31 Zijn dienaren zeiden tegen hem: ‘We hebben gehoord dat de koningen van het huis van Israël genade tonen.* Laat ons alstublieft met een zak om onze heupen en een touw om onze nek* naar de koning van Israël gaan. Misschien zal hij uw leven* sparen.’+
31 Zijn dienaren zeiden tegen hem: ‘We hebben gehoord dat de koningen van het huis van Israël genade tonen.* Laat ons alstublieft met een zak om onze heupen en een touw om onze nek* naar de koning van Israël gaan. Misschien zal hij uw leven* sparen.’+