10 Ik onthield mezelf niets wat ik verlangde.*+ Ik gunde mijn hart elk pleziertje.* Ik* genoot van al mijn harde werk en dat was mijn beloning* voor mijn gezwoeg.+
10 Ik onthield mezelf niets wat ik verlangde.*+ Ik gunde mijn hart elk pleziertje.* Ik* genoot van al mijn harde werk en dat was mijn beloning* voor mijn gezwoeg.+