23 Onder het uitspansel waren hun vleugels recht,* de een aan de ander. Elk levend wezen had twee vleugels om de ene zijde van zijn lichaam te bedekken en twee om de andere zijde te bedekken.
23 Onder het uitspansel waren hun vleugels recht,* de een aan de ander. Elk levend wezen had twee vleugels om de ene zijde van zijn lichaam te bedekken en twee om de andere zijde te bedekken.