28 Toen verscheen de man van de ware God voor de koning van Israël en zei: ‘Dit zegt Jehovah: “De Syriërs hebben gezegd: ‘Jehovah is een God van de bergen, hij is geen God van de vlakten.’ Daarom zal ik deze grote menigte aan je overleveren,+ en jullie zullen zeker weten dat ik Jehovah ben.”’+