24 Toen hij weg was, kwamen de dienaren terug en zagen dat de deuren van de kamer op slot zaten. Ze zeiden: ‘Hij is vast zijn behoefte aan het doen* in de koele binnenkamer.’
24 Toen hij weg was, kwamen de dienaren terug en zagen dat de deuren van de kamer op slot zaten. Ze zeiden: ‘Hij is vast zijn behoefte aan het doen* in de koele binnenkamer.’