Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • yb14 blz. 26-35
  • Juridisch verslag

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Juridisch verslag
  • Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 2014
  • Vergelijkbare artikelen
  • Juridisch verslag
    Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 2015
  • Hoogtepunten van het afgelopen jaar
    Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 2013
  • Juridisch verslag
    Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 2016
  • Hoogtepunten van het afgelopen jaar
    Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 2012
Meer weergeven
Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 2014
yb14 blz. 26-35
Illustratie op blz. 27

TERUGBLIK OP HET AFGELOPEN JAAR

Juridisch verslag

De apostel Paulus deed christenen het dringende verzoek: „Denkt aan hen die in gevangenisboeien zijn, als waart gij met hen geboeid” (Hebr. 13:3). Als aanbidders van Jehovah blijven we aan onze trouwe broeders en zusters denken en bidden we ten behoeve van „allen die een hoge positie bekleden, opdat wij een kalm en rustig leven mogen blijven leiden met volledige godvruchtige toewijding en ernst” (1 Tim. 2:1, 2; Ef. 6:18).

Hier volgen enkele juridische kwesties waarmee Jehovah’s Getuigen het afgelopen jaar te maken hebben gehad:

Onze broeders en zusters in Rusland blijven ’zonder ophouden onderwijzen en het goede nieuws bekendmaken’, ondanks een aanhoudende campagne van de Russisch-orthodoxe kerk en sommige regeringsfunctionarissen om onze activiteit een halt toe te roepen (Hand. 5:42). De Russische autoriteiten volharden in een verkeerde toepassing van een vage wet tegen het extremisme die oorspronkelijk werd ingevoerd om het terrorisme te bestrijden en die nu op onze publicaties en onze broeders en zusters wordt toegepast. Als gevolg daarvan hebben Russische rechtbanken verklaard dat zo’n zeventig van onze publicaties ’extremistische’ uitdrukkingen bevatten, en regeringsfunctionarissen hebben deze publicaties op een nationale lijst van verboden extremistische lectuur gezet. Op grond van dit zogenaamde gevaar doen sommige plaatselijke autoriteiten invallen in Koninkrijkszalen en in de huizen van onze broeders en zusters om de publicaties te zoeken. De politie arresteert veel Getuigen die in de velddienst zijn, maakt foto’s en vingerafdrukken, en doet vaak pogingen om hen te intimideren als ze op het politiebureau worden vastgehouden.

Begin mei 2013 stonden zestien broeders en zusters in de stad Taganrog terecht wegens het organiseren en bijwonen van christelijke vergaderingen en deelname eraan, en wegens hun prediking. Dit is de eerste keer sinds de val van de Sovjet-Unie dat Getuigen van criminaliteit beschuldigd worden omdat ze hun geloof uitoefenen. Functionarissen elders in Rusland proberen de rechtbanken ertoe te brengen onze lectuur ’extremistisch’ te verklaren en onze broeders en zusters aan te klagen als misdadigers die zich schuldig maken aan aanzetten tot religieuze haat.

De omstandigheden voor onze broeders en zusters in Eritrea zijn niet verbeterd. In juli 2013 zaten er 52 in de gevangenis, onder wie acht broeders van boven de zeventig en ook zes zusters. Drie broeders, Paulos Eyassu, Isaac Mogos en Negede Teklemariam, worden al sinds 24 september 1994 gevangengehouden wegens hun neutrale standpunt inzake militaire dienst.

Ruim de helft van de gevangenen zit in het strafkamp Meiter, dat in de woestijn ten noorden van de hoofdstad Asmara ligt. Van oktober 2011 tot augustus 2012 straften de autoriteiten 25 van onze broeders door hen in een gebouw van golfplaten te zetten dat half onder de grond ligt. In de zomermaanden laten de bewakers de gevangenen er overdag uit vanwege de intense hitte in het gebouw. Maar ze krijgen slecht voedsel en onvoldoende water, zodat de gezondheid van de broeders zwaar te lijden heeft. Helaas is Yohannes Haile, een 68-jarige broeder, in augustus 2012 gestorven door die slechte behandeling, evenals broeder Misghina Gebretinsae in 2011.

Gewetensbezwaar tegen niet-neutrale dienst

Gebaseerd op Jesaja 2:4 en Johannes 18:36.

ARMENIË

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) deed op 27 november 2012 een gunstige uitspraak in de zaak Khachatryan en anderen v. Armenië. De regering had een onwettige strafvervolging ingesteld tegen zeventien Getuigen die weigerden vervangende burgerdienst te verrichten die onder toezicht van het leger viel. Armenië heeft de slachtoffers van deze onrechtmatige actie schadeloosgesteld en hun juridische kosten vergoed.

Ondanks de gunstige uitspraak in de zaak Khachatryan en de eerdere gedenkwaardige uitspraak in Bayatyan v. Armenië, gevolgd door nog andere uitspraken van het EHRM, bleef de regering van Armenië jonge Getuigen die op grond van gewetensbezwaren dienst weigerden strafrechtelijk vervolgen. Maar op 8 juni 2013 heeft de regering amendementen goedgekeurd op de Wet op de Vervangende Dienst waardoor er een eind schijnt te komen aan het militair toezicht op vervangende dienst. Alle Getuigen die wegens dienstweigering gevangenzaten zijn op 12 november 2013 vrijgelaten, en de verzoeken van jonge broeders die nu vervangende dienst aanvragen worden gehonoreerd.

ZUID-KOREA

Op 31 oktober 2013 zaten er 602 broeders in de gevangenis. Sinds 1950 hebben de autoriteiten in Zuid-Korea 17.605 Getuigen van Jehovah veroordeeld tot in totaal 34.184 jaar gevangenisstraf wegens dienstweigering op grond van gewetensbezwaren.

Tot voor kort deelden veel gevangengezette Getuigen hun cel met criminelen, zware misdadigers zelfs. Maar een afvaardiging van broeders deed een beroep op het hoofd van het Koreaanse gevangeniswezen om de directie van gevangenissen te vragen onze broeders gescheiden te houden van andere gevangenen. De gevangenisautoriteiten reageerden daar prompt op en scheidden de meeste broeders van de criminelen, zodat in april 2013 minstens 75 procent van de gedetineerde broeders met vier of vijf broeders in een cel zat. Welke uitwerking heeft deze verandering op onze broeders gehad?

„We staan niet meer bloot aan negatieve invloeden zoals immoraliteit en grove taal”, zei een broeder. Een ander zei: „Nu hebben we een uitwisseling van aanmoediging en kunnen we elke week alle vijf de vergaderingen houden.”

Intussen worden 56 mannen die na hun ontslag uit militaire dienst bij de reservetroepen werden ingedeeld en later Getuigen werden, herhaaldelijk gerechtelijk vervolgd, beboet en gevangengezet omdat ze bezwaar maken tegen oproepen voor militaire training. Omdat ze acht jaar lang jaarlijks diverse keren opgeroepen worden, is het bijzonder moeilijk met het voortdurende onrecht om te gaan.

SINGAPORE

Ondanks herhaalde verzoeken om vervangende burgerdienst te mogen verrichten, zitten 12 broeders 39 maanden gevangenisstraf uit in de militaire gevangenis. Een andere broeder zit een jaar gevangenisstraf uit wegens weigering als reservist te dienen.

TURKMENISTAN

Negen mannelijke Getuigen zijn wegens dienstweigering tot gevangenisstraffen van anderhalf tot twee jaar veroordeeld en worden vaak onbarmhartig afgeranseld door bewakers en soldaten. Als die Getuigen worden vrijgelaten, worden ze vaak opnieuw gerechtelijk vervolgd als ’recidivisten’ en onder een strenger gevangenisregime geplaatst. De advocaten van tien Getuigen die militaire dienst hebben geweigerd, hebben klachten ingediend bij het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties.

Gewetensbezwaar tegen patriottische ceremonies

Gebaseerd op Daniël 3:16-18.

Illustratie op blz. 32

Tanzania: Nadat deze Getuigenjongeren in het gelijk waren gesteld, konden ze weer naar school

TANZANIA

Het hooggerechtshof in Dar es Salaam vond unaniem het optreden ontoelaatbaar van een schoolbestuur dat vijf leerlingen van school stuurde en 122 andere schorste omdat ze weigerden het volkslied te zingen. In een op 12 juli 2013 gepubliceerd arrest erkende het hooggerechtshof de oprechtheid van het geloof van de Getuigenleerlingen en hun grondwettelijke recht op bescherming van hun vrijheid van geweten en godsdienst. De vastbeslotenheid van deze jongeren om loyaal te blijven aan God leidde tot een overwinning waardoor Jehovah’s naam en onze vrijheid van aanbidding in Tanzania hooggehouden worden.

Vrijheid van meningsuiting

Gebaseerd op Handelingen 4:19, 20.

KAZACHSTAN

Volgens een „deskundig onderzoek” ingesteld door de Dienst voor Religieuze Zaken is een aantal van onze publicaties ’extremistisch’; ze zouden aanzetten tot maatschappelijke en religieuze tweedracht. Op 6 april 2013 nam de politie in de stad Karabalyk lectuur in beslag bij een onrechtmatige inval tijdens een gemeentevergadering die in een privéwoning werd gehouden. Op 3 juli 2013 handhaafde de handelsrechtbank van Astana een uitspraak waarbij tien van onze publicaties verboden werden, zodat de censuur op onze lectuur en de beperkingen op de invoer ervan van kracht bleven. Bovendien zijn overheidsfunctionarissen in december 2012 begonnen met een reeks arrestaties en zijn onze broeders schuldig bevonden aan zogenaamde illegale zendingsactiviteit. Op 28 maart 2013 gaf het Bureau voor Religieuze Zaken het Kazachse Religieuze Centrum van Jehovah’s Getuigen opdracht de Getuigen in Kazachstan ervan in kennis te stellen dat het illegaal is buiten hun geregistreerde plaatsen van aanbidding te prediken. Sinds juli 2013 hebben de autoriteiten rechtszaken aangespannen tegen 21 broeders en zusters.

Vrijheid van vereniging en vergadering

Gebaseerd op Hebreeën 10:24, 25.

AZERBEIDZJAN

In januari 2010 weigerde het Staatscomité voor Werk bij Kerkgenootschappen de herregistratie van de geloofsgemeenschap van Jehovah’s Getuigen wegens zogenaamde vormfouten in de aanvraag. Ondanks talrijke pogingen van Jehovah’s Getuigen om de zogenaamde fouten te rectificeren, blijven de autoriteiten herregistratie weigeren. Op 31 juli 2012 brachten onze broeders deze zaak onder de aandacht van het EHRM. Ze voerden aan dat de regering onze vrijheid van godsdienst heeft geschonden door zonder geldige basis herregistratie als religieuze organisatie af te wijzen. Zonder herregistratie hebben onze broeders geen volledige wettelijke status.

Vrijheid en veiligheid van persoon en goed

Gebaseerd op Filippenzen 1:7.

OEKRAÏNE

Hoewel de Getuigen in Oekraïne vrijheid van aanbidding genieten, hebben ze te kampen met fysiek geweld, brandstichting en vernielingen aan Koninkrijkszalen. Die incidenten worden door politie en justitie niet doeltreffend onderzocht en berecht. Het verbaast niemand dat dit tegenstanders een gevoel van straffeloosheid geeft. Het aantal tegen onze broeders begane misdrijven is dan ook gestegen in 2012 en 2013. De vijf gerapporteerde gevallen van vernieling en brandstichting in 2010 namen toe tot vijftien in 2011 en vijftig in 2012, en in de eerste vijf maanden van 2013 waren er 23 incidenten. Het bijkantoor legt dit onrecht voor aan het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties.

Illustratie op blz. 28

Oekraïne: Onze broeders treffen voorbereidingen om deze vernielde en in brand gestoken Koninkrijkszaal te herbouwen

Recht op zelfbeschikking

Gebaseerd op Handelingen 5:29 en Handelingen 15:28, 29.

ARGENTINIË

In het voorjaar van 2012 liep Pablo Albarracini, een onschuldige omstander tijdens een poging tot beroving, een aantal kogelwonden op en werd in bewusteloze toestand haastig naar het ziekenhuis vervoerd. Hij had eerder een Geneeskundige wilsverklaring en machtiging getekend waarin hij een behandeling weigerde waarbij bloedproducten worden gebruikt. Hoewel het ziekenhuis bereid was zijn duidelijke beslissing te respecteren, diende een gezinslid die geen Getuige is een verzoek in voor een rechterlijk bevel om broeder Albarracini bloedtransfusie te geven, waarvoor hij als reden aanvoerde dat die nodig was om zijn leven te redden. Maar het hooggerechtshof van Argentinië besliste ten gunste van broeder Albarracini en respecteerde zijn recht om zelfs terwijl hij bewusteloos was inspraak te hebben in zijn medische behandeling. Hij kreeg geen bloedtransfusie en herstelde volkomen. Hij was dankbaar dat Jehovah hem had geholpen zijn integriteit op dit belangrijke punt te bewaren.

Slachtoffers van religieuze discriminatie

Gebaseerd op Lukas 21:12-17.

KIRGIZIË

Op 16 april 2013 deed een rechtbank een gunstige uitspraak ten behoeve van onze broeders en zusters in Toktogul, waar een Koninkrijkszaal tweemaal door plaatselijke bewoners werd verwoest. De rechtbank verklaarde de daders schuldig en veroordeelde hen tot het betalen van schadevergoeding. De strafvervolging van de hoofdverantwoordelijken voor de eerste aanval is in behandeling, wat hoop geeft dat er een eind zal komen aan de problemen in dat gebied. Intussen zullen de gemeenten de Koninkrijkszaal herbouwen.

Illustratie op blz. 34

Kirgizië: Deze Koninkrijkszaal werd tweemaal door plaatselijke bewoners verwoest

Bijzondere juridische overwinningen

  1. De kwestie: Moet een religieuze groepering toestemming vragen voor het houden van congressen en gemeentevergaderingen?

    De uitspraak: Op 5 december 2012 bevestigde het Constitutionele Hof van de Russische Federatie dat de Russische grondwet vrijheid van godsdienst waarborgt en verordende dat onze broeders religieuze vergaderingen mogen houden zonder voorafgaande kennisgeving en zonder vooraf toestemming aan de autoriteiten te vragen.

  2. De kwestie: Hebben staatsburgers recht op geheimhouding van hun persoonlijke medische dossiers? Achtergrond: In 2007 gaf een waarnemend openbare aanklager in Sint-Petersburg (Rusland) alle medische instellingen in de stad opdracht elke weigering van bloedtransfusies door Jehovah’s Getuigen naar het kantoor van de openbare aanklager door te sturen — maar zonder de patiënt daarvan in kennis te stellen. Toen Russische rechtbanken het recht van patiënten op geheimhouding niet hooghielden, wendden de broeders zich tot het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).

    De uitspraak: Op 6 juni 2013 verordende het EHRM dat het bevel van de openbare aanklager in strijd was met fundamentele rechten op privacy en bevestigde dat er geen „relevante of voldoende redenen” waren om privé-informatie aan regeringsfunctionarissen te onthullen. De uitspraak was bindend vanaf 7 oktober, toen de Grote Kamer van het EHRM Ruslands verzoek om verwijzing afwees (Avilkina en anderen v. Rusland).

Een update van eerdere juridische verslagen in het Jaarboek

De regering van Frankrijk heeft voldaan aan de haar op 5 juli 2012 door het EHRM opgelegde verplichting tot schadevergoeding inzake een onbillijke belastingaanslag. De regering heeft het geld waarop eerder beslag was gelegd met rente terugbetaald, de juridische kosten vergoed en alle retentierechten op het onroerend goed van het bijkantoor opgeheven (Jaarboek 2013, blz. 34).

Jehovah’s Getuigen in India ondervinden in verschillende delen van het land nog steeds tegenstand. Ze zijn echter niet zoals vroeger gevangengezet of vals beschuldigd. Momenteel zijn er zo’n twintig rechtszaken gaande om het onrecht dat onze broeders is aangedaan te herstellen (Jaarboek 2013, blz. 35).

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen