31 Geha̱zi was hun vooruitgegaan en had de staf op het gezicht van de jongen gelegd, maar die gaf geen teken van leven.+ Hij ging terug naar Elisa en zei tegen hem: ‘De jongen is niet wakker geworden.’
31 Geha̱zi was hun vooruitgegaan en had de staf op het gezicht van de jongen gelegd, maar die gaf geen teken van leven.+ Hij ging terug naar Elisa en zei tegen hem: ‘De jongen is niet wakker geworden.’