11 Joha̱nan,+ de zoon van Kare̱ah, en de andere legeraanvoerders die bij hem waren, hoorden over de misdaden die Ismaël, de zoon van Netha̱nja, had begaan.
11 Joha̱nan,+ de zoon van Kare̱ah, en de andere legeraanvoerders die bij hem waren, hoorden over de misdaden die Ismaël, de zoon van Netha̱nja, had begaan.