19 Maar hij zei tegen haar: ‘Geef mij je zoon.’ Toen nam hij hem uit haar armen. Hij droeg hem naar de kamer op het dak, waar hij logeerde, en legde hem op zijn eigen bed.+
19 Maar hij zei tegen haar: ‘Geef mij je zoon.’ Toen nam hij hem uit haar armen. Hij droeg hem naar de kamer op het dak, waar hij logeerde, en legde hem op zijn eigen bed.+