5 Op de vierde dag stonden ze ’s morgens vroeg op om te vertrekken en de vader van de jonge vrouw zei tegen zijn schoonzoon: ‘Eet eerst nog wat om krachten op te doen* en ga daarna op weg.’
5 Op de vierde dag stonden ze ’s morgens vroeg op om te vertrekken en de vader van de jonge vrouw zei tegen zijn schoonzoon: ‘Eet eerst nog wat om krachten op te doen* en ga daarna op weg.’