Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • yb79 blz. 3-32
  • Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1979

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1979
  • Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1979
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • ONZE DOOR GOD AANGESTELDE LEIDER VOLGEN
  • GENOOTSCHAPPEN EN CORPORATIES WAARVAN IN DE CHRISTELIJKE ACTIVITEIT GEBRUIK WORDT GEMAAKT
  • HET WACHTTORENGENOOTSCHAP GAAT MET COMPUTERS WERKEN
  • BETHELFAMILIES OVER DE HELE WERELD
  • DE VERSCHILLENDE SCHOLEN DIE OVER DE HELE WERELD FUNCTIONEREN
  • GELOOF GETOOND DOOR WERKEN
  • HULPPIONIERSDIENST
  • ’ZIJ ZULLEN TEGEN U STRIJDEN’
  • INTERNATIONALE „ZEGEVIEREND GELOOF”-CONGRESSEN VAN JEHOVAH’S GETUIGEN
  • VIJFDAAGSE PROGRAMMA BIJZONDER GEWAARDEERD
  • SPECIAAL GETUIGENISWERK TIJDENS HET CONGRES
  • CONGRESPROGRAMMA BEKLEMTOONT ROL VAN JEZUS CHRISTUS
  • ANDERE INTERESSANTE ASPECTEN VAN DE CONGRESSEN
  • TABEL MET AANTALLEN VAN AANWEZIGEN EN DOPELINGEN OP CONGRESSEN
  • WERELDOMVATTENDE DIENSTACTIVITEIT
  • Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1977
    Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1977
  • Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1987
    Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1987
  • Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1986
    Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1986
  • Congressen — Bewijs van onze broederschap
    Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods koninkrijk
Meer weergeven
Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1979
yb79 blz. 3-32

Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1979

Wij leven in een rusteloze en verwarde wereld. Met elke dag die voorbijgaat, bemerken en ondervinden de mensen dingen die hun zorgen vergroten. Velen zijn verbijsterd. Zij weten niet wat zij moeten doen of waarheen zij zich moeten wenden om van de druk en de problemen van het leven bevrijd te worden. Zij zien dat regeringen in verwarring verkeren. De economische problemen worden niet opgelost en vele landen worden door inflatie geteisterd. De vervuiling veroorzaakt allerlei gezondheidsproblemen. Op moreel gebied bespeurt men een ernstig verval. Religieuze paradoxen en huichelarij vieren hoogtij. Ondanks het „leiderschap” van vele prominente figuren in de regering, in de zakenwereld, in de wetenschap, in de religie, op het sociale vlak en op andere terreinen, is de wereld in een staat van ontreddering.

Met het oog op al het gepubliceerde gepraat dat afkomstig is van leiders die autoriteit in deze wereld uitoefenen, is het tijd zich af te vragen: Is er iemand onder hen die werkelijk weet wat de juiste weg is die men moet inslaan? Kan er onder de vooraanstaande denkers in de wereld iemand gevonden worden tot wie de mensen zich kunnen wenden om een bevredigend antwoord op hun van levensbelang zijnde vragen te krijgen of een zekere hoop voor de toekomst te vinden? Wie kunnen de mensen volgen met de zekerheid dat zij niet teleurgesteld zullen worden? Is er een leider die hen uit hun verwarde en verduisterde toestand kan halen en de leiding kan verschaffen die zij thans zo dringend nodig hebben?

Het is beslist niet aanmatigend wanneer wij zeggen dat er een leider is in wie de mensen hun volledige vertrouwen kunnen stellen. Het vergt wat tijd om de feiten te weten te komen zodat men hiervan overtuigd kan raken en die leider onmiskenbaar kan identificeren. Er is een overvloed aan bewijsmateriaal waardoor zijn aanspraken en geloofsbrieven worden ondersteund als men er maar de noodzakelijke tijd voor neemt en geduldig genoeg is om het bewijsmateriaal te onderzoeken. Dit is werkelijk niet te veel gevraagd als het resultaat ervan zou zijn dat men de juiste uitweg vindt en zowel nu reeds als in de toekomst de voordelen van het volgen van deze leider ontvangt. Hij heeft reeds zoveel gedaan voor degenen die vrijwillig verkozen hebben hem te volgen. Degenen die nog geen voordeel trekken van zijn leiderschap hebben nog steeds de gelegenheid hun standpunt aan zijn zijde in te nemen. Als u dit besluit nog niet hebt genomen, bent u er dan in geïnteresseerd dit te doen?

De huidige situatie vereist iemand die volkomen verschilt van wie maar ook van de vele onvolmaakte menselijke leiders die niet in staat zijn het hoofd te bieden aan de toenemende problemen van de mensheid. Er bestaat dringend behoefte aan een leider die mensen uit alle natiën kan verenigen en die de hoedanigheden bezit om welke problemen maar ook die aandacht behoeven, op te lossen. Het verbaast vele mensen als zij horen dat zo’n leider nu reeds enige tijd actief werkzaam is. Hij is niet door mensen voor deze positie uitgekozen. Hij bekleedt zijn ambt hoofdzakelijk omdat God hem daartoe heeft benoemd. Over wie hebben wij het eigenlijk? Laten wij in het kort eens wat geschiedenis onderzoeken.

ONZE DOOR GOD AANGESTELDE LEIDER VOLGEN

Negentienhonderd jaar geleden kreeg een groep intieme metgezellen wat ongewone raad van hun leider in verband met grootheid of belangrijkheid. Dit was zeer passend aangezien 10 van hen verontwaardigd waren geworden over een vraag in verband met een prominente positie die voor twee andere leden van de groep was gevraagd. Een voorbeeld gebruikend, zei hij tot hen: „Gij weet dat de regeerders der natiën over hen heersen en de groten autoriteit over hen oefenen. Zo is het onder u niet; maar wie onder u groot wil worden, moet uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, moet uw slaaf zijn” (Matth. 20:25-27). De spreker bij die gelegenheid was niemand anders dan Jezus Christus. Hij had zijn grootheid reeds gedemonstreerd door wat hij onderwees en door de wijze waarop hij anderen diende. Reeds eerder had hij zijn volgelingen verteld welke beproevingen en wat voor dood hem wachtten. De 12 mannen tot wie hij sprak, waren zijn apostelen. Twee van hen waren broers wier moeder had gevraagd of Jezus hun in zijn koninkrijk een positie aan zijn rechter- en linkerhand wilde geven. — Matth. 20:17-24.

Jezus was niet alleen de erkende leider van die 12 apostelen en andere discipelen die hem volgden, maar hij was er ook toe bestemd een regeerder te worden, ja een koning die in het koninkrijk van God op een troon zou zitten (Matth. 23:10; 25:31-34). Terwijl Jezus uiteenzette wat bij grootheid betrokken is, gebruikte hij zichzelf als voorbeeld en verbond er een tweevoudige reden aan waarom hij naar deze aarde was gekomen. Let op zijn woorden: „Evenals de Zoon des mensen niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn ziel te geven als een losprijs in ruil voor velen” (Matth. 20:28). Daar Jezus vanuit de hemel was gezonden, kwam hij om zijn Vader te dienen en diens wil te doen, terwijl hij tevens dienst verrichtte op een wijze die de gehele mensenwereld tot voordeel zou strekken.

Om zijn zending te volbrengen, moest Jezus Christus het rijk daarboven verlaten, zich van hemelse heerlijkheid ontdoen en nederig een aardse toewijzing aanvaarden, waar beproevingen en verzoekingen ertoe zouden bijdragen zijn gehoorzaamheid te vervolmaken. Volgens de Schrift „heeft [hij] zichzelf ontledigd en de gedaante van een slaaf aangenomen en is aan de mensen gelijk geworden. Meer nog, toen hij zich in de hoedanigheid van een mens bevond, heeft hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, de dood aan een martelpaal” (Fil. 2:7, 8). Het vereiste beslist grote nederigheid van zijn zijde om God op deze wijze te dienen. Geen ander mens heeft ooit iets opgegeven wat ook maar enigszins evenaart wat Jezus Christus heeft opgegeven om God te behagen.

Door ’de gedaante van een slaaf aan te nemen’, kwam Jezus om te dienen. Hij verspilde geen tijd of talmde niet om zijn toegewezen werk ten uitvoer te brengen. Na zijn doop in de rivier de Jordaan werd hij met Gods heilige geest gezalfd. Op aandrang van deze geest werd hij naar de wildernis geleid, waar hij ongetwijfeld heeft gemediteerd over de loopbaan die voor hem lag (Ps. 19:14). Gedurende de 40 dagen dat hij in de wildernis verbleef, weerstond hij met succes de verzoekingen van de Duivel (Matth. 4:1-10). Kort daarna begon Jezus aan een intensief predikings- en onderwijzingswerk. Zijn boodschap was niet mis te verstaan. Matthéüs’ verslag hierover luidt als volgt: „Van die tijd af begon Jezus te prediken en te zeggen: ’Hebt berouw, want het koninkrijk der hemelen is nabijgekomen’” (Matth. 4:17). Hij beperkte zijn activiteit niet tot een bepaalde plaats, zoals zijn woonplaats Nazareth, waar hij was grootgebracht. Op een bijeenkomst in de synagoge van Nazareth las Jezus uit Jesaja 61:1, 2 zijn zending voor. Kort daarna verliet hij die stad om elders in Galiléa wat tijd door te brengen. Hij begon een rondreis door steden en dorpen, terwijl hij het goede nieuws van het Koninkrijk predikte en de mensen onderwees, alsook wonderbaarlijke genezingen verrichtte. Grote scharen mensen luisterden graag naar zijn woorden en kwamen tot hem om verlichting van hun kwalen te zoeken. Daar Jezus bemerkte in welke toestand zij verkeerden, wist hij dat er meer werkers nodig waren omdat de oogst groot was (Matth. 9:35-38). Hij zag erop toe dat die werkers er kwamen door zijn apostelen en discipelen op te leiden ten einde eropuit te trekken met dezelfde boodschap van hoop die hij verkondigde. Wegens de dringendheid van de tijd moesten zij niet bezwaard zijn met een overdaad aan persoonlijke goederen; slechts de noodzakelijke dingen zouden voldoende zijn. — Matth. 10:5-10; Luk. 10:1, 2.

Toen de tijd kwam om „zijn ziel te geven als een losprijs in ruil voor velen”, hield hij zich niet terug, maar toonde zijn grootheid door zich bereidwillig aan een offerandelijke dood te onderwerpen (Mark. 10:45). Hij werd er valselijk van beschuldigd een misdadige godslasteraar te zijn. Zijn leven op deze wijze af te leggen, was niet gemakkelijk, maar vormde een werkelijke beproeving op zijn geloof en toewijding. Dit blijkt uit zijn gebed: „Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker aan mij voorbijgaan. Nochtans, niet zoals ik wil, maar zoals gij wilt” (Matth. 26:39). Door zijn getrouwheid tot in de dood verheerlijkte hij de naam van zijn Vader, bewees hij zijn eigen rechtschapenheid, betoonde hij zich waardig tot Gods rechterhand te worden verhoogd en zal het gehele mensengeslacht de grootste voordelen ontvangen.

Door de eeuwen heen zijn er vele personen geweest die getracht hebben zich als menselijke leiders een naam in de geschiedenis te maken. Maar geen van hen kan Jezus Christus evenaren. Hij overtreft hen allen in grootheid. Jezus alleen is degene die door God niet slechts als een leider voor de natuurlijke nakomelingen van Abraham is aangesteld, maar voor alle nationale groepen, dat wil zeggen voor leden van alle mensenrassen die hem verkiezen te volgen (Jes. 55:4). Hoewel de eersten die hem in de eerste eeuw van onze gewone tijdrekening volgden, tot de natie van het natuurlijke Israël behoorden, aanvaardden mettertijd ook mensen uit de heidenen of niet-joodse natiën hem en werden zijn discipelen.

In onze tijd zijn er honderden miljoenen mensen die belijden volgelingen van Jezus Christus te zijn. Maar waar is het bewijs dat zij dit werkelijk zijn? Zoals in Matthéüs 16:24 staat opgetekend, zei Jezus: „Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen, zijn martelpaal opnemen en mij voortdurend volgen.” Doen de honderden miljoenen aanhangers van de kerken der christenheid dat? Betonen zij zich zijn discipelen door rechtvaardige vruchten voort te brengen en de waarheid omtrent zijn koninkrijk bekend te maken? De leiders van de christenheid geven zelf toe dat dit niet het geval is.

In treffende tegenstelling daarmee erkennen Jehovah’s Getuigen Jezus Christus openlijk als hun leider en model, en zij zijn vastbesloten om nauwkeurig in zijn voetstappen te treden (1 Petr. 2:21). Zij gehoorzamen zijn gebod om het goede nieuws van het Koninkrijk over de gehele wereld tot een getuigenis te prediken en doen dit in meer dan 200 landen. Zij maken ook discipelen door mensen alle dingen te onderwijzen die Jezus Christus ter nakoming geboden heeft. Het feit dat er gedurende het dienstjaar 1978 zo’n 95.052 nieuwe discipelen werden gedoopt, bewijst dat zij vastbesloten zijn de opdracht na te komen om tot aan het besluit van het samenstel van dingen het Koninkrijk te prediken en anderen te onderwijzen (Matth. 28:19, 20). Bent u zo’n discipel? Zo niet, zou u er dan belangstelling voor hebben een opgedragen volgeling van Jezus Christus te worden, evenals honderdduizenden anderen dit zijn geworden doordat zij door ijverige dienstknechten van Jehovah God onderwezen en geholpen zijn?

Jehovah’s Getuigen in de huidige tijd doen alles wat zij kunnen om zolang de tijd nog rest, discipelen te maken. Zij beseffen dat zij zonder ophouden met hun door God geschonken werk om de boodschap uit Gods Woord te verbreiden, moeten voortgaan. Wat de omvang betreft waarin dit werk verricht moet worden, hebben zij de instructies ter harte genomen die door hun leider, Jezus Christus, zijn verschaft. Aan het einde van de 40 dagen durende periode na zijn opstanding kwam Jezus op „de dag dat hij werd opgenomen”, op de Olijfberg met enkelen van zijn discipelen op een van tevoren afgesproken bijeenkomst samen. Bij die gelegenheid maakte hij duidelijk dat hun werk zich tot ver buiten Jeruzalem, Judéa en Samaria zou uitstrekken, ja zelfs „tot de verst verwijderde streek der aarde” (Hand. 1:1-9). Derhalve zijn Jehovah’s Getuigen in deze tijd ervan overtuigd dat zij hun activiteit net als die vroege discipelen van Jezus op wereldomvattende schaal en zo uitgebreid mogelijk moeten verrichten. Uit het Bericht over het dienstjaar 1978 van Jehovah’s Getuigen, dat in dit jaarboek op de bladzijden 24-31 verschijnt, blijkt duidelijk dat zowel dit gebod alsook andere door Jezus Christus gegeven geboden thans ten uitvoer worden gebracht.

GENOOTSCHAPPEN EN CORPORATIES WAARVAN IN DE CHRISTELIJKE ACTIVITEIT GEBRUIK WORDT GEMAAKT

Ten einde het wereldomvattende werk van de Koninkrijksprediking en het maken van discipelen op de juiste wijze te kunnen verrichten, zijn er een aantal religieuze corporaties en genootschappen gevormd. Het voornaamste doel waarvoor deze verschillende organisaties zijn gevormd, komt overeen met wat is uiteengezet in de statuten van de Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania (gevormd in het jaar 1884), namelijk „het evangelie van Gods koninkrijk onder Christus Jezus aan alle natiën te prediken als een getuigenis voor de naam, het woord en de oppermacht van de Almachtige God JEHOVAH” en die middelen te gebruiken die noodzakelijk zijn om dat doel te verwezenlijken.

De bestuursleden van al dergelijke corporaties of genootschappen zijn christelijke getuigen van Jehovah, opgedragen dienstknechten van Jehovah God en discipelen van Jezus Christus. Zij allen verrichten de taken die volgens de wettelijke verplichtingen met hun functie samenhangen, vrijwillig en zonder winstbejag, alles als voor Jehovah. — Kol. 3:23, 24.

Om de religieuze activiteit van Jehovah’s Getuigen zo soepel mogelijk te laten verlopen, heeft de Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania in alle delen van de wereld bijkantoren opgericht. Er zijn 98 bijkantoren die zorg dragen voor de belangen van Gods volk in al de landen waar het „goede nieuws” nu wordt verkondigd. Op een aantal van deze bijkantoren bevinden zich ook drukkerijen, waar bijbels, boeken, tijdschriften en andere publikaties worden geproduceerd voor eigen gebruik van Jehovah’s Getuigen en om ten behoeve van waarheidszoekers over de hele wereld te worden verspreid.

Gedurende het afgelopen jaar werd voor het eerst op grote schaal drukwerk via het zeer efficiënte offsetprocédé vervaardigd. Hierdoor werd de uitgave mogelijk gemaakt van de eerste in meerkleurendruk uitgevoerde publikatie van het Genootschap, My Book of Bible Stories (Mijn boek met bijbelverhalen).

In overeenstemming met zijn doelstellingen zendt het Wachttorengenootschap ook predikers en andere vertegenwoordigers, zoals zendelingen, speciale pioniers en reizende opzieners uit, zowel in het plaatselijke veld als naar buitenlandse toewijzingen. Hiermee is dit afgelopen jaar in alle delen van de wereld in totaal $14.914.756,03 gemoeid geweest. Vrijwillige bijdragen van Jehovah’s Getuigen hebben dit mogelijk gemaakt en wij zijn onze hemelse Vader dankbaar dat hij met zijn geest de harten heeft bewogen van degenen die van hun materiële middelen hebben meegedeeld en zo ’Jehovah hebben geëerd met hun waardevolle dingen’. — Spr. 3:9.

HET WACHTTORENGENOOTSCHAP GAAT MET COMPUTERS WERKEN

In 1978 werd er aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van de plannen om van computers gebruik te gaan maken. Waarom werd deze stap ondernomen? Gezien de hele ontwikkeling in de drukkerswereld. Er wordt steeds minder apparatuur vervaardigd voor het drukken via de regelzetmethode, met gebruikmaking van gesmolten lood. Het Genootschap moet dus wel met computers gaan werken ten einde te kunnen doorgaan met het uitgeven van boeken en tijdschriften. Met dit doel is in het najaar van 1977 in Wiesbaden (Duitsland) een vergadering gehouden waarop vertegenwoordigers van het hoofdbureau in Brooklyn zijn samengekomen met coördinators en andere vertegenwoordigers van 17 bijkantoren die rechtstreeks belang hebben bij deze belangrijke stap. Het eerste van dergelijke computersystemen werd in juli 1978 in Brooklyn geïnstalleerd. Het zal gebruikt worden voor de ontwikkeling van programma’s op drie belangrijke terreinen: (1) boekhouding en andere administratie, (2) verzending van tijdschriften en (3) uitgeven van lectuur. Het eerst zullen deze programma’s toepassing vinden in Brooklyn, maar in het ontwerp wordt er rekening mee gehouden deze werkwijze later uit te breiden tot andere bijkantoren.

BETHELFAMILIES OVER DE HELE WERELD

Bethel betekent „huis van God” en is een goede aanduiding voor de verblijfplaats van toegewijde mannen en vrouwen die zorg dragen voor de verschillende werkzaamheden op de bijkantoren over de hele wereld. De leden van elke Bethelfamilie hebben unieke voorrechten van heilige dienst. Zij kunnen al hun tijd besteden aan toegewezen taken waarmee de Koninkrijksbelangen in alle delen van de aarde gediend zijn. Zij verrichten een verscheidenheid van diensten. Of zij nu taken in het Bethelhuis vervullen, zorg dragen voor werk op de verschillende kantoren, in de drukkerij werken waar de lectuur wordt geproduceerd, of op een van de boerderijen van het Genootschap dienen waar voedsel voor de Bethelfamilie wordt geproduceerd, zij bezien al deze toewijzingen als belangrijk. Door een nauwe samenwerking zijn de leden van de Bethelfamilie in staat een enorme hoeveelheid werk te verzetten om ervoor te zorgen dat de Koninkrijksboodschap in gedrukte vorm alle delen van de wereld bereikt. Zo hebben zij gedurende het afgelopen jaar een aandeel gehad aan de produktie van in totaal 70.576.240 bijbels, boeken en brochures en 422.285.935 exemplaren van de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! Ook werden er nog miljoenen stuks ander drukwerk, waaronder traktaten, programma’s, strooibiljetten enzovoorts, geproduceerd.

De grootste groep die op deze wijze dient, bevindt zich in de Verenigde Staten. Op het hoofdbureau in Brooklyn telt de Bethelfamilie 1825 leden, en samen met de 646 die op de Wachttoren-boerderijen dienen, bedraagt dit aantal nu in totaal 2471. Over de hele wereld zijn er meer dan 3000 die dit speciale voorrecht van Betheldienst genieten. Allen hebben een aandeel aan de prediking van het goede nieuws van het Koninkrijk en werken hierin samen met de gemeenten waaraan zij zijn toegewezen.

DE VERSCHILLENDE SCHOLEN DIE OVER DE HELE WERELD FUNCTIONEREN

De statuten van het Genootschap voorzien in de oprichting van eigen bijbelscholen en -klassen.

De Wachttoren-Bijbelschool Gilead is vanaf 1943 gebruikt om opgedragen mannen en vrouwen die daarvoor in aanmerking komen, op te leiden en toe te rusten voor de zendingsdienst. Dit afgelopen jaar hebben 53 personen deze school doorlopen en zij zijn naar 25 landen uitgestuurd. Op het moment dienen afgestudeerden van Gilead in meer dan 120 verschillende landen in verscheidene delen van de aarde. Zij doen prachtig werk en hun inspanningen zijn rijkelijk gezegend.

In Brooklyn is in december 1977 de eerste klas van de nieuwe school voor leden van Bijkantoorcomité’s begonnen. Het afgelopen jaar zijn er vier klassen geweest. In het dienstjaar 1979 zullen er nog meer volgen. De cursus voorziet in lessen over schriftuurlijke onderwerpen, organisatorische aangelegenheden en praktische opleiding in het huis, op de kantoren en in de drukkerij. Het hele programma is opgezet om degenen die de cursus volgen, te helpen de vele verantwoordelijkheden te behartigen die samenhangen met de zorg voor het werk in hun toegewezen gebied. Het is voor hen, en voor hun vrouwen die hen hebben kunnen vergezellen, bijzonder aanmoedigend en opbouwend geweest om omgang te hebben met de broeders en zusters op het hoofdbureau in Brooklyn. Hun berichten en ervaringen over het werk in hun eigen land zijn door de leden van de Bethelfamilie in Brooklyn en op de Wachttoren-boerderijen erg op prijs gesteld.

Er rust een grote verantwoordelijkheid op de gemeentelijke ouderlingen, die de opdracht hebben ontvangen om aandacht te schenken aan zichzelf en aan heel de kudde, waarover de heilige geest hen tot opzieners heeft aangesteld (Hand. 20:28). Er werden in het afgelopen jaar regelingen getroffen dat zij op de Koninkrijksbedieningsschool speciaal onderricht ontvingen. Er zijn in de afgelopen paar jaar vele nieuwe ouderlingen aangesteld en zij zien in hoe noodzakelijk het is om in hun onderlinge samenwerking van meer ervaren ouderlingen te leren. Het bijkantoor in Denemarken schreef: „Deze 15 uur durende cursus was precies wat nodig was. Er werd op een doeltreffende wijze voortreffelijk materiaal geboden, waarbij door het stellen van vele vragen aan het licht kwam hoe de ouderlingen over diverse punten dachten en wat hun inzicht daaromtrent was.”

Sinds de in 1977 gehouden districtsvergaderingen hebben velen naar de voordelen van de Pioniersschool uitgezien. In het afgelopen jaar hebben duizenden gewone en speciale pioniers, zendelingen en vrouwen van reizende opzieners heel veel voordeel van de cursus getrokken. Voor degenen die de school hebben bezocht, is de cursus een bron van geweldige aanmoediging gebleken. Zij voelen zich geestelijk verkwikt en zijn vastbesloten om als doeltreffender dienstknechten voorwaarts te gaan met het prediken en onderwijzen van het goede nieuws van het Koninkrijk.

Aangezien de leerlingen tijdens de cursus ook in de gelegenheid worden gesteld om daadwerkelijk aan de velddienst deel te nemen, worden er enkele interessante ervaringen opgedaan. In Colombia werden door een groep van 22 leerlingen drie abonnementen afgesloten, 95 tijdschriften en 124 boeken verspreid en 30 huisbijbelstudies opgericht. Zij waren zelf verbaasd over de resultaten van een grondige gebiedsbewerking.

Een 73-jarige pionier op Jamaica zei: „Ik had erover gedacht de pioniersdienst op te geven omdat ik meende het niet langer te kunnen bolwerken. De school heeft mij nieuw leven ingeblazen.” Allen die de school hebben bezocht, zijn nu in staat hun opleiding goed te benutten in gebied waar de nood groter is.

In al de 42.255 gemeenten van Jehovah’s Getuigen wordt de Theocratische School geleid. De ingeschrevenen krijgen geregeld een toewijzing te behartigen. Allen in de gemeente worden aangemoedigd bij te blijven met het wekelijkse bijbelleesprogramma. De voordelen van deze school blijken uit de toegenomen bekwaamheid die onze broeders en zusters nu hebben om met anderen over bijbelse onderwerpen te spreken en op doeltreffender wijze huisbijbelstudies te leiden. Bovendien heeft de school bekwame manlijke christenen geholpen toewijzingen voor de dienstvergaderingen te behartigen en heeft ze velen van hen tot openbare sprekers opgeleid.

Behalve deze scholen wordt op sommige van de grotere bijkantoren een school geleid voor nieuwe leden van de Bethelfamilie. Het onderricht bij al deze onderwijsregelingen is op Gods Woord gebaseerd. Door het geleerde persoonlijk toe te passen, kunnen degenen die op de diverse scholen worden onderwezen, hun vooruitgang openbaar maken. — 1 Tim. 4:15, 16.

GELOOF GETOOND DOOR WERKEN

Over de gehele wereld bemerken Jehovah’s Getuigen dat het tot zich nemen van bijbelkennis hun geloof vergroot; zij worden gesterkt door het bezoeken van de geregelde wekelijkse vergaderingen van de gemeente. Behalve de Theocratische School is er een wekelijkse dienstvergadering en gemeenteboekstudie, alsook een openbare bijbellezing en de Wachttoren-studie, die allemaal uitstekende stof ter beschouwing verschaffen. Deze vergaderingen bouwen niet alleen de geestelijke gezindheid van Gods volk op, maar helpen hen ook aan de problemen van het leven het hoofd te bieden en in overeenstemming met bijbelse beginselen te leven. Bovendien worden allen die met de gemeente verbonden zijn, door het bezoeken van vergaderingen aangemoedigd een geregeld aandeel te hebben aan het openbare getuigeniswerk.

In de loop van het afgelopen jaar besteedden Jehovah’s Getuigen in totaal 307.272.262 uur aan de velddienst om te proberen anderen te helpen. Behalve dat zij getuigenis afleggen betreffende het Koninkrijk, vervullen ze ook de opdracht om discipelen te maken, door mensen de bijbelse grondwaarheden te onderwijzen die hen in staat zullen stellen uit Babylon de Grote te komen, zich af te scheiden van de wereld en een vastberaden standpunt aan de zijde van de waarheid in te nemen (Joh. 18:37). De verspreiding van traktaten en van de Bloed-brochure behoorde tot de velddienstcampagnes die over de gehele wereld een uitstekende ondersteuning ontvingen. Twee voortreffelijke traktaten werden met goed succes gebruikt. Eén handelde over het onderwerp „Het gezin — wordt het voortbestaan ervan bedreigd?”, terwijl het andere de interessante vraag besprak: „Waarom zijn wij hier?” Deze onderwerpen verschaften een goede basis om de boodschap bij de deur in te leiden en dan zo mogelijk tot een goed gesprek te komen. Vaak kon er lectuur worden achtergelaten en een huisbijbelstudie worden begonnen.

Het gebruik van bijbelse lectuur helpt Jehovah’s Getuigen om vele mensen met de waarheid te bereiken. Een bericht uit Colombia meldt bijvoorbeeld over een nieuw gebied waaraan speciale pioniers waren toegewezen: „Wij willen jullie laten weten dat het predikingswerk hier in El Bordo gretig wordt ontvangen en dat wij vieren in zes weken 1067 boeken hebben kunnen verspreiden. Wij leiden reeds 18 huisbijbelstudies. Mijn zoon van 10 jaar heeft 68 boeken verspreid en leidt nu twee studies. Met de hulp van de nabijgelegen gemeente in Pasto konden we aan zes zitbanken komen, waarna we met het houden van vergaderingen zijn begonnen. Afgelopen zondag waren er 35 personen aanwezig. Wij geloven dat wij met Jehovah’s hulp in staat zullen zijn een nieuwe gemeente te beginnen.”

Onze broeders in Portugal zijn erg blij dat zij bij hun huisbijbelstudiewerk over een verscheidenheid van bijbelstudiehulpmiddelen beschikken, zoals duidelijk blijkt uit het volgende verslag: „Wat is het geweldig voor elke soort van persoon die we ontmoeten, een geschikt bijbelstudiehulpmiddel te hebben! Het Jeugd-boek heeft een sterke aantrekkingskracht op tieners en één jonge speciale pionier wist gedurende een recente veldtocht 199 exemplaren bij middelbare scholen te verspreiden. Bovenal verheugen we ons erover dat steeds meer mensen er werkelijk geïnteresseerd in zijn de bijbel met ons te bestuderen; het aantal huisbijbelstudies lag de afgelopen twee maanden boven de 16.000.”

De speciale actie met de brochure Jehovah’s Getuigen en de bloedkwestie heeft uitstekende resultaten gehad. Doktoren, verpleegsters, ziekenhuisdirecties, rechters en advocaten zijn erdoor bekend geraakt met het standpunt van Jehovah’s Getuigen. Zowel op het hoofdbureau van het Genootschap als op de bijkantoren zijn vele brieven ontvangen waarin mensen hun waardering uitspraken voor de voortreffelijke schriftuurlijke uitleg die in de brochure wordt verschaft. Ze heeft bovenstaande deskundigen geholpen een inzicht te verkrijgen in het schriftuurlijke en redelijke standpunt dat Jehovah’s Getuigen met betrekking tot deze belangrijke kwestie innemen.

HULPPIONIERSDIENST

Het is gebleken dat in veel landen der wereld de rijen van de hulppioniers aanzienlijk zijn toegenomen. Zij die hun aangelegenheden niet zo kunnen regelen dat ze aan de gewone pioniersdienst kunnen deelnemen, hebben bemerkt dat zij wel constant of op verschillende tijdstippen in het jaar een aandeel aan de hulppioniersdienst kunnen hebben. Heel wat ouderlingen en dienaren in de bediening zijn in staat geweest een aandeel aan de hulppioniersdienst te hebben, waardoor zij een voortreffelijk voorbeeld voor anderen in de gemeente stellen. Zij hebben meer tijd met verkondigers in het veld kunnen doorbrengen, vooral met enkelen van de jongeren.

’ZIJ ZULLEN TEGEN U STRIJDEN’

Gedurende het afgelopen jaar hebben onze broeders grote troost geput uit de jaartekst, die was genomen uit Jeremia 1:19: „En zij zullen stellig tegen u strijden, maar zij zullen u niet overmeesteren, want ’ik ben met u’, is de uitspraak van Jehovah, ’om u te bevrijden’.” Telkens opnieuw hebben christenen hun vertrouwen gesteld in deze geruststellende woorden, vooral in landen waar tegenstand wordt geboden tegen het Koninkrijkswerk en onze broeders onder grote druk staan en te lijden hebben onder gewelddadige vervolging. Er zijn meer dan 40 landen waar Jehovah’s Getuigen officieel zijn verboden of waar hun activiteiten en christelijke aanbidding aan andere beperkingen onderworpen zijn. In al deze landen geven onze broeders blijk van een zegevierend geloof en blijven zij bereidwillig de kwellingen, hoon, gevangenneming en andere vormen van vervolging verduren die hun overkomen vanwege het feit dat zij Jezus Christus als hun Leider volgen en goed doen jegens de mensen. — Matth. 24:9; 1 Petr. 3:16, 17.

In een bepaald Afrikaans land is het voor de broeders bijzonder moeilijk en gevaarlijk om bijeen te komen. Niettemin houden zij de vermaning uit Hebreeën 10:24, 25 in gedachten en hebben zij toch manieren gevonden om voor aanbidding bijeen te komen. Volgens een binnengekomen bericht „laat de avondklok op sommige plaatsen maar een periode van twee tot zes uur per dag toe om vrij het huis te verlaten. Dit heeft grote problemen gegeven, vooral in gemeenten waar de broeders erg verspreid wonen”.

In een ander Afrikaans land zijn onze broeders verplicht binnen bepaalde gebieden te blijven, waar ze ’sterk in hun bewegingsvrijheid worden beknot; ze mogen de kampen niet verlaten, zelfs niet om in noodzakelijke behoeften te voorzien’.

In weer een ander land mogen de broeders geen lectuur van buiten het land ontvangen, hoewel onze hemelse Vader de broeders daar wel van geestelijk voedsel weet te voorzien om hen te sterken. In één Afrikaans land heeft 5 percent van de broeders in de gevangenis gezeten. Velen bevinden zich nog in gevangenschap. Een aantal van hen heeft martelingen ondergaan en drie zijn er gedood (Joh. 16:2). Jezus gaf te kennen dat zulke dingen sommigen van zijn volgelingen zouden overkomen als een beproeving op hun geloof en rechtschapenheid. Maar net als in zijn eigen geval zou hun getrouwheid uiteindelijk tot heerlijkheid en lof van God zijn. — 1 Petr. 1:6-8.

En naast de officiële tegenstand die Jehovah’s Getuigen ondervinden, mogen we ook niet voorbijgaan aan wat de Schrift over tegenstand in verdeelde huisgezinnen voorzei. Velen van onze broeders moeten tegenstand verduren van ongelovige leden van hun eigen gezin. In veel gevallen wordt een tegenstander door het voortreffelijke gedrag van een gelovige gewonnen (Matth. 10:34-38; 1 Petr. 3:1, 2). Ja, er is tegenstand geweest, maar dat heeft Jehovah’s Getuigen er niet van weerhouden God te aanbidden. Onze broeders hebben stellig de waarheidsgetrouwheid van de jaartekst van 1978 uit Jeremia 1:19 beseft.

INTERNATIONALE „ZEGEVIEREND GELOOF”-CONGRESSEN VAN JEHOVAH’S GETUIGEN

Toen er in de Engelse Wachttoren van 1 december 1976 (Ned.: 1 februari 1977) voor het eerst plannen werden aangekondigd voor internationale congressen in 1978, stond daarin: „Gods Woord verklaart duidelijk dat ’het toneel van deze wereld . . . bezig [is] te veranderen’ (1 Kor. 7:31). Ondanks de toenemende onzekerheid en spanning naarmate het huidige samenstel van dingen zijn einde nadert, moet de activiteit van Gods volk, die erop gericht is het ’eeuwige goede nieuws’ op de gehele aarde bekend te maken, voortgang vinden (Openb. 14:6). Indien het Jehovah’s wil is, zal er gedurende het jaar 1978 derhalve een serie internationale congressen gehouden worden.” Tegen het eind van het dienstjaar waren de meeste internationale congressen die voor ons noordelijk halfrond waren gepland, reeds een deel van onze moderne geschiedenis geworden.

Wanneer men terugblikt op enkele van de hoogtepunten van de internationale „Zegevierend geloof”-congressen, is het duidelijk dat dit de grote gebeurtenis van het jaar was, een nieuwe mijlpaal in de vooruitgang van Jehovah’s zichtbare organisatie. En het leven van al degenen die het voorrecht hadden dit congres te bezoeken, is stellig verrijkt door wat zij konden zien, horen en ervaren. Zoals ook in Spreuken 10:22 wordt bevestigd: „De zegen van Jehovah — die maakt rijk, en hij voegt er geen smart bij.” Voor de overvloedige uitstorting van Jehovah’s zegeningen zijn wij bijzonder dankbaar.

VIJFDAAGSE PROGRAMMA BIJZONDER GEWAARDEERD

Er hebben ons vele uitingen van dank bereikt voor het te rechter tijd geboden, praktische programma. De broeders vonden dat de verschafte inlichtingen goed aansloten bij de problemen van het leven en dat hetgeen op deze geestelijke feesten werd geboden, werkelijk voedsel te rechter tijd was (Matth. 24:45). Er was voor elk wat wils. Opzieners, jonge mensen, echtparen en kleine kinderen, allen ontvingen informatie die zij volgens hen zeer goed in hun leven konden toepassen.

De inlichtingen die op de eerste dag van het programma werden verschaft, waren bijzonder nuttig voor ouderlingen in de gemeente, die erdoor werden aangemoedigd zich als mannen te gedragen en aandacht aan de kudde te schenken en tevens het werk van een evangelieprediker te doen. Eén broeder, die de beklemtoonde punten erg waardeerde, merkte op: „Dat wij ouderlingen herhaaldelijk aan onze verantwoordelijkheden werden herinnerd, vormde het hoogtepunt van dit congres.”

Velen die overwogen of ze de stap tot de volle-tijddienst zouden ondernemen, waardeerden de lezingen op de tweede dag over pionieren en de Betheldienst. Een groot aantal reageerde op de geboden inlichtingen door een aanvraagformulier voor deze takken van volle-tijddienst in te vullen. De onderdelen van het middagprogramma maakten de broeders enthousiast voor het speciale getuigenis dat gedurende het congres gegeven zou worden. De broeders hadden veel waardering voor de schriftuurlijke argumenten die werden verschaft om aan te tonen waarom wij in onze predikingsactiviteit hard moeten werken, als dragers van Jehovah’s vaten rein moeten blijven en door geloof moeten blijven wandelen terwijl wij in het wereldomvattende veld met God samenwerken.

Op de derde middag werd de aandacht gericht op de jongeren in de organisatie, die de aanmoediging kregen voorbeelden in het geloof te zijn. Er was een bijzonder enthousiaste reactie op de vrijgave van de nieuwe publikatie My Book of Bible Stories (Mijn boek met bijbelverhalen). Het was beslist hartverwarmend te zien hoe vele kinderen reageerden op de ontvangst van hun persoonlijke exemplaar. Velen begonnen er onmiddellijk in te lezen en anderen klemden het boek tegen hun borst, waaruit wel bleek hoezeer zij deze nieuwe publikatie op prijs stelden.

De lezingen op de vierde dag, over het huwelijk en het opbouwen van een gelukkig gezinsleven, vonden een bijzonder goede ontvangst. Naar aanleiding van de vrijgave van het boek Een gelukkig gezinsleven opbouwen merkte één persoon op: „Het gezin staat in deze tijd onder zware druk. Wij zijn erg blij zoveel inlichtingen te horen die bedoeld zijn om gezinnen te helpen aan deze drukkende problemen het hoofd te bieden.”

Daarna volgden op de laatste dag geloofversterkende lezingen die ’s ochtends hun climax bereikten met de vrijgave van de cassettebandjes getiteld „Het goede nieuws volgens Johannes”. Velen waren opgewonden over de diverse mogelijkheden die deze bandjes bieden als hulp voor gebrekkigen en zieken, alsook voor personen die moeite hebben met lezen. De openbare lezing over het onderwerp „Jezus Christus — De zegevierende koning met wie de natiën rekening moeten houden” bevatte een prachtige uitleg van Psalm 45. De toehoorders kwamen onder de indruk van het feit dat de dag van afrekening voor alle natiën nabij is, maar dat degenen die aan de zijde van de strijder-koning Jezus Christus staan, niet bevreesd hoeven te zijn voor die tijd van afrekening, mits zij de goedkeuring van deze zegevierende koning en zijn hemelse Vader, Jehovah, genieten.

Gedurende het congresprogramma werden er vier drama’s opgevoerd, waarin krachtige punten werden belicht die gemakkelijk te begrijpen waren en bedoeld waren om in de praktijk toe te passen. Over het drama van Lot en zijn vlucht uit de ten ondergang gedoemde steden van de laagvlakte, merkte één congresganger op: „Dit drama beklemtoonde hoe belangrijk het is ons verre te houden van elke sterke binding met dit samenstel en zijn materialistische doeleinden.”

SPECIAAL GETUIGENISWERK TIJDENS HET CONGRES

Voordat de reeks congressen begon, werd er in een inlegvel in Onze Koninkrijksdienst enthousiasme opgebouwd voor het speciale getuigeniswerk dat voor de derde ochtend van het congres op het programma stond. In de meeste steden waar deze velddienstactie werd gevoerd, was er ten behoeve van de congresgangers een aantrekkelijke, tweekleurige plastic velddiensttas vervaardigd. Elke tas bevatte exemplaren van de nieuwe brochure getiteld „Jehovah’s Getuigen in de twintigste eeuw”, die de voorgaande middag op het congres verkrijgbaar was gesteld. De tas bevatte tevens de nieuwste exemplaren van De Wachttoren en Ontwaakt! en de speciale strooibiljetten om het publiek voor de verschillende programma-onderdelen en de openbare lezing uit te nodigen.

Het merendeel van de broeders en zusters die de congressen bezocht, bleek aan deze speciale getuigenisveldtocht deel te nemen. In één stad nam ongeveer 75 percent van degenen die donderdags aanwezig waren, op vrijdag aan de velddienst deel, hetgeen betekende dat 32.000 verkondigers die ochtend in de dienst stonden. Eén waarnemer merkte op dat het in de binnenstad van Seattle (Washington, V.S.) op vrijdagochtend wel op een zee van paardebloemen leek vanwege alle gele velddiensttassen die je overal zag. De broeders in Honolulu (Hawaii) berichtten dat de hele stad grondig bewerkt werd ten gevolge van de twee congressen die daar werden gehouden. In Dublin (Ierland) werden de werkzaamheden op het congres voor het grootste deel van de vrijdagochtend stilgelegd om iedereen in de gelegenheid te stellen aan de speciale getuigenisactiviteit deel te nemen. Hetzelfde werd gedaan op een van de congressen in Japan. Het was wonderbaarlijk om het enthousiasme en de geestdrift te zien waarmee de broeders een aandeel hadden aan deze speciale krachtsinspanning om het publiek met de Koninkrijksboodschap te bereiken. Het speciale getuigeniswerk tijdens het congres kreeg goede publiciteit. In verscheidene steden vergezelden verslaggevers van plaatselijke kranten de broeders bij hun van-huis-tot-huiswerk. Later schreven zij interessante verslagen die in de plaatselijke pers verschenen.

CONGRESPROGRAMMA BEKLEMTOONT ROL VAN JEZUS CHRISTUS

Op de laatste middag werd in de lezing getiteld „Is alles tot je doorgedrongen?” op het congresprogramma teruggeblikt. Afgaand op de enthousiaste reactie van de broeders en zusters, was het duidelijk dat de congresgangers de betekenis hadden begrepen van de actuele stof die werd geboden. Deze omvatte onder andere een begrip van de rol die Jezus Christus vervult als wereldveroveraar en zegevierende koning, degene die Jehovah’s Getuigen als hun Leider erkennen en die door Jehovah God tot hoofd van de christelijke gemeente is aangesteld.

In de thematoespraak van de eerste ochtend had de spreker gezegd: „Wat een groots voorrecht is het om met de opperste Soeverein van het hele universum verenigd te zijn door bemiddeling van zijn Zoon, Jezus Christus, Degene wiens bloed ons ’reinigt . . . van alle zonde’ . . . Zullen jullie aldus de naam van Jehovah en het koninkrijk van zijn Zoon, Jezus Christus, verheerlijken? Als jullie dit doen, zullen ook jullie de verwachting kunnen koesteren er door geloof op glorierijke wijze in te slagen als overwinnaars van de wereld te voorschijn te komen.”

Op de tweede middag gaf de „Verklaring van ons geloof” uiting aan de vastberadenheid van de congresgangers met de woorden: „Wij weten dat wij het bewijs moeten geven van ons geloof in Jezus Christus als ons Hoofd en onze Loskoper en Koning . . .” (Zie blz. 257-260.)

In overeenstemming met de lezing op de laatste ochtend, „Tot wie anders zullen we gaan dan tot Jezus Christus?”, voelen Jehovah’s Getuigen zich als Petrus toen hij de vraag van de Meester beantwoordde: „Wilt ook gij niet heengaan?” De apostel Petrus zei: „Heer, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven.” Er is werkelijk geen andere leider tot wie wij ons kunnen wenden. — Joh. 6:67, 68.

De openbare lezing kwam tot een hoogtepunt toen de spreker vroeg: „Sluiten wij ons aan bij de psalmist en zeggen wij zodat iedereen het kan horen: ’Mijn werken betreffen een koning’? Wij hebben geen reden ons voor deze koning, Gods eigen gezalfde, te schamen. Onze voornaamste ’werken’ dienen daarom te zijn dat wij over deze koninklijke Messías spreken, onderwijzen en prediken. Wij werken hoofdzakelijk ten behoeve van zijn Koninkrijksbelangen, niet ten behoeve van een van de wereldlijke koninkrijken die hun rampzalige einde naderen. Wij worden ertoe bewogen onze tong te gebruiken om Gods koninkrijk en zijn gezalfde Koning te verkondigen.”

ANDERE INTERESSANTE ASPECTEN VAN DE CONGRESSEN

In sommige landen werden voor het eerst internationale congressen gehouden. Dit gold voor Portugal. Tot 1974 kon Jehovah’s volk geen vergaderingen in dat land houden, zodat gemeentevergaderingen in kleine groepjes in particuliere huizen gehouden moesten worden, en zelfs dan werden de broeders vaak nog door de politie lastig gevallen. Overeenkomstige problemen deden zich in het predikingswerk voor, toen enkele broeders gearresteerd werden en voor het gerecht moesten verschijnen. Het afgelopen jaar echter werd de hoofdlezing van het congres in Portugal voor het eerst in het openbaar aangekondigd. Het was een hele ervaring voor de broeders om zo’n grote congresorganisatie op touw te zetten en een vijfdaags programma op te voeren.

In Spanje heeft een overeenkomstige situatie bestaan, en dit jaar werd er voor het eerst een internationaal congres van Jehovah’s Getuigen op Spaanse bodem gehouden. De broeders in Spanje verklaarden: „In 1973 was het onmogelijk toestemming voor zo’n congres te krijgen. Sindsdien zijn er in Spanje heel wat dingen veranderd, hetgeen tot grotere vrijheid van meningsuiting heeft geleid. Dus begonnen we in 1977 naar een geschikte plaats te zoeken om zo’n 50.000 mensen bijeen te brengen.”

De broeders in Spanje hebben beslist reden om zich te verheugen over de 54.000 personen die het congres in dat land bezochten. Zij ontvingen in de pers en via de televisie voortreffelijke publiciteit, zodat het hele land getuigenis kreeg.

Ook in Griekenland, een land waar onze broeders jarenlang onder beperkende bepalingen gebukt zijn gegaan, werden twee internationale congressen gehouden. Het bezoekersaantal van 28.417 op de congressen in Athene en Thessaloníki schonk de broeders en zusters in Griekenland grote vreugde. Het was een bron van aanmoediging voor hen dat zij tijdens deze gelegenheden door buitenlandse afgevaardigden werden bezocht.

De broeders in Italië hadden voor het eerst meer dan 100.000 aanwezigen op de internationale congressen die in Milaan en Rome werden gehouden. In totaal waren er 111.320 personen aanwezig, die in dat katholieke land aldus een geweldig getuigenis gaven. La Nota besteedde een volle pagina aan het congres in Milaan en merkte op dat het de grootste niet-katholieke vergadering was die sinds vele eeuwen in Milaan was gehouden. Het artikel beschreef de broeders en zusters op het congres vervolgens als ordelijk, rustig, precies, schoon en georganiseerd. Er werd tevens in gezegd dat zij hun congres in volle rust hielden. De volgende week, toen veel personen in Rome over de dood van paus Paulus VI treurden, hielden Jehovah’s Getuigen hun congres in die stad en ontvingen alom publiciteit doordat er die week zoveel verslaggevers in Rome waren.

In Japan, in het verre Oosten, werden vier congressen gehouden met een hoogtepunt van 78.136 aanwezigen. Ten einde naar het congres in Osaka te komen, doorstonden 800 broeders en zusters van Okinawa een bijzonder ruwe zeereis, die 64 uur in plaats van de normale 35 uur duurde. Zij misten het programma van de eerste dag ten gevolge van het door een tyfoon veroorzaakte oponthoud. Dezelfde storm doorweekte de broeders en zusters in Osaka op de eerste congresdag, maar de toehoorders bleven tijdens het hele programma op hun plaats zitten.

Het is interessant op te merken dat van het totale aantal personen dat op 71 congressen op het noordelijk halfrond werd gedoopt, bijna 34 percent in de vier landen Portugal, Spanje, Italië en Japan werd ondergedompeld. Klaarblijkelijk zijn er in deze landen nog velen die geholpen moeten worden voordat de vier symbolische winden van vernietiging, die in Openbaring hoofdstuk zeven beschreven staan, worden losgelaten.

Het was beslist aansporend iets te horen van zovelen van de zendelingen die in vreemde landen dienen, alsook het voorrecht te hebben in de congressteden waar dit was geregeld, met hen samen te komen. Op sommige plaatsen waren slechts enkele zendelingen aanwezig, terwijl op de grotere congressen vrij grote groepen zendelingen bijeenkwamen. De grootste zendelingenbijeenkomsten werden in Montreal (Canada) en München (Duitse Bondsrepubliek) gehouden. Het was voor alle aanwezigen een groot genoegen met elkaar van een speciale maaltijd te genieten en verslagen te horen van degenen die getrouw in hun zendingstoewijzing volharden. Velen hebben 10, 20, 30 en meer jaren in deze speciale gebieden doorgebracht. Sommige zendelingen van de eerste klassen van de Gileadschool zijn oud geworden in hun toewijzing, maar blijven in geloof voortgaan, waardoor zij een voortreffelijk voorbeeld in volharding geven. Zonder uitzondering wilden de zendelingen uiting geven aan hun dank jegens alle broeders en zusters die het hun door de bijdragen die zij in de loop van het jaar hadden geschonken, mogelijk hadden gemaakt een internationaal congres in hun geboorteland te bezoeken en hun familieleden en vrienden weer te zien. Aan Jehovah’s Getuigen over de gehele wereld brengen wij door middel van dit verslag dus graag de dank en waardering van deze zendelingen voor een dergelijke edelmoedigheid over.

TABEL MET AANTALLEN VAN AANWEZIGEN EN DOPELINGEN OP CONGRESSEN

Op de volgende tabel wordt het aantal aanwezigen op de openbare lezing en het aantal dopelingen op elk congres vermeld. Op een aantal van deze congressen werden programma’s in diverse talen gehouden. In Montreal (Canada) bijvoorbeeld werden er gelijktijdig programma’s in het Arabisch, Frans, Grieks, Italiaans, Portugees en Spaans, alsook in het Engels, gehouden. Het congres in Montreal blonk ook uit doordat de openbare lezing in die stad door het grootste aantal aanwezigen werd bijgewoond vergeleken met alle andere tot dusver gehouden internationale „Zegevierend geloof”-congressen. Het was het grootste congres dat ooit in Canada is gehouden en het had een geweldige uitwerking, niet alleen op de mensen in de stad Montreal, maar ook op de provincie Quebec.

De serie internationale „Zegevierend geloof”-congressen, die begon met de eerste congressen die van 14 tot 18 juni in de Verenigde Staten werden gehouden, duurde gedurende de maanden september en oktober voort in Zuidoost-Azië en werd daarna van de tweede helft van november tot en met januari (1979) voortgezet in Midden- en Zuid-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland, alsook op nog enkele eilanden in de Grote Oceaan en in diverse landen op het Afrikaanse continent.

WERELDOMVATTENDE DIENSTACTIVITEIT

Wanneer wij de dienst beschouwen die gedurende het dienstjaar 1978 is verricht, hebben wij reden tot dankbaarheid (Ps. 32:11). Op bijgaande tabel wordt de activiteit van Jehovah’s Getuigen in het wereldomvattende veld vermeld. Aan het eind van de alfabetische lijst van landen zult u een aantal landen onder één noemer vinden. Dit komt doordat die landen met zware tegenstand en andere problemen te kampen hebben. Ook in andere landen moet het hoofd worden geboden aan moeilijke omstandigheden, maar in de 16 landen waarvan de berichten zijn samengevoegd, zijn de gevaren van dien aard dat het niet raadzaam is ze afzonderlijk te vermelden. In alle delen van de wereld zijn er bepaalde problemen, met inbegrip van tegenstand, vervolging, economische moeilijkheden en andere beproevingen. Evenals de apostelen en eerste discipelen zijn Jehovah’s dienstknechten in deze tijd in staat geweest het wereldomvattende getuigenis te blijven geven vanwege de hulp en kracht die God verschaft (Hand. 26:22; 1 Petr. 4:11). Het schenkt hun veel vreugde aldus dienst te verrichten, ondanks de diverse beproevingen die zij moeten verduren. — Jak. 1:2-4.

Er zijn berichten binnengekomen uit 205 landen en eilanden in de wereldzeeën. Dat het totale aantal landen is teruggelopen, komt doordat de berichten van verschillende van deze landen nu bij die van andere bijkantoren zijn gevoegd. Vorig jaar bijvoorbeeld werden zulke plaatsen als Manus-eiland, New Britain, New Guinea, Nieuw-Ierland en de Noord-Salomons-eilanden apart vermeld. Dit jaar zijn al deze landen in het bericht van Papoea-Nieuw-Guinea opgenomen, aangezien ze nu één land vormen. Aboe Dhabi, Doebai en Sjarja vallen nu onder de Unie van Arabische Emiraten. Bequia, Carriacou en Tobago maken nu respectievelijk deel uit van St. Vincent, Grenada en Trinidad. En het bericht van Bhutan is nu bij dat van India gevoegd.

Het aantal Koninkrijksverkondigers is wereldwijd 1,4 percent achteruitgegaan. Dit is wat de totaalaantallen betreft van invloed geweest op de achteruitgang in andere takken van het werk. Er zijn afzonderlijke landen waar de toename voortduurt, terwijl andere landen een achteruitgang in activiteit vertonen of op hetzelfde peil zijn blijven staan. Hoewel er 95.052 nieuwelingen als een uiting van hun geloof zijn gedoopt, daarmee te kennen gevend discipelen van Jezus Christus te zijn, heeft dit geen evenredige toename in het aantal Koninkrijksverkondigers te zien gegeven. Integendeel, er waren gemiddeld 2.086.698 personen die aan de bekendmaking van het „goede nieuws” deelnamen vergeleken met 2.117.194 het jaar daarvóór. Het hoogtepunt in het aantal verkondigers bedroeg 2.182.341, wat eveneens beneden het aantal van verleden jaar ligt. Het is duidelijk dat een aantal personen om de een of andere reden niet elke maand aan het getuigeniswerk heeft deelgenomen en dat anderen inactief zijn geworden.

Hoe dienen wij deze situatie te bezien? Er is beslist geen noodzaak om al te verontrust te worden en ons geestelijke evenwicht te verliezen. Evenals in het geval van alle andere dingen laten christenen hun denken door Gods Woord corrigeren en rechtzetten. Jehovah verschaft hun altijd op zijn eigen tijd en wijze de noodzakelijke leiding. Hij laat zijn volk nooit in de steek (1 Kon. 8:57; Ps. 94:14). Gedurende dit nieuwe dienstjaar zullen wij vol vertrouwen naar hem opzien, om zijn leiding bidden en ons best doen om afgedwaalden terug te brengen (Matth. 18:12-14). Als er in onze gemeenten personen zijn die hun handen hebben laten verslappen, dienen er krachtsinspanningen te worden gedaan — vooral door degenen die onderherders zijn — om hen door woord en bovenal door een goed voorbeeld op vriendelijke wijze aan te moedigen. — Hebr. 12:12, 13; 1 Kor. 11:1.

Terzelfder tijd zullen wij de schriftplaatsen in gedachten houden die ons van tevoren waarschuwen voor wat wij dienen te verwachten. Sommigen zullen om verschillende redenen struikelen en afvallen of onvruchtbaar worden (Matth. 13:18-22). Bovendien blijkt uit Openbaring 3:15, 16 dat de Heer Jezus Christus, die op de hoogte is met de geestelijke toestand van een ieder die belijdt zijn volgeling te zijn, geen lauwheid tolereert. Hij raadt allen die zich nu in die toestand bevinden, aan een drastische verandering in hun situatie aan te brengen indien zij hem wensen te behagen. En evenals sommigen in de eerste eeuw van de waarheid afweken, wekt het geen verbazing dat hetzelfde in deze tijd gebeurt. Jehovah kent degenen die hem toebehoren (2 Tim. 2:18, 19). De waarschuwende voorbeelden van wat de Israëlieten overkwam toen zij op het punt stonden het Beloofde Land binnen te gaan, dienen ons ervoor te behoeden een te groot zelfvertrouwen te krijgen (1 Kor. 10:12). De ernst van deze kwestie wordt beklemtoond door het feit dat er gedurende het afgelopen jaar 29.893 personen werden uitgestoten. Er valt niet aan te twijfelen dat ons geloof thans op de proef wordt gesteld. Jehovah zal alleen degenen die rein zijn, ja die ernaar streven aan alle schriftuurlijke vereisten te voldoen en die tonen dat zij het waard zijn dat het „goede nieuws” aan hen wordt toevertrouwd, in zijn gunst en dienst behouden. — Micha 6:8; 2 Kor. 6:17 tot 7:1; 1 Thess. 2:4.

Met het oog op de 307.272.262 uren die aan de Koninkrijksdienst zijn besteed, is het duidelijk dat miljoenen mensen de gelegenheid hebben gehad een getuigenis te ontvangen. Ten einde mensen te helpen Gods voornemens te leren kennen, hebben Jehovah’s Getuigen 25.580.648 boeken — 607.899 meer dan in 1977 — en 15.107.899 brochures verspreid. Verder hebben zij 216.709.937 losse exemplaren van de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! verspreid en 1.496.766 abonnementen op deze beide bladen afgesloten. Om te beklemtonen dat Jehovah’s Getuigen er niet slechts in geïnteresseerd zijn belangstelling voor de Koninkrijksboodschap op te wekken en bijbelverklarende lectuur te verspreiden, brachten zij 130.177.724 nabezoeken en leidden zij 1.257.084 huisbijbelstudies. Zij doen dit omdat zij discipelen willen maken door mensen met een horend oor ’alle dingen te onderwijzen die Christus geboden heeft’ (Matth. 28:19, 20). Al zulke ijverige krachtsinspanningen hebben ertoe bijgedragen dat er tot de verst verwijderde streek der aarde een grondig getuigenis is gegeven. — Hand. 1:8.

Het is werkelijk een reden tot vreugde dat de Gedachtenisviering ter herdenking aan Christus’ dood wederom door meer dan vijf miljoen personen is bijgewoond. In feite waren er 5.095.831 aanwezigen op deze uiterst belangrijke gebeurtenis, die op 23 maart 1978 plaatsvond. 9762 van hen gebruikten van de symbolen. Uit dit hoge bezoekersaantal blijkt duidelijk dat wij nog veel te doen hebben. Miljoenen rechtgeaarde personen moeten nog geholpen worden zich geregeld met de 42.255 gemeenten over de gehele wereld te verbinden!

Jehovah heeft de activiteiten van zijn volk door de jaren heen rijkelijk gezegend. De volgende tabel helpt ons te beseffen welke vooruitgang er gedurende de afgelopen 60 jaar is gemaakt, waarbij de activiteit in tienjaarlijkse periodes wordt vermeld.

Met hun blik vooruit gericht, zal het getrouwe overblijfsel ermee voortgaan te tonen dat zij „het Lam [Jezus Christus] blijven volgen waarheen hij ook gaat” (Openb. 14:4). De „grote schare” die zich bij hen heeft aangesloten, zal hetzelfde doen. Eensgezind zullen zij allen ermee voortgaan hun Leider, Jezus Christus, te gehoorzamen en hun tweevoudige opdracht na te komen, namelijk ’dit goede nieuws van het koninkrijk op de gehele bewoonde aarde tot een getuigenis’ te prediken en ’discipelen te maken van mensen uit alle natiën’, wetend dat zij hierbij volledig door Jehovah God en zijn Zoon ondersteund worden. — Matth. 24:14; 28:19, 20.

[Tabel op blz. 20, 21]

PLAATS AANWEZIGEN GEDOOPT

ALASKA, Anchorage 2.519 27

BARBADOS, Bridgetown 6.142 45

BELGIË, Brussel 23.567 289

BRITSE EILANDEN, Sheffield (eerste) 19.651 81

Sheffield (tweede) 16.842 50

Londen (eerste) 31.190 154

Londen (tweede) 30.272 97

Edinburgh 12.621 82

CANADA, Montreal 80.008 831

Winnipeg 16.164 93

Vancouver 22.819 165

Edmonton 21.599 137

DENEMARKEN, Kopenhagen 16.912 107

DUITSE BONDSREPUBLIEK, München 58.559 647

Düsseldorf 50.186 427

FILIPPIJNEN, Manila 35.684 305

FINLAND, Helsinki 16.345 211

FRANKRIJK, Marseille 12.371 203

Lille 10.957 130

Nantes 10.197 171

Parijs 28.827 445

Toulouse 9.365 127

Grenoble 11.702 133

GRIEKENLAND, Athene 19.407 167

Thessaloníki 9.010 132

GUADELOUPE, Pointe-à-Pitre 6.274 74

HAWAII, Honolulu (eerste) 8.730 67

Honolulu (tweede) 8.815 54

HONG KONG 1.321 30

IERLAND, Dublin 4.437 37

ITALIË, Milaan 45.880 1.080

Rome 65.440 1.208

JAPAN, Nagoya 10.282 238

Osaka 31.785 629

Sapporo 8.099 205

Tokio 27.041 586

KOREA, Taigoe 5.845 78

Seoel (eerste) 8.673 187

Seoel (tweede) 11.884 193

Taizjon 5.169 73

LEEWARD ISLANDS, Antigua 1.717 35

MARTINIQUE, Fort-de-France 2.888 21

NEDERLAND, Rotterdam 35.361 122

OOSTENRIJK, Wenen 14.359 203

PORTUGAL, Lissabon 37.567 1.130

PUERTO RICO, San Juan (eerste) 9.963 123

San Juan (tweede) 9.045 111

San Juan (derde) 13.259 118

SPANJE, Barcelona 54.283 1.356

TAIWAN, T’ai-péi 1.603 22

VER. STAT. VAN AMERIKA,

Irving, Texas (Spaans) 16.682 162

Milwaukee, Wisconsin 50.143 330

New Orleans, Louisiana (eerste) 36.006 209

Washington, D.C. 52.302 306

Lakeland, Florida (Spaans) 7.725 90

New Orleans, Louisiana (tweede) 34.015 203

Pontiac, Michigan 58.410 301

Los Angeles, Californië (eerste) 47.243 249

Philadelphia, Pennsylvania 41.965 238

St. Louis, Missouri 33.776 249

Houston, Texas 58.430 468

Los Angeles, Californië (tweede) 41.406 290

New York, New York 71.566 487

San Francisco, Californië 50.820 274

Cincinnati, Ohio 40.729 315

Monroe, New York (Frans) 1.969 28

Pittsburgh, Pennsylvania 36.996 279

Seattle, Washington 46.391 326

Los Angeles, Californië (Spaans) 28.905 416

Elmont, New York (Spaans) 24.012 319

ZWEDEN, Stockholm 25.338 248

TOTAAL 1.807.465 19.023

[Tabel op blz. 24-31]

BERICHT OVER HET DIENSTJAAR 1978 VAN JEHOVAH’S GETUIGEN OVER DE HELE WERELD

(Zie publicatie)

[Tabel op blz. 32]

TIENJAARLIJKSE PREDIKINGSACTIVITEIT BETREFFENDE HET KONINKRIJK

Jaar Aantal Verkondigers Predikingsuren Boeken & Tijdschriften

landen (gemiddeld) brochures

1918 14 3.868 19.116 359.384 13.140

1928 32 23.988 2.866.164 20.412.192 1.381.107

1938 52 47.143 10.572.086 26.772.882 6.933.307

1948 96 230.532 49.832.205 17.031.901 11.380.767

1958 175 717.088 110.390.944 16.038.445 86.498.251

1968 200 1.155.826 208.666.762 21.674.179 157.511.892

1978 205 2.086.698 307.272.262 40.688.547 216.709.937

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen