33 De man uit je familie die bij mijn altaar dienst mag blijven doen, zal het licht in je ogen laten doven en je veel verdriet bezorgen,* maar de meesten van je huis zullen omkomen door het zwaard van mensen.+
33 De man uit je familie die bij mijn altaar dienst mag blijven doen, zal het licht in je ogen laten doven en je veel verdriet bezorgen,* maar de meesten van je huis zullen omkomen door het zwaard van mensen.+