16 Iemand die op een man leek, raakte mijn lippen aan,+ en ik opende mijn mond en zei tegen degene die voor me stond: ‘Mijn heer, ik sta te trillen door het visioen en ik heb geen kracht.+
16 Iemand die op een man leek, raakte mijn lippen aan,+ en ik opende mijn mond en zei tegen degene die voor me stond: ‘Mijn heer, ik sta te trillen door het visioen en ik heb geen kracht.+