4 Hij zei tegen hem: ‘Vertel me eens, waarom ben jij, de zoon van de koning, elke morgen zo somber?’ Amnon antwoordde: ‘Ik ben verliefd op Tamar, de zus+ van mijn broer Absalom.’
4 Hij zei tegen hem: ‘Vertel me eens, waarom ben jij, de zoon van de koning, elke morgen zo somber?’ Amnon antwoordde: ‘Ik ben verliefd op Tamar, de zus+ van mijn broer Absalom.’