD

In de jaren 20 leerden mijn ouders nog voordat ze trouwden de waarheid kennen. Ik ben geboren in 1939. Als kind groeide ik op in Engeland. Ik ging met mijn ouders mee naar de vergaderingen en werd ingeschreven voor de theocratische bedieningsschool. Ik weet nog heel goed hoe het was om voor mijn eerste lezinkje op een kist te moeten staan zodat ik boven de katheder uitkwam. Ik was zes en keek heel nerveus naar al die volwassenen in het publiek.

Stephen Hardy als kleine jongen in de velddienst met zijn ouders en een aantal anderen. Ze hebben borden met daarop de titel van de openbare lezing op een congres.

Getuigenis op straat met mijn ouders

Voor de velddienst had mijn vader een eenvoudige presentatie voor me op een kaartje getypt. Ik was acht toen ik voor het eerst alleen naar een deur ging. Wat was ik blij toen de huisbewoner mijn kaart las en meteen het boek ʻGod zij waarachtigʼ accepteerde! Ik rende door de straat naar mijn vader toe. De dienst en de vergaderingen gaven me veel vreugde. Dat voedde mijn wens om Jehovah fulltime te dienen.

De Bijbelse waarheid begon me nog meer te raken toen mijn vader een abonnement op De Wachttoren voor me afsloot. Gretig las ik elk exemplaar zodra het op de mat viel. Mijn vertrouwen in Jehovah groeide, waardoor ik me uiteindelijk aan hem opdroeg.

In 1950 gingen we met ons gezin als afgevaardigden naar de ‘Toename der Theocratie’-vergadering in New York. Op donderdag 3 augustus was het dagthema ‘Zendelingendag’. Broeder Carey Barber, die later lid werd van het Besturende Lichaam, hield die dag de dooplezing. Toen hij aan het eind van zijn lezing de doopkandidaten de twee vragen stelde, stond ik op en zei ja. Ik was 11, maar ik besefte dat ik een belangrijke stap had gedaan. Alleen durfde ik het water niet in te gaan omdat ik nog niet had leren zwemmen. Mijn oom ging mee en stelde me gerust. En inderdaad, het ging allemaal zo snel dat mijn voeten niet eens de bodem van het zwembad hebben geraakt. Ik werd van de ene broeder naar de andere doorgegeven. Eén doopte me en een ander tilde me er weer uit. Vanaf die belangrijke dag heeft Jehovah altijd mijn paden rechtgemaakt.

IK KIES ERVOOR OP JEHOVAH TE VERTROUWEN

Toen ik van school kwam, wilde ik gaan pionieren, maar mijn leraren drongen erop aan verder door te leren. Ik zwichtte voor hun druk en ging naar de universiteit. Maar al snel ging ik beseffen dat ik niet vast in de waarheid kon staan als ik me tegelijk op mijn studie moest concentreren, en dus besloot ik te stoppen. Ik legde het in gebed aan Jehovah voor en schreef een respectvolle brief waarin ik uitlegde dat ik aan het eind van het eerste jaar zou stoppen. Vol vertrouwen in Jehovah begon ik direct met de pioniersdienst.

In juli 1957 begon ik in Wellingborough. Ik had de broeders op Bethel in Londen gevraagd om een ervaren pionier aan te bevelen met wie ik kon samenwerken. Broeder Bert Vaisey werd mijn mentor. Zijn ijver hielp me een goede velddienstroutine op te bouwen. In de gemeente zaten behalve broeder Vaisey en ik zes oudere zusters. Door me op alle vergaderingen voor te bereiden en eraan deel te nemen, kreeg ik veel mogelijkheden om mijn vertrouwen in Jehovah te vergroten en mijn geloof te uiten.

Nadat ik kort in de gevangenis had gezeten wegens dienstweigering, ontmoette ik Barbara, een speciale pionierster. We trouwden in 1959 en waren bereid overal te dienen. Als eerste werden we toegewezen aan Lancashire in het noordwesten van Engeland. In januari 1961 werd ik uitgenodigd voor een cursus van een maand, de Koninkrijksbedieningsschool op Bethel in Londen. Tot mijn verrassing werd ik aan het eind van de cursus toegewezen aan de reizende dienst. Ik kreeg een opleiding van twee weken van een ervaren kringopziener in de stad Birmingham, en Barbara mocht met me mee. Daarna gingen we naar onze toewijzing in de graafschappen Lancashire en Cheshire.

VERTROUWEN IN JEHOVAH NOOIT BESCHAAMD

Tijdens een vakantie in augustus 1962 kregen we een brief van het bijkantoor. Er zaten aanmeldingsformulieren bij voor Gilead! Nadat we erover hadden gebeden, vulden we de formulieren in en stuurden we ze snel naar het bijkantoor. Vijf maanden later waren we op weg naar Brooklyn voor de 38ste klas van Gilead, een theocratische cursus van tien maanden.

Op Gilead leerden we niet alleen over Gods Woord en zijn organisatie maar ook over onze broederschap. We waren nog maar in de 20 en leerden veel van de anderen in de klas. Voor mijn werktoewijzing mocht ik elke dag samenwerken met Fred Rusk, een van onze leraren. Hij benadrukte onder andere hoe belangrijk het is altijd rechtvaardige raad te geven, dat wil zeggen raad die stevig gefundeerd is op Gods Woord. Op de school kregen we lezingen te horen van ervaren broeders als Nathan Knorr, Frederick Franz en Karl Klein. En wat leerden we veel van het nederige voorbeeld van broeder Macmillan, die ons in zijn lezing vertelde over Jehovah’s leiding in de tijd van beproeving tussen 1914 en begin 1919!

EEN NIEUWE TOEWIJZING

Tegen het eind van de school zei broeder Knorr tegen Barbara en mij dat we werden toegewezen aan Burundi in Afrika. We vlogen naar de bibliotheek op Bethel om in het Jaarboek op te zoeken hoeveel verkondigers er op dat moment in Burundi waren. Tot onze verrassing vonden we nergens gegevens over dat land. We gingen dus echt naar maagdelijk gebied op een continent waar we maar weinig over wisten. Toen sloeg wel even de paniek toe. Maar nadat we hadden gebeden, kalmeerden we weer.

In onze nieuwe toewijzing was alles totaal anders dan wat we gewend waren: het klimaat, de cultuur en de taal. We moesten het Frans onder de knie krijgen. En nog een probleem: waar gingen we wonen? Twee dagen na onze aankomst kregen we bezoek van Harry Arnott, een van onze klasgenoten van Gilead, die op de weg terug was naar zijn toewijzing in Zambia. Hij hielp ons een woning te vinden. Dat werd ons eerste zendelingenhuis. Maar al gauw ondervonden we tegenstand van plaatselijke autoriteiten, die niets over Jehovah’s Getuigen wisten. Net toen we van onze toewijzing begonnen te genieten, kregen we te horen dat we zonder geldige werkvergunning niet mochten blijven. Helaas moesten we vertrekken. We moesten ons aanpassen aan een nieuw land: Oeganda.

We vonden het spannend om zonder visum naar Oeganda te gaan, maar we vertrouwden op Jehovah. Een broeder uit Canada die in Oeganda diende omdat daar meer behoefte was, legde onze situatie uit aan een immigratieambtenaar. We kregen een paar maanden de tijd om een verblijfsvergunning aan te vragen. Uit die positieve ontwikkeling maakten we op dat Jehovah ons hielp.

In onze nieuwe toewijzing waren de omstandigheden heel anders dan in Burundi. Het predikingswerk was er al opgestart, hoewel er in het hele land maar 28 Getuigen waren. In het gebied troffen we veel mensen die Engels spraken. Maar we gingen al gauw begrijpen dat we op zijn minst een van de vele inheemse talen moesten leren om geïnteresseerden te helpen vorderingen te maken. We begonnen te prediken in en rond Kampala, waar vooral Luganda werd gesproken. We besloten ons op die taal te concentreren. Het kostte ons een paar jaar om de taal goed te leren spreken. Maar we bereikten daardoor veel meer met ons werk! We gingen beter begrijpen wat de mensen met wie we studeerden nodig hadden. En zij stelden hun hart open en vertelden ons wat ze vonden van wat ze leerden.

VERSCHILLENDE SAFARI’S

Collage: 1. Een kaart van Afrika met daarop enkele plekken waar Stephen Hardy heeft gediend. 2. Stephen zit op een stoel bij zijn busje. 3. Barbara, de eerste vrouw van Stephen, wast de groenten in een plastic teiltje.

Op ‘verkenningssafari’ in Oeganda

Het gaf ons veel vreugde nederige mensen te vinden die openstonden voor de waarheid. Onze vreugde werd nog vergroot door een onverwacht voorrecht. We mochten in de reizende dienst het hele land door. Onder leiding van het bijkantoor in Kenia gingen we op ‘verkenningssafari’ om te zien waar het meest behoefte was aan speciale pioniers. Meerdere keren werden we heel gastvrij ontvangen door mensen die nog nooit Getuigen hadden ontmoet. Ze gaven ons het gevoel dat we welkom waren en maakten zelfs maaltijden voor ons.

Vervolgens kwam er een ander soort safari. Vanuit Kampala reisde ik twee dagen met de trein naar de havenstad Mombassa en vervolgens per schip naar de Seychellen, een eilandengroep in de Indische Oceaan. Van 1965 tot 1972 ging Barbara met me mee op de geregelde bezoeken naar de Seychellen. In het begin waren er twee geïsoleerde verkondigers, maar later ontstond er een groep en vervolgens een bloeiende gemeente. Op andere ‘safari’s’ ging ik naar de broeders en zusters in Eritrea, Ethiopië en Soedan.

Na een staatsgreep veranderde het politieke klimaat in Oeganda heel snel. De jarenlange terreur die daarop volgde deed me inzien hoe wijs het is je te houden aan de instructie: ‘Geef aan caesar wat van caesar is’ (Mark. 12:17). Op een gegeven moment moesten alle buitenlanders zich bij de dichtstbijzijnde politiepost laten registreren. Dat deden we meteen. Een paar dagen later kwam ik met een andere zendeling in Kampala met de politie in aanraking. Ons hart bonsde in onze keel. Ze zeiden dat we spionnen waren en brachten ons naar het hoofdbureau, waar we uitlegden dat we vreedzame zendelingen waren. Onze uitleg dat we ons al hadden geregistreerd was aan dovemansoren gericht. Onder gewapende begeleiding werden we naar de politiepost gereden die het dichtst bij het zendelingenhuis lag. Wat een opluchting toen de agent daar, die wist dat we al geregistreerd waren, ons herkende en bevel gaf ons vrij te laten!

In die tijd beleefden we heel wat spannende momenten bij wegversperringen, vooral als we werden aangehouden door soldaten die veel hadden gedronken. Maar elke keer baden we en voelden we ons heel kalm terwijl we veilig door mochten rijden. Helaas moesten in 1973 alle buitenlandse zendelingen Oeganda verlaten.

Stephen achter een stencilmachine.

Onze Koninkrijksdienst stencilen in Abidjan (Ivoorkust)

Opnieuw kregen we een andere toewijzing, deze keer in Ivoorkust in West-Afrika. Dat betekende weer een grote verandering: een heel nieuwe cultuur, weer de hele tijd Frans spreken en met zendelingen van verschillende achtergronden leren samenwonen! Maar we zagen opnieuw Jehovah’s leiding toen nederige, oprechte mensen in het veld gunstig reageerden op het goede nieuws. We zagen allebei dat onze paden werden rechtgemaakt door ons vertrouwen in Jehovah.

Toen werd er bij Barbara kanker vastgesteld. We gingen meermaals voor behandeling terug naar Europa, maar tegen 1983 werd duidelijk dat we niet meer in onze toewijzing in Afrika konden blijven. Wat een teleurstelling voor ons allebei!

VERANDERING IN OMSTANDIGHEDEN

Terwijl we op Bethel in Londen dienden, ging Barbara steeds verder achteruit. Uiteindelijk overleed ze. Ik kreeg veel steun van de Bethelfamilie. Vooral één echtpaar hielp me om me aan te passen en op Jehovah te blijven vertrouwen. Later ontmoette ik een zuster die commuter was op Bethel en die ervaring had als speciale pionier. Ze had veel liefde voor Jehovah en was een geestelijk persoon. Ann en ik trouwden in 1989 en sindsdien dienen we samen op Bethel.

Stephen en Ann Hardy.

Met Ann voor het nieuwe bijkantoor in Groot-Brittannië

Van 1995 tot 2018 had ik het voorrecht als zoneopziener of hoofdkantoorvertegenwoordiger bijna 60 verschillende landen te bezoeken. In elk land zag ik het levende bewijs van Jehovah’s zegen op zijn aanbidders in verschillende omstandigheden.

In 2017 brachten onze bezoeken me terug naar Afrika. Het was heel leuk Ann voor het eerst mee naar Burundi te nemen. We stonden allebei versteld van de groei in het veld. In de straat waar ik in 1964 van huis tot huis predikte, staat nu een prachtig Bethelhuis vanwaaruit meer dan 15.500 verkondigers worden bediend.

Ik was heel blij toen ik het schema kreeg voor mijn bezoeken in 2018. Op de lijst van landen stond Ivoorkust. Toen we aankwamen in Abidjan, de grootste stad van het land, voelde het voor mij als thuiskomen. Op onze gastenkamer op Bethel zag ik op de telefoonlijst een naam die ik herkende, Sossou. Die broeder zat in de kamer naast ons. Ik wist nog dat hij als stadsopziener diende toen ik in Abidjan was. Maar ik vergiste me. Het bleek een andere Sossou te zijn: zijn zoon.

Jehovah heeft zich aan zijn woord gehouden. De vele beproevingen die ik heb meegemaakt, hebben me geleerd dat als we op Jehovah vertrouwen, hij echt onze paden rechtmaakt. Nu kijken we ernaar uit het oneindige pad te volgen dat in de nieuwe wereld nog helderder wordt (Spr. 4:18).

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen