3 Maar Ba̱ruch,+ de zoon van Neri̱a, heeft je tegen ons opgezet om ons in handen te geven van de Chaldeeën, zodat die ons kunnen doden of ons in ballingschap kunnen wegvoeren naar Babylon.’+
3 Maar Ba̱ruch,+ de zoon van Neri̱a, heeft je tegen ons opgezet om ons in handen te geven van de Chaldeeën, zodat die ons kunnen doden of ons in ballingschap kunnen wegvoeren naar Babylon.’+