30 “Want het volk van Juda heeft gedaan wat slecht is in mijn ogen”, verklaart Jehovah. “Om het huis dat mijn naam draagt te verontreinigen, hebben ze hun walgelijke afgoden erin gezet.+
30 “Want het volk van Juda heeft gedaan wat slecht is in mijn ogen”, verklaart Jehovah. “Om het huis dat mijn naam draagt te verontreinigen, hebben ze hun walgelijke afgoden erin gezet.+