7 Toen ging Aza̱rja rusten bij zijn voorvaders.+ Ze begroeven hem bij zijn voorvaders in de Stad van David. Zijn zoon Jo̱tham volgde hem als koning op.
7 Toen ging Aza̱rja rusten bij zijn voorvaders.+ Ze begroeven hem bij zijn voorvaders in de Stad van David. Zijn zoon Jo̱tham volgde hem als koning op.