13 David zei tegen Gad: ‘Ik weet me geen raad. Laat me alsjeblieft in handen van Jehovah vallen, want hij is heel barmhartig,+ maar laat me niet in de handen van mensen vallen.’+
13 David zei tegen Gad: ‘Ik weet me geen raad. Laat me alsjeblieft in handen van Jehovah vallen, want hij is heel barmhartig,+ maar laat me niet in de handen van mensen vallen.’+